7.10
Gasinstelling controleren en aanpassen
7.10.1 Instelling af fabriek controleren
De verbrandingsinstelling werd af fabriek gecontroleerd en
voor het gebruik met de gasgroep, die op het typeplaatje
vastgelegd is, vooraf ingesteld.
▶
Voor u het product in gebruik neemt, dient u de informa-
tie over de gasgroep op het typeplaatje met de gasgroep
te vergelijken die op de opstellingsplaats te beschikking
staat.
Voorwaarden: De uitvoering van het product komt niet met de plaatse-
lijke gasgroep overeen
▶
Neem het product niet in gebruik.
Voorwaarden: De uitvoering van het product komt overeen met de plaat-
selijke gasgroep
▶
Ga te werk zoals hierna beschreven.
7.10.2 Gasstroomdruk controleren
1.
Sluit de gaskraan.
2.
Draai de schroef aan de drukmeetnippel (1) voor het
gasblok los.
3.
Sluit een manometer aan.
4.
Open de gaskraan.
5.
Neem het product met het testprogramma P.01 of de
schoorsteenvegerfunctie in gebruik.
6.
Meet de gasstroomdruk ten opzichte van de atmosfeer-
druk.
–
Toegestane gasstroomdruk bij gebruik met aard-
gas G25: 2,0 ... 2,7 kPa (20,0 ... 27,0 mbar)
7.
Stel het product buiten bedrijf.
8.
Sluit de gaskraan.
9.
Verwijder de manometer.
10. Draai de schroef aan de drukmeetnippel (1) vast.
11. Open de gaskraan.
12. Controleer de meetnippel op gasdichtheid.
Voorwaarden: Gasstroomdrukniet in het toegestane bereik of gasaansluit-
druk (rustdruk) wijkt meer dan 0,5 kPa (5,0 mbar) van de gasstroomdruk
af.
Opgelet!
Kans op materiële schade en bedrijfssto-
ringen door verkeerde gasaansluitdruk!
Als de gasaansluitdruk buiten het toege-
stane bereik ligt, dan kan dit tot storingen
in de werking en tot schade aan het product
leiden.
0020241677_00 ecoCRAFT exclusive Installatie- en onderhoudshandleiding
▶
Als u de fout niet kunt verhelpen, breng dan de gas-
maatschappij op de hoogte.
▶
Sluit de gaskraan.
7.10.3 CO₂-gehalte controleren
1
Controle bij maximumlast
▶
Neem het product met het testprogramma (→ Pagina 16)
P.01 in gebruik.
◁
Na de stabilisatietijd van 1 min. wordt het product op
maximumlast gestuurd.
▶
Dicht de meetopening van de meetsonden tijdens de
meting goed af.
▶
Als de maximale trek in de rookgasleiding 20 Pa over-
schrijdt, verwijder dan het deksel van de revisieopening
in de rookgasleiding en breng deze na de meting op-
nieuw aan.
▶
Meet het CO₂-gehalte in het rookgas.
▶
Vergelijk de meetwaarden met de betreffende waarden in
de tabel.
Instelwaarden
CO₂ na 5 min. maximumlastbe-
drijf
CO₂ na 5 min. minimumlastbe-
drijf
Ingesteld voor Wobbe-index W
O₂ na 5 min. maximumlastbe-
drijf
CO-gehalte
▶
Beëindig het testprogramma P.01 door tegelijk indrukken
van de toetsen i en + of door het indrukken van de toets
Ontstoring.
Controle bij minimale last
▶
Neem het product met het testprogramma (→ Pagina 16)
P.02 in gebruik.
◁
Na de stabilisatietijd van 1 min. wordt het product op
minimumlast gestuurd.
▶
Meet het CO₂-gehalte in het rookgas.
▶
Vergelijk de meetwaarden met de betreffende waarden in
de tabel.
Ingebruikname 7
▶
Voer geen instellingen aan het product
uit.
▶
Neem het product niet in gebruik.
Opgelet!
Kans op foute metingen door foute meet-
toestellen!
Actuele meettoestellen werken volgens de
O₂-methode en rekenen om naar het CO₂-
gehalte. Een directe CO₂-meting, zoals bij ou-
dere meettoestellen mogelijk, kan tot meet-
fouten leiden, omdat de aardgassen afhanke-
lijk van de vindplaats CO₂ bevatten.
▶
Gebruik alleen actuele meettoestellen
volgens de O₂-methode.
Een-
heid
Vol.–%
Vol.–%
kWh/m³
s
Vol.–%
ppm
Aardgas (G25)
9,3 ±0,2
9,0 ±0,2
11,0
4,89 ±1,80
≤ 50
19