Hier vindt u in logische volgorde de stappen die u
moeten nemen op de SCM om problemen te verhelpen.
1. Stel vast welke output-storing u wilt verhelpen
(Aftakas, Starten of ETR).
2. Draai het contactsleutel op Aan en kijk of het rode
LED voor het vermogen brandt.
3. Beweeg alle inputschakelaars om er zeker van te zijn
dat alle LED's in een andere toestand komen (Stoel,
Rem, Tractiepedaal, Aftakas en Starten).
4. Zet de input-apparaten in de juiste stand om de
correcte output te verkrijgen. Gebruik de volgende
tabel om de correcte input-conditie te bepalen.
5. Als een specifieke output-LED brandt zonder
de juiste output-functie, moet u de bedrading
Functie
In Neu-
Stroom
inge-
traal-
schakeld
stand
—
—
START
—
—
Lopen
(machine
Uit)
—
Lopen
Ä
(machine
Aan)
—
Maaien
Ä
—
Waar-
schuwing
hoge
tempe-
ratuur
—
Uitscha-
keling
hoge
tempe-
ratuur
(-) Geeft aan dat een circuit is gesloten om massa te maken. - LED AAN
(Ä) Geeft aan dat een circuit is geopend om massa te maken of is gedeactiveerd – LED UIT
(+) Geeft aan dat een circuit is geactiveerd (koppelingspoel, solenoïde, of input voor starten) LED AAN
Een leeg vakje geeft aan dat de tabel niet van de toepassing is op een circuit.
(A) Input voor aftakas moet worden opgestart nadat de motor is afgekoeld (cyclus sleuteltjes op Aan-Uit)
NVT
Om problemen te verhelpen, moet u het sleuteltje
omdraaien zonder de motor te starten. Bepaal welke
specifieke functie een storing vertoont, en ga te werk
overeenkomstig de tabel. Controleer de conditie van
elke input-LED om er zeker van te zijn dat deze in
overeenstemming is met de tabel.
Als de input-LED's correct zijn, moet u de output-LED
controleren. Als de output-LED brandt maar het
apparaat is niet geactiveerd, moet u de beschikbare
Start Aan Rem Aan Aftakas
Aan
+
Ä
Ä
Ä
Ä
Ä
—
Ä
Ä
—
—
Ä
Ä
Ä
van de output, de aansluitingen en het onderdeel
controleren. Indien nodig repareren.
6. Als een specifieke output-LED niet brandt, moet u
beide zekeringen controleren.
7. Als een specifieke output-LED niet brandt en de
inputs zijn in goede conditie, moet u een nieuwe
SCM plaatsen en kijken of de storing verdwijnt.
Elke (horizontale) rij op de onderstaande tabel geeft de
input- en output-vereisten voor elke specifieke functie
van het product aan. De functies van het product
worden vermeld in de linkerkolom. De symbolen
geven de conditie van een specifiek circuit aan zoals:
geactiveerd voor spanning, gesloten om massa te maken
en geopend om massa te maken.
Inputs
Uitscha-
Waar-
In Stoel
keling
schuwing
hoge
tempe-
tempe-
ratuur
ratuur
—
Ä
Ä
Ä
—
Ä
—
Ä
— (A)
Ä
—
spanning bij het output-apparaat, de continuïteit van het
losgekoppelde apparaat en de potentiële spanning op
het massacircuit (zwevende massa) meten. De reparatie
is afhankelijk van uw bevindingen.
36
Wetten
START
hoge
+
NVT
Ä
NVT
Ä
Ä
Ä
NVT
Ä
NVT
Ä
Ä
+
NVT
NVT
Ä
Outputs
ETR
Aftakas
+
Ä
+
Ä
+
Ä
+
+
+
Ä
Ä
Ä