IV
EL
IB
MA
ES
SK
BK
BI
114
De gebruikersconfiguratie omvat:
- het registreerformaat
- het weergaveformaat
- andere instellingen, zoals: eenheden, aantal
karakters.
Definiëren van het registreerformaat:
Het gedefiniëerde registreerformaat wordt gebruikt
voor opslag tijdens iedere meting. Deze data wordt
opgeslagen in max. 12 "woorden" (zie de hoofdstukken
"Het registreerscherm instellen", pagina 116 en
"Dataformaat").
CONF\ REGISTREERFORMAAT
Instelling : Polar(Standard)
1e woord
:11
2e woord
:21
3e woord
:22
4e woord
:31
5e woord
:51
POL+C CO'S
HELP
F1
F2
Definiëren van het weergaveformaat:
Het gedefiniëerde weergaveformaat wordt gebruikt voor
weergave van de meting in het venster. Het weerave-
formaat kan maximaal uit 11 regels bestaan (zie hoofd-
stuk "Het weergavescherm instellen", pagina 118).
CONF\ WEERGAVEFORMAAT
Instelling : Polar(Standard)
Regel 1
:11
Regel 2
:71
Regel 3
:87
Regel 4
:21
Regel 5
:22
HELP
F1
F2
TPS-System 1000-2.4.0nl
14:03
RiPnt. Nr.
Hz
V
Sch. Afst.
ppm/mm
POL
F4
F5
F3
14:03
RiPnt. Nr.
RemWoord 1
Prisma Hgt.
Hz
V
STNDR LIJST
F4
F5
F3
1
LIJST
F6
F6
© Leica