8 Aanpassing aan de CV-installatie
▶
Indien nodig stelt u met de toetsen − of + de gewenste
waarde in (weergave knippert).
▶
Druk 5 seconden op de toets i (tot de weergave stopt met
knipperen) om de waarde op te slaan.
▶
Druk tegelijk op de toetsen i en + of druk 4 minuten lang
op geen enkele toets.
◁
Op het display verschijnt weer de actuele CV-aan-
voertemperatuur of optioneel, indien ingesteld, de vul-
druk van het cv-systeem.
22
+
8.2
Maximale aanvoertemperatuur instellen
Onder d.71 kunt u de maximale aanvoertemperatuur voor
het CV-bedrijf instellen.
Onder d.78 kunt u de maximale aanvoertemperatuur voor
het boilerbedrijf instellen.
8.3
Pompnalooptijd en pompmodus instellen
Onder d.01 kunt u de pompnalooptijd instellen.
Onder d.72 kunt u de pompnalooptijd van een aan het pro-
duct direct aangesloten boilerlaadpomp instellen.
Als de boilerlaadpomp aan een regelaar VRC 630/700 of
VRS 620 aangesloten is, stel de nalooptijd dan aan de rege-
laar in.
Onder d.18 kunt u de pompmodi Eco (intermitterend) of
Comfort (verder lopend) instellen.
Bij Comfort wordt de externe toestelpomp ingeschakeld als:
–
de kamerthermostaat via klem 3-4-5 warmte aanvraagt
en
–
de kamerthermostaat of inbouwthermostaat via de klem
7-8-9 een gewenste waarde van de aanvoertemperatuur
boven 30 °C of via eBUS groter dan 20 °C opgeeft en
–
het product zich in de wintermodus bevindt (draaiknop
CV-aanvoertemperatuur niet op linkse aanslag) en
–
de aanlegthermostaat gesloten is.
De pomp wordt uitgeschakeld als:
–
één van de hierboven genoemde voorwaarden niet meer
vervuld is en
–
de pompnalooptijd is afgelopen.
De branderwachttijd heeft geen invloed op de pomp. Als
één van de voorwaarden tijdens de nalooptijd wegvalt, wordt
deze toch beëindigd.
Eco is zinvol om bij erg geringe warmtebehoefte en grote
temperatuurverschillen tussen gewenste waarde warmwa-
terbereiding en gewenste waarde CV-bedrijf de restwarmte
na een warmwaterbereiding af te voeren. Hierdoor vermijdt
u dat woonruimtes te weinig verwarmd worden. Bij warmte-
vraag wordt de pomp na verstrijken van de nalooptijd telkens
binnen 30 minuten één keer gedurende 5 minuten ingescha-
keld.
Als een temperatuursensor in de retour aangesloten is:
Als de retourtemperatuur van het CV-water snel daalt, dan
loopt de pomp (binnen 30 minuten) langer dan de minimale
looptijd van vijf minuten. De modus "intermitterend" kan op
elk moment door de branderstart onderbroken worden en de
pomp loopt in normale CV-functie.
8.4
Branderwachttijd en deellast instellen
Om het frequent in- en uitschakelen van de brander en hier-
door energieverlies te vermijden, wordt steeds na het uit-
schakelen van de brander voor een bepaalde tijd een elek-
tronische herinschakelblokkering geactiveerd. U kunt de
branderwachttijd aan de omstandigheden van de CV-instal-
latie aanpassen. De branderwachttijd is alleen voor de CV-
functie actief. Onder d.02 kunt u de maximale branderwacht-
tijd instellen.
Het product is met een automatische verwarmings- en boiler-
laaddeellastbesturing uitgerust. Als de diagnosepunten d.00
resp. d.77 op de maximumwaarde staan, wordt de betref-
fende deellast aan de hand van de actuele branderbelasting
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoCRAFT exclusive 0020241677_00