Werkwijze
Automower maait het gras automatisch. Hij wisselt het
maaien voortdurend af met opladen.
Het laadstation zendt een signaal uit, dat Automower
kan registreren op 6 tot 7 meter afstand. De maaier
begint zelf naar het laadstation te zoeken wanneer de
lading van de accu te laag wordt. Automower maait
niet wanneer hij het laadstation zoekt.
De maaier begint zelf naar het laadstation te zoeken
wanneer de lading van de accu te laag wordt.
Wanneer Automower naar het laadstation zoekt, kan
hij rijden volgens een of meerdere van drie
verschillende zoekmethoden: Onregelmatig, Volg
begrenzingslus en Volg begeleidingskabel. Voor
meer informatie over de zoekmethoden, zie 2.3
Zoekmethode op bladzijde 15 en Volg draad in (3-2-2)
op bladzijde 53.
Wanneer de accu helemaal is opgeladen, rijdt de
maaier een stukje achteruit om vervolgens te draaien
en het laadstation te verlaten in een willekeurig
gekozen richting binnen de uitrijsector 90° - 270°.
Om te zorgen dat Automower makkelijk alle delen
van de tuin kan bereiken, kunt u handmatig instellen
hoe de maaier het laadstation moet verlaten, zie 6.5
Tuin (3) op bladzijde 49.
Wanneer de carrosserie van Automower op een
obstakel stoot, gaat de maaier achteruit om een
nieuwe rijrichting te kiezen.
Twee sensoren, één voor en één achter op
Automower, registreren wanneer de maaier de
begrenzingskabel nadert. Automower passeert de
kabel maximaal zo'n 27 centimeter voordat hij
omkeert. De passeerafstand is instelbaar, zie Rijdt
over draad (3-4-2) op bladzijde 57.
De STOP-knop achterop de bovenkant wordt
voornamelijk gebruikt om de rijdende maaier te
stoppen. Wanneer de STOP-knop wordt ingedrukt, is
het mogelijk het zonnecelpaneel te openen,
daaronder zit een controlepaneel. De STOP-knop
blijft ingedrukt tot deze weer wordt gereset. Dit werkt
als startvergrendeling.
2. PRESENTATIE
3012-510
3012-817
3012-818
3012-814
Nederlands - 13