Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Husqvarna AUTOMOWER SOLAR HYBRID Gebruiksaanwijzing pagina 22

Verberg thumbnails Zie ook voor AUTOMOWER SOLAR HYBRID:
Inhoudsopgave

Advertenties

3. INSTALLATIE
Als het werkgebied aan een kleine greppel grenst,
bijv. een border, of aan een kleine verhoging zoals
bijv. een lage steen (3 tot 5 cm), moet u de
begrenzingskabel 30 cm binnen in het werkgebied
leggen. Dit voorkomt dat de wielen in de greppel of
op de stenen rijden.
30
cm
3012-825
Indien het werkgebied aan een pad of iets dergelijks
grenst dat op hetzelfde niveau ligt als het gazon, is
het mogelijk om Automower een stukje op het pad te
laten rijden. U moet de begrenzingskabel dan 10 cm
van de rand van het pad leggen.
10
cm
3012-826
Als het werkgebied in tweeën wordt gedeeld door een
vlak tegelpad, dat gelijk met het gazon ligt, is het
mogelijk om Automower over het pad te laten rijden. De
begrenzingskabel kan prima onder de tegels worden
gelegd. Het is ook mogelijk de begrenzingskabel in de
voegen tussen de tegels te leggen.
N.B.!
Automower mag niet over een grindpad rijden
of soortgelijk materiaal dat de messen kan
beschadigen.
Wanneer het werkgebied bijvoorbeeld aan een
3012-827
waterpartij grenst, moet u de begrenzingskabel
aanvullen met een rand of iets dergelijks. De hoogte
moet dan ten minste 15 cm zijn. Dit voorkomt dat
Automower onder bepaalde omstandigheden buiten
het werkgebied terecht kan komen.
Wanneer Automower naar het laadstation zoekt of de
lus volgt volgens de functie Volg draad (3-2) (zie
bladzijde 51), rijdt hij op een bepaalde afstand langs
de begeleidingskabel. De functie Max afstand tot
draad (3-2-3) bepaalt op welke afstand van de
begrenzingskabel de maaier moet rijden. We raden
aan een zo groot mogelijke waarde voor Max. afst. tot
draad aan te geven. Een hoge waarde voor Max. afst.
tot draad vermindert het risico van spoorvorming. Voor
meer informatie over Max afstand tot draad (3-2-3), zie
bladzijde 54.
In uitzonderingsgevallen kan Automower zo worden
ingesteld dat hij de begrenzingskabel precies volgt,
dat wil zeggen met de halve maaier binnen en de
andere helft buiten de lus. Dan moet de
begrenzingskabel een afstand aanhouden van circa
40 cm naar alle buitenranden van het werkgebied en
naar de randen van een passage.
3012-828
Nederlands - 23

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave