Figuur 32
1. Omlooppennen (2) voor afsluitkleppen van transmissie
3. Start de motor voor een paar ogenblikken nadat
de reparatiewerkzaamheden zijn uitgevoerd, en
zorg ervoor dat de pennen zich in de volledig vrije
(helemaal omhoog) positie bevinden.
Belangrijk: Als u de motor laat lopen met
een geopende omloopklep, zal de transmissie
oververhit raken.
4. Plaats het inspectieluik terug.
Standaard Controle Module
(SCM)
De Standard Control Module is een ingekapseld
elektronisch apparaat dat is vervaardigd in een "one size
fits all" configuratie. De module gebruikt halfgeleider-
en mechanische elementen ten behoeve van de controle
en regeling van de standaard elektrische functies die
nodig zijn voor een veilig gebruik van het product.
De module controleert inputs zoals neutraalstand,
parkeerrem, aftakas, starten, wetten en hoge
temperatuur. De module activeert outputs zoals de
solenoïde voor de aftakas, de startmotor en de ETR
(activering om te lopen).
De module is verdeeld in inputs en outputs.
Inputs en outputs worden aangegeven door gele
LED-controlelampjes die zijn aangebracht op de
printplaat.
De input voor het startcircuit wordt geactiveerd door
12 VDC. Alle andere inputs worden geactiveerd als het
circuit wordt gesloten om massa te maken. Elke input
heeft een LED die gaat branden als het desbetreffende
circuit wordt geactiveerd. Gebruik de input-LEDs om
problemen met het circuit van de schakelaar en de input
te verhelpen.
De output-circuits worden geactiveerd door correcte
input-condities. De drie outputs omvatten Aftakas,
ETR en STARTEN. De output-LEDs controleren de
conditie van de relais en geven aan dat er elektrische
spanning op een van de drie contactpunten voor de
output is.
De output-circuits stellen niet vast of het
output-apparaat correct functioneert, zodat in geval van
problemen met de elektrische functies ook de LEDs en
de werking van de gewone apparatuur en de kabelboom
moeten worden gecontroleerd. Meet de impedantie van
het losgekoppelde onderdeel, de impedantie door de
kabelboom (loskoppelen bij de SCM), of voer een test
uit waarbij het desbetreffende onderdeel tijdelijk wordt
geactiveerd.
De SCM is niet aangesloten op een externe computer
of een handtoestel, kan niet opnieuw worden
geprogrammeerd en registreert geen periodieke
gegevens over storingen en problemen.
Des sticker op de SCM bevat uitsluitend symbolen.
Het output-vak bevat symbolen voor de LED's van de
drie outputs. Alle andere LED's zijn inputs. Op de
onderstaande tabel staan de symbolen.
Figuur 33
35