0
(*) 2
Standpl. nr.
84
Standpl. X
85
Standpl. Y
86
Standpl. Z
88
Inst. Hgt
11
RiPnt. nr.
81
Richtpunt X
82
Richtpunt Y
83
Richtpunt Z
87
Prisma Hgt
(*) 41
(*) 42
(*) 43
(*) 44
(*) 45
(*) 46
(*) 47
(*) 48
71
Remwoord 1
72
Remwoord 2
73
Remwoord 3
74
Remwoord 4
75
Remwoord 5
76
Remwoord 6
77
Remwoord 7
78
Remwoord 8
79
Remwoord 9
21
22
31
Sch. Afst.
© Leica
Totaaloverzicht van de weergave- en
registreerparameters
Verschillen tussen registreer- en weergavescherm
worden apart aangegeven.
(*) = alleen in het weergavescherm
• Leeg blok
(leeg)
• Standplaatspuntnummer (alfanumeriek)
• Standplaats X-coördinaat (Xo)
• Standplaats Y-coördinaat (Yo)
• Standplaatshoogte (Zo)
• Instrumenthoogte
.
• Richtpuntnummer (alfanumeriek)
• Richtpunt X-coördinaat (X)
• Richtpunt Y-coördinaat (Y)
• Richtpunthoogte (Z)
• Reflectorhoogte
.
• Codeblokken die worden gebruikt om extra
Code
informatie op te slaan voor verdere verwerking van
Info 1
de meetdata.
Info 2
Info 3
De codeblokken worden separaat van de meetdata
Info 4
opgeslagen. Deze bevatten minstens een CODE-
Info 5
woord en eventueel nog max. 7 extra informatie-
woorden (Info 1 tot 7). Elk informatieblok kan max.
Info 6
8 of 16 alfanumerieke karakters bevatten.
Info 7
• Remwoorden (1-9) zijn ook te gebruiken als CODE-
woorden (Code, Info 1-7) voor verdere verwerking
van de meetdata. Dit is afhankelijk van de
verwerkingssoftware.
In het meetscherm of bij de optie "RiPnt" van het
meetscherm kan de alfanumerieke informatie voor de
remwoorden (1-9) worden ingevoerd bij de RiPnt-
optie in het meetscherm. Elk remwoordenblok kan
max. 8 of 16 alfanumerieke karakters bevatten.
In tegenstelling tot de CODE-woorden, worden
remwoorden opgeslagen in een meetdata-blok, als de
instelling tenminste dusdanig is gedefinieerd.
Hz
• Horizontale richting.
V
• Verticale hoek.
• Schuine afstand (reeds gecorrigeerd met
gebruikmaking van ppm en de prismaconstante).
TPS-System 1000-2.4.0nl
IV
EL
IB
MA
ES
SK
BK
BI
119