Aansluiting
U kunt de projector aansluiten op alle video-apparatuur, bijvoorbeeld videorecorders, DVD-spelers, digitale
tuners, decoders voor kabel- en satelliettelevisie, spelconsoles of digitale camera's. U kunt het apparaat ook
aansluiten op een bureaucomputer, laptop of Apple Macintosh-computer.
Via verschillende kabels kunt u bovendien meerdere videoapparaten tegelijk aansluiten op de projector. U hoeft
alleen het ingangssignaal te selecteren dat de projector moet weergeven.
Als u een signaalbron aansluit op de projector, volg dan deze instructies:
1.
Schakel alle apparatuur uit voordat u verbindingen maakt.
2.
Gebruik de juiste signaalkabels voor elke bron.
3.
Zorg dat de kabels goed zijn geplaatst.
Niet alle kabels in het volgende schema worden bij de projector meegeleverd (zie
van de verpakking). De meeste kabels zijn verkrijgbaar bij elektronicawinkels.
Videoapparaten aansluiten
U kunt de projector aansluiten op diverse videoapparaten met een van de volgende uitgangen:
• DVI
• Componentvideo
• S-Video
• Video (composiet)
U dient de projector slechts op een van deze uitgangen aan te sluiten. Elke uitgang levert een andere
videokwaliteit. De gekozen uitgang is wellicht afhankelijk van de beschikbare overeenkomende aansluitingen op
de projector en het gewenste videoapparaat.
Beste videokwaliteit
De beste methode voor het aansluiten van een video is DVI. Daarvoor moet uw apparaat een DVI-aansluiting
hebben. U kunt, afhankelijk van het type DVI-aansluiting dat u hebt, genieten van digitale of hoge analoge
beeldkwaliteit.
Zie
"Een DVI-apparaat aansluiten" op pagina 20
een DVI-apparaat en voor andere informatie.
Als er geen DVI-bron beschikbaar is, kunt u het beste videosignaal ontvangen door uw apparaat met een
componentvideo-kabel op de projector aan te sluiten. Verwar deze niet met de composietvideo-kabel. Digitale
TV-tuners en DVD-spelers zenden standaard componentvideo-signalen uit. Als uw apparaat erover beschikt,
kiest u deze aansluitmethode in plaats van de S-Videokabel (of composietkabel).
Zie
"Een componentvideo-apparaat aansluiten" op pagina 21
projector op componentvideo-apparaten.
Betere videokwaliteit
De S-Video-uitgang biedt een betere analoge videokwaliteit dan de standaard composietvideo-uitgang. Selecteer
de S-Video-uitgang als de gewenste videoapparaten een composietvideo- én S-Video-uitgang hebben.
Zie
"Een S-Video-apparaat aansluiten" op pagina 22
S-Video-apparaten.
Goede videokwaliteit
Composietvideo is een analoge video-uitgang met een aanvaardbare kwaliteit. Het resultaat is echter niet
optimaal.
Zie
"Een composietvideo-apparaat aansluiten" op pagina 23
op composietvideo-apparaten.
Aansluiting
18
voor meer informatie over het aansluiten van de projector op
voor informatie over het aansluiten van de
voor informatie over het aansluiten van de projector op
voor informatie over het aansluiten van de projector
pagina 8
voor de inhoud