3
Touchscreen-display
12
Met het touchscreen-display kan de gebruiker de printer aansturen, bijvoorbeeld:
•
Printopdrachten onderbreken, voortzetten of annuleren,
•
Etiketteringscycli activeren bij gebruik met een applicator,
Printparameters instellen, bijvoorbeeld warmteniveau van de printkop, printsnelheid, configuratie van de inter-
•
faces, taal en tijd ( Configuratie-instructies),
•
Stand-alone werking met opslagmedium bedienen ( Configuratie-instructies),
•
Firmware-update uitvoeren ( Configuratie-instructies).
Meerdere functies en instellingen kunnen ook worden aangestuurd door middel van printerspecifieke commando's
met softwaretoepassingen of door directe programmering met een computer. Details Programmeerinstructies.
Op het touchscreen-display geconfigureerde instellingen vormen de basisinstelling van de etikettenprinter.
i
Aanwijzing!
Het is handig om de verschillende printopdrachten in de software aan te passen.
3.1
Startscherm
na het inschakelen
Afbeelding 7
Het touchscreen wordt direct door uw vingers bediend:
•
Om een menu te openen of een menupunt te selecteren, tikt u kort op het betreffende symbool.
•
Om te bladeren in lijsten, sleept u uw vinger op het display naar boven of beneden.
Ga naar menu
Printopdracht onderbreken
Printopdracht voortzetten
met applicator:
wanneer er een printopdracht moet worden uitgevoerd:
afwisselend printen en aanbrengen van een etiket
zonder printopdracht:
start van de applicatorbeweging
Tabel 2
i
Aanwijzing!
Inactieve knoppen zijn verdonkerd.
tijdens het afdrukken
Startscherm
Knoppen op het startscherm
in pauzestand
Laatste etiket herhalen
Alle printopdrachten annuleren en
verwijderen
Etikettoevoer
na een printopdracht
12