4.2 Gebruik van de timer
Voor het beste maairesultaat mag het gras niet te vaak
worden gemaaid. Gebruik de timerfunctie (zie 6.4
Timer (2) op bladzijde 47) om een platgereden gazon
te voorkomen en voor maximale levensduur van uw
Automower te zorgen.
De kwaliteit van het gras wordt bijv. beter wanneer u
het om de dag maait in plaats van iedere dag 12 uur.
Bovendien is het goed voor het gras om ten minste een
keer per maand een periode van drie dagen geheel
rust te krijgen.
4.3 Automower™ starten
1.
Open het zonnecelpaneel met behulp van de
uitsparing aan de achterkant van het paneel om
bij het controlepaneel te kunnen.
2.
Zet de hoofdschakelaar in stand ON.
3.
Geef uw PIN-code aan.
Automower is standaard ingesteld met de
anti-diefstalfunctie Tijdslot (4-1-2) geactiveerd.
Deze functie houdt in dat de PIN-code moet
worden aangegeven, iedere keer dat de
hoofdschakelaar in stand ON wordt gezet en dat
de maaier na het ingestelde aantal dagen stopt
met maaien en niet verdergaat voordat de juiste
PIN-code is aangegeven. De functie kan naar
wens worden gedeactiveerd of gewijzigd. Voor
meer informatie over Tijdslot (4-1-2), zie
bladzijde 58.
4.
Doe het zonnecelpaneel dicht en controleer of
de STOP-knop op bedrijfsstand staat.
Op het display verschijnt de mededeling Start.
Wanneer de maaischijf start, hoort u 5 piepen in
2 seconden.
4.4 Automower™ stoppen
1.
Druk op de STOP-knop.
Automower stopt, de maaimotor gaat uit en de
klep voor het zonnecelpaneel kan worden
geopend.
38 - Nederlands
4. GEBRUIK
3012-408
3012-814