1. Bevestig de koppelingspennen van het tweepunts-
frame aan de onderste trekstangen van de tractor.
2. Til het tweepuntsframe iets op om de kriksteunen in de
transportstand te kunnen heffen. Borg de kriksteunen.
3. Sluit de verlichtingsconnector aan op de daartoe be-
stemde contactdoos van de tractor.
4. Sluit de hydraulische slang aan op een enkelwerkende
regeleenheid van de tractor.
LET OP: Vergrendel de onderste antislingertrekstangen
van de tractor om slingeren van het stuursysteem van het
werktuig te voorkomen.
OPMERKING: Stel de afstand tussen de onderste trek-
stangen van de tractor en de grond af op ongeveer
680 mm (26.77 in). Het chassis van het werktuig moet
bij het instellen van de afstand vlak staan.
5. Voordat u de rotors naar boven zet, maakt u alle uitste-
kende harkarmenstellen vast aan hun steunen op het
achterste dwarsframe. De afscherming in de trans-
portstand zetten.
OPMERKING: De transporthoogte is meer dan 3.5 m
(137.80 in). Wees met name attent op overhangende
elektriciteitsdraden.
OPMERKING: Voor lagere doorgangen verwijdert u het
harkarmenstel en zet u het in de tandendragersteun op de
achterste dwarsbalk van het hoofdframe. Maak de klem-
bouten los om de houders voor de afscherming te verstel-
len. Zet de steunen in de binnenste stand en zet ze vast
met een borgpen. Zorg ervoor dat u de afschermingen in
de buitenste stand zet voordat u het werktuig in gebruik
neemt.
OPMERKING: Zet de rotors na de zwadwerkzaamheden
terug in de normale werkstand om binnen de transport-
breedte van 3 m (118.11 in) te blijven.
4 - BEDIENINGSINSTRUCTIES
4-4
1
ZEIL18HT00258AA