7 Ingebruikname
▶
Beëindig het testprogramma P.02 door tegelijk indrukken
van de toetsen i en + of door het indrukken van de toets
Ontstoring.
Voorwaarden: Meetwaarden voor minimumlast en/of maximumlast liggen
niet in het opgegeven bereik
▶
Voer een instelling van het CO₂-gehalte uit.
Controle beëindigen
▶
Stel het product buiten bedrijf.
▶
Sluit de meetopening in de rookgasleiding en controleer
deze op dichtheid.
▶
Controleer de gasleiding, de VGA-installatie, het product
en de CV-installatie op dichtheid.
7.10.4 Instelling CO₂-gehalte voorbereiden
1.
Als de maximale trek in de rookgasleiding 20 Pa over-
schrijdt, verwijder dan het deksel van de revisieopening
in de rookgasleiding en breng deze na de meting op-
nieuw aan.
2.
Voer de instelling van het CO₂-gehalte absoluut in de
beschreven volgorde uit omdat de instelling bij maxi-
mumlast ook de minimumlast overeenkomstig veran-
dert.
7.10.4.1 CO₂-gehalte bij maximumlast instellen
(gas-luchteenheid/luchtgetalinstelling)
1.
Leid de meetsonde van het verbrandingsgasmeettoe-
stel in de meetopening in de verbrandingsgasleiding.
2.
Verwijder de afdekkap aan het gasblok.
3.
Neem het product met het testprogramma
(→ Pagina 16) P.01 in gebruik.
◁
Na de stabilisatietijd van 1 min. wordt het product op
maximumlast gestuurd.
4.
Bepaal het CO₂-gehalte bij Maximumlast (→ Pagina 19)
en vergelijk de meetwaarden met de betreffende waar-
den in de tabel.
Instelwaarden
CO₂ na 5 min. maximumlastbe-
drijf
CO₂ na 5 min. minimumlastbe-
drijf
Ingesteld voor Wobbe-index W
O₂ na 5 min. maximumlastbe-
drijf
CO-gehalte
5.
Stel evt. het CO₂-gehalte in door met een inbussleutel
aan de gasdoorstromingsschroef (1) te draaien.
20
1
Een-
Aardgas (G25)
heid
9,3 ±0,2
Vol.–%
9,0 ±0,2
Vol.–%
kWh/m³
11,0
s
4,89 ±1,80
Vol.–%
≤ 50
ppm
Installatie- en onderhoudshandleiding ecoCRAFT exclusive 0020241677_00
6.
Verstel slechts in stappen van 1/8 omwenteling en
wacht na elke verstelling ca. 1 minuut tot de waarde
gestabiliseerd is.
7.
Draai naar links om het CO₂-gehalte te verhogen of
draai naar rechts om het CO₂-gehalte te verlagen.
8.
Als een instelling in het opgegeven instelbereik niet mo-
gelijk is, dan mag u het product niet in gebruik nemen.
9.
Controleer na de instelling de kwaliteit van de verbran-
ding via de kijkopening. Er mag geen opstijgen van de
vlam en geen gloeien van het branderoppervlak herken-
baar zijn.
10. Beëindig het testprogramma P.01 door tegelijk indruk-
ken van de toetsen i en + of door het indrukken van de
toets Ontstoring.
11. Monteer de afdekkap aan het gasblok.
7.10.4.2 CO₂-gehalte bij minimumlast instellen
(gas-luchteenheid/luchtgetalinstelling)
Aanwijzing
De instelling van het CO₂-gehalte bij maximumlast
verandert ook het CO₂-gehalte bij minimumlast.
Een instelling van de minimale last is alleen bij
hoge uitzondering noodzakelijk.
1.
Leid de meetsonde van het verbrandingsgasmeettoe-
stel in de meetopening in de verbrandingsgasleiding.
2.
Verwijder de afdekkap van de nulpuntschroef (1).
3.
Neem het product met het testprogramma
(→ Pagina 16) P.02 in gebruik.
◁
Na de stabilisatietijd van 1 min. wordt het product op
minimumlast gestuurd.
4.
Bepaal het CO₂-gehalte bij Minimumlast (→ Pagina 19)
en vergelijk de meetwaarden met de betreffende waar-
den in de tabel.
Instelwaarden
CO₂ na 5 min. maximumlastbe-
drijf
CO₂ na 5 min. minimumlastbe-
drijf
Ingesteld voor Wobbe-index W
O₂ na 5 min. maximumlastbe-
drijf
CO-gehalte
5.
Stel evt. het CO₂-gehalte in door met een inbussleutel
(Torx T40) aan de nulpuntschroef (1) te draaien.
1
Een-
Aardgas (G25)
heid
9,3 ±0,2
Vol.–%
9,0 ±0,2
Vol.–%
kWh/m³
11,0
s
4,89 ±1,80
Vol.–%
≤ 50
ppm