6 - BEDIENING VOOR WERKZAAMHEDEN
6 - BEDIENING VOOR
WERKZAAMHEDEN###_6_###
Algemene informatie
Omschrijving van de bediening
Werkingsprincipe
LET OP: Houd u aan de maximaal toelaatbare aslasten
en totaalgewichten.
LET OP: Houd bij het maken van een bocht rekening met
de breedte en het veranderende massazwaartepunt van
het werktuig.
LET OP: Stel het werktuig alleen in werking wanneer alle
beschermbeugels in de juiste stand zijn vastgezet.
LET OP: Blijf nooit binnen het draai- en zwenkbereik van
het werktuig.
LET OP: Benader de draaiende rotors niet vanaf de ach-
terkant: aan deze zijde bevinden zich geen bescherm-
beugels.
Het harkarmenstel met de draaiarmen werken samen met
het zwaddoek voor de best mogelijke zwadresultaten.
Het loopwerk met 3 wielen met ballonbanden werkt vlak
bij het harkarmenstel. Daarom kan het harkarmenstel
precies de grondlijnen volgen, wat de beste resultaten op-
levert.
De werkdiepte verstellen met een diepteversteller.
Resultaten
Deze eigenschappen, gecombineerd met de aanzien-
lijke werkbreedte en hoge werksnelheid (tot 12 km/h
(7.5 mph)) maken het mogelijk om grote oppervlakten te
bewerken.
Pas de rotorsnelheid aan om onnodige verstrooiing van
het gewas te voorkomen.
Selecteer de rijsnelheid om goede werkresultaten te krij-
gen (schoon harken en nette zwaden).
6-1