Samenvatting van Inhoud voor Leica Geosystems Builder Series
Pagina 1
Leica Builder Serie Gebruiksaanwijzing Versie 1.0 Nederlands...
Pagina 2
Builder, Introductie Introductie Aanschaf Van harte geluk gewenst met de aanschaf van uw Builder instrument. Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke veiligheidsaanwijzingen, evenals richtlijnen voor het opstellen en het gebruik van het instrument. Zie hoofdstuk "17 Veiligheids- voorschriften" voor verdere informatie. Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door, voor u het instrument in gebruik neemt. Productidentifi- Het type en serienummer staan vermeld op het typeplaatje.
Pagina 3
Pictogrammen De symbolen, die in dit handboek worden gebruikt, hebben de volgende betekenis: Type Beschrijving Gevaar Direct gevaar bij gebruik, dat beslist leidt tot ernstig licha- melijk letsel of de dood. Waarschuwing Gevaar bij gebruik of onjuist gebruik, dat kan leiden tot ernstig lichamelijk letsel of de dood.
Pagina 4
Builder, Inhoudsopgave Inhoudsopgave In deze handleiding Hoofdstuk Pagina Gebruik van deze handleiding Technische termen en afkortingen Beschrijving van het systeem Instrumentmodellen Inhoud transportkoffer Instrument componenten Stroomvoorziening Software concept Gebruikersinterface Toetsenbord Scherm Tab Balk Pictogrammen Pictogrammen...
Pagina 5
Bediening Selectie van de Taal Instrument opstellen Instrument Batterij USB stick Afstandmeting 5.5.1 Algemeen 5.5.2 Metingen met Rode Spot 5.5.3 Metingen met prisma's CPR105 Plat Prisma CPR111 Builder prisma, echte-nul constante Configuratie Modus Overzicht Oproepen Communicatieparameters Hoe Instellingen te Maken Pin Bezetting Builder, Inhoudsopgave...
Pagina 6
Builder, Inhoudsopgave Theodoliet modus Overzicht Oproepen Hoe de Horizontale Rand op 0,000 Zetten Hoe een Willekeurige Horizontale Rand Instellen Snel Instellen van de Meetrichting voor Horizontale hoek en Verticale hoek Programmamodus, voor Builder 200 of hoger Overzicht Oproepen Puntzoeken Meten en Opslaan...
Pagina 7
Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger Overzicht Setup Optie 1: Bepaal Basislijn 9.2.1 Algemeen 9.2.2 Bepaal Basislijn - Boven 1 Punt 9.2.3 Bepaal Basislijn - Vrije positie Setup Optie 2: Bepaal Coördinaten 9.3.1 Algemeen 9.3.2 Bepaal Coördinaten - Boven Bekend Punt 9.3.3 Bepaal Coördinaten - Vrije Positie Setup Optie 3: Bepaal Hoogte...
Pagina 8
Builder, Inhoudsopgave 10 Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger 10.1 Overzicht 10.2 Uitzetten 10.3 Meten 10.4 Richting & Afstand 10.5 Spanmaat 10.6 Oppervlakte en volumes 10.6.1 Oppervlakteprogramma 10.6.2 Volumes programma 10.7 Verborgen Punt (optioneel) 10.8 COGO (optioneel) 10.9 Uitzetten Lijn/Boog/Spiraal (optioneel) 10.10 Meten &...
Pagina 9
12 EDM Instellingen 12.1 12.2 13 Systeeminfo en Instrumentbeveiliging 13.1 Systeeminformatie 13.2 Instrument Beveiliging (PIN) 13.3 Software laden 13.4 Onderhoudscontracten laden 14 Controleren & Justeren 14.1 Overzicht 14.2 Voorbereidingen 14.3 Gecombineerde Justering van Hz Collimatie (c), Verticale Index (i) en Compensator Index (l, t) Fouten 14.4 Justeren van het Doosniveau 14.5...
Pagina 10
Builder, Inhoudsopgave 15 Verzorging en vervoer 15.1 Vervoer 15.2 Opslag 15.3 Reinigen en Drogen 16 Construction Data Manager 16.1 Overzicht 16.2 Installatie 16.3 Verbinding 16.4 Online help 17 Veiligheidsvoorschriften 17.1 Algemeen 17.2 Gebruiksdoel 17.3 Beperkingen in het gebruik 17.4 Verantwoordelijkheden 17.5 Gebruiksrisico's 17.6...
Pagina 11
17.7 Elektromagnetische Compatibiliteit EMC 17.8 FCC Verklaring, geldig in de V.S. 18 Technische gegevens 18.1 Hoekmeting 18.2 Afstandmeting 18.3 Algemene technische gegevens van het instrument 18.4 Conformiteit met nationale regelgeving 18.4.1 Instrumenten zonder Communication side cover 18.4.2 Instrumenten met Communication side cover 19 Internationale Beperkte Garantie, Software Licentieovereenkomst Index Builder, Inhoudsopgave...
Pagina 12
Builder, Gebruik van deze handleiding Gebruik van deze handleiding Het wordt aanbevolen uw instrument op te stellen, terwijl u de handleiding door- neemt. Index De index staat achteraan in de handleiding. Toetsen, velden en opties op het scherm, die voor zichzelf spreken, worden niet verder verklaard.
Pagina 13
Naam van de documen- Beschrijving tatie Builder Handleiding beschrijft hoe stap voor stap diverse taken in de bouw kunnen worden uitgevoerd met behulp van de beschikbare functies en programma's. Het is bedoeld als een veldhandleiding. Vorm van de docu- De Builder CD bevat alle documentatie in elektronische vorm. Deze is ook beschikbaar mentatie in gedrukte vorm.
Pagina 14
Builder, Technische termen en afkortingen Technische termen en afkortingen Terminologie...
Pagina 15
Term Beschrijving Vizierlijn / collimatie-as Telescopische as = lijn van de kruisdraad tot het midden van het oculair. Staande as Verticale rotatie-as van de kijker. Kiep-as Horizontale rotatie-as van de kijker. Verticale hoek/ zenit hoek Verticale rand Met een gecodeerde cirkelverdeling voor aflezen van de verticale hoek.
Pagina 16
Builder, Technische termen en afkortingen Richting van de zwaartekracht. De compensator bepaalt Loodlijn / Compen- de loodlijn in het instrument. sator Hoek tussen de loodlijn en de staande as. Scheefstand De scheefstand van de staande as is geen instrumentfout staande as en wordt niet geëlimineerd door het meten in beide kijker- standen.
Pagina 17
Punt op de loodlijn boven de waarnemer. Zenit Glasplaat in de kijker met kruisdraad. Kruisdraad Builder, Technische termen en afkortingen...
Pagina 18
Builder, Technische termen en afkortingen Uitleg over getoonde gegevens E, N, H...
Pagina 19
Afkortingen Beschrijving Weerkundig gecorrigeerde schuine afstand tussen de kiep-as van het instrument en het midden van het prisma/laserspot . Weerkundig gecorrigeerde horizontale afstand. Hoogteverschil tussen standplaats en richtpunt. Reflectorhoogte boven het terrein. Instrumenthoogte boven terrein. X coördinaat van de standplaats Y coördinaat van de standplaats Hoogte/ Z coördinaat van de standplaats X coördinaat van het richtpunt.
Pagina 20
Builder, Beschrijving van het systeem Beschrijving van het systeem Instrumentmodellen Instrumentmo- Model Beschrijving dellen Builder 100 Elektronische theodoliet. Builder 200 Elektronische theodoliet met afstandmeter, RS232 interface en constructiesoftware. Builder 300 Hetzelfde als de Builder 200, met extra intern geheugen voor de opslag en beheer van gegevens, een USB mini aansluiting en een uitgebreid programmamenu.
Pagina 21
Inhoud transportkoffer Inhoud transport- koffer, deel 1 van 2 a) Builder instrument met stelschroe- venblok b) GEV189 USB dataoverdrachtkabel* c) GLI115 opklik doosniveau (voor Builder 200 en 300) d) GHT196 houder voor hoogtemeet- lint* e) CPR105 plat prisma (voor Builder 200 en 300) GHM007 hoogtemeetlint* g) Beschermhoes / zonnekap...
Pagina 22
Builder, Beschrijving van het systeem Inhoud transport- koffer, deel 2 van 2 Afstelgereedschap k) GFZ3 zenitoculair* GEB211 accu's m) GKL211 acculader n) GAD105 adapter voor plat of miniprisma* o) MS1 Leica industriële kwaliteit USB stick (voor Builder 300 of hoger) p) GEB221 accu* q) Tip voor miniprismastok Contragewicht voor zenitoculair*...
Pagina 23
Instrument componenten a) Compartiment voor USB stick en USB Instrument compo- kabelaansluiting (voor Builder 300 of nenten deel 1 van 2 hoger) b) Bluetooth antenne (alleen Builder 500) c) Optisch vizier d) Afneembare draagbeugel met beves- tigingschroef e) Telescoop (met geïntegreerde afstandmeter voor Builder 200 of hoger) Aandrijving verticale rand...
Pagina 24
Builder, Beschrijving van het systeem Instrument compo- nenten deel 2 van 2 k) Telescoop scherpstelring Oculair; scherpstelknop m) Compartiment voor GEB211/GEB221 n) Seriële interface RS232 (voor Builder 200 of hoger) o) Stelschroeven p) Display q) Toetsenbord (toetsenbord is afhanke- lijk van het model. Zie hoofdstuk "4.1 Toetsenbord".)
Pagina 25
Communication Het Communication side cover met USB is standaard voor Builder 300 of hoger en in side cover het geval van de Builder 500 serie bovendien met Bluetooth. a) Bluetooth antenne (alleen Builder 500) b) Compartimentdeksel c) Bewaarplek voor kapje van USB stick d) USB stick aansluiting e) USB kabelaansluiting Builder, Beschrijving van het systeem...
Pagina 26
• Een GEB171 accu aangesloten via een kabel. Accu's a) GEB221 b) GEB211 Gebruik de Leica Geosystems accu's, acculaders en accessoires of accessoires aanbe- volen door Leica Geosystems om zekerheid te hebben over het correct functioneren van het instrument.
Pagina 27
Software concept Beschrijving Alle instrument types gebruiken hetzelfde software concept. De software kent verschillen afhankelijk van het instrument type. Software concept Model Scherm Beschikbare modi Builder 100 • Configuratiemodus • Theodolietmodus Builder 200 • Configuratiemodus • Theodolietmodus • Programmamodus Builder, Beschrijving van het systeem...
Pagina 28
Builder, Beschrijving van het systeem Model Scherm Beschikbare modi Builder 300, 400 en • Configuratiemodus • Theodolietmodus • Programmamodus • Gegevensbeheermodus...
Pagina 29
Builder, Beschrijving van het systeem...
Pagina 30
Builder, Gebruikersinterface Gebruikersinterface Toetsenbord Builder 100, 200 en 300 Builder 400 en 500 Toetsenbord a) Bladertoets a) Bladertoets b) Navigatietoetsen b) 10-cijferig toetsenbord c) ESC c) Navigatietoetsen d) Verlichting d) ESC e) Functietoetsen e) Verlichting EDM toets g) LED h) Functietoetsen...
Pagina 31
Toetsen Alle Builder modellen: Toets Beschrijving Wisselt tussen tabbladen in de tab balk. • Navigeer door het scherm • Start het bewerken van invulvelden • Bestuur de invoerpositie tijdens bewerken en invoeren • Verlaat het huidige menu of dialoog zonder opslaan van de wijzigingen.
Pagina 32
Builder, Gebruikersinterface Alleen Builder 400 en 500: Toets/LED Beschrijving • Toets kort indrukken: om de EDM instellingen op te roepen • Toets lang indrukken: om te wisselen tussen Rode Spot en Prisma Alfanumerieke toetsen _@& ± • LED wit: EDM type is Prisma •...
Pagina 33
Zijpaneel toetsen Toets Beschrijving Aan/Uit toets. Schakelt het instrument aan of uit. Wisseltoets.Wisseltoets 1 is het bovenste deel, Wisseltoets 2 is het onderste deel van de wisseltoets. Wisseltoets functionaliteit Builder model Wisseltoets 1 Wisseltoets 2 100 serie Sector piep aan/uit 200 serie Laserspot aan/uit 300 serie...
Pagina 34
Builder, Gebruikersinterface Scherm Alle getoonde schermen zijn voorbeelden. Het kan voorkomen, dat lokale software- versies verschillen vertonen. Scherm a) Tab balk b) Tijd c) Pictogrammen d) Schermgebied e) Softkeys...
Pagina 35
Beschrijving Element Beschrijving Tab balk Het huidige actieve tabblad wordt zwart weergegeven. Tijd Toont de huidige tijd als deze instelling is gemaakt in de confi- guratie. Pictogrammen Toont de huidige statusinformatie van het instrument. Zie hoofdstuk "4.4 Pictogrammen" Schermgebied Het werkgedeelte van het scherm. Softkeys Commando's kunnen met behulp van de functietoetsen worden uitgevoerd.
Pagina 36
Builder, Gebruikersinterface Tab Balk Tab balk In de tab balk wordt de huidige actieve software modus zwart weergegeven. <- Tab balk Tabblad Modus CONFIG Configuratie Modus THEO Theodoliet modus PROG Programmamodus (voor Builder 200 of hoger) DATA Gegevensbeheer modus (voor Builder 300 of hoger) ...
Pagina 37
Pictogrammen Beschrijving De pictogrammen geven informatie over de basis instrument functies. Accu De status en bron voor de accu wordt weergegeven. Pictogram Beschrijving Accu capaciteit Het accu pictogram geeft de huidige capaciteit van de accu aan, in het voorbeeld 75% vol. Compensator De status van de compensator aan of uit wordt weergegeven.
Pagina 38
Builder, Gebruikersinterface Pictogrammen Horizontale hoek De meetrichting voor de horizontale hoek wordt weergegeven. Pictogram Beschrijving Geeft aan, dat de Hz instelling is ingesteld op hoekmeting rechtsom (met de klok mee). Geeft aan, dat de Hz is ingesteld op hoekmeting linksom (tegen de klok in).
Pagina 39
Afstand Pictogram Beschrijving Dit pictogram geeft de horizontale afstand aan. Dit pictogram geeft het hoogteverschil aan. Dit pictogram geeft de schuine afstand aan. Driehoeken Pictogram Beschrijving Dubbele driehoeken aan de rechterkant duiden op een keuze- veld. Een enkele driehoek aan de rechter kant duidt op een keuze- lijst.
Pagina 40
Builder, Bediening Bediening Selectie van de Taal Beschrijving Na inschakelen van het instrument kan de voorkeur taal worden gekozen. De dialoog om een taal te kiezen wordt alleen getoond als er twee of meer talen op het instrument zijn geladen en <Taal Dlg.: Aan> staat ingesteld in de Configuratie- modus of in de Systeem Info dialoog.
Pagina 41
Builder 200 verbindt het instrument met Construction Data Manager versie 6.0 of hoger via de seriële interface en laadt de taal via Tools - Software Upload. Builder 100 neem contact op met uw Leica Geosystems geautoriseerde servicewerkplaats. Builder, Bediening...
Pagina 42
Builder, Bediening Instrument opstellen Beschrijving Dit hoofdstuk beschrijft, hoe het instrument wordt opgesteld boven een op de grond gemarkeerd punt met behulp van het laserlood. Het is altijd mogelijk om het instru- ment op te stellen zonder een markeerpunt. Belangrijke kenmerken: •...
Pagina 43
Schroeven van de statiefbenen losmaken, deze uittrekken tot de gewenste lengte en de schroeven weer vastmaken. Om het statief stabiel op te stellen, de statiefbenen voldoende stevig in de grond duwen. Let op, dat bij het in de grond duwen van de statiefbenen, de kracht in de lengte van het statiefbeen wordt uitge- oefend.
Pagina 44
Builder, Bediening Instrument opstellen, stap voor stap 1. Trek de statiefpoten uit tot een comfortabele werkhouding. Positioneer het statief boven het op de grond gemarkeerde punt en centreer zo goed mogelijk. 2. Zet het stelschroevenblok en het instrument vast op het statief. 3.
Pagina 45
5. Pas de lengte van de statiefbenen (5) aan om het doosniveau (7) grof in te spelen. 6. Draai de voetschroeven (6) van het stelschroevenblok om het instrument precies waterpas te zetten met behulp van het elektronische doosniveau . Zie hoofdstuk "Inspelen met het elektronische doosniveau, stap voor stap" voor verdere informatie.
Pagina 46
Builder, Bediening 4. Centreer het elektronische doosniveau in deze as door aan de voetschroeven te draaien. De pijlen geven hierbij de richting aan. Als het elektronische doosniveau is gecentreerd, dan worden de pijlen vervangen door vinkjes. 5. Centreer het elektronische doosniveau voor de tweede as door aan de derde voetschroef te draaien.
Pagina 47
Wijzigen van de Externe invloeden en de soort ondergrond kunnen het noodzakelijk maken om de helderheid van het helderheid van het laserlood bij te stellen. laserlood 1. Schakel het instrument in door indrukken van de toets. Het elektronische doosniveau en het laserlood worden automatisch geactiveerd bij inschakelen van het instrument, als de compensator is ingeschakeld.
Pagina 48
Builder, Bediening Onder bepaalde omstandigheden is Positioneren boven de laserspot niet zichtbaar bijvoor- buizen of putten beeld boven buizen. In zo'n geval plaatst u een transparante plaat over de buis, zodat de laserspot eenvoudig op het hart van de buis kan worden gecentreerd.
Pagina 49
Instrument Batterij 1. Open het accucompartiment. Batterijen wisselen, stap voor 2. Neem de accuhouder uit. stap 3. Neem de accu uit de accuhouder. 4. Zet de nieuwe accu in de accuhouder, lep op, dat de contacten naar buiten wijzen. De accu klikt vast in positie. 5.
Pagina 50
• Voor Li-lon accu's volstaat een enkele ontlaad en laadcyclus. Wij adviseren dit proces uit te voeren als de accucapaciteit zoals aangegeven op de acculader of op een Leica Geosystems instrument significant afwijkt van de werkelijk beschikbare accucapaciteit. •...
Pagina 51
Inzetten en uitnemen van de accu's Waarschuwing Accu's, die niet door Leica Geosystemsworden aangeraden, kunnen beschadigd raken door het laden of ontladen. Zij kunnen ontbranden en exploderen. Voorzorgsmaatregel Laadt en ontlaadt uitsluitend accu's aangeraden door Leica Geosystems. Builder, Bediening...
Pagina 52
Builder, Bediening USB stick 1. Open het deksel van de Communication side cover. Inzetten van een USB stick stap voor 2. De USB stick aansluiting bevindt zich onder de bovenrand stap in het compartiment. 3. Zet de USB stick in de USB stick aansluiting. 4.
Pagina 53
Ga altijd naar het HOOFDMENU voordat de USB stick wordt uitgenomen. Hoewel andere USB sticks kunnen worden gebruikt, adviseert Leica Geosystems om altijd de Leica industriële USB sticks te gebruiken en kan niet verantwoordelijk voor worden gehouden voor verlies van gegevens of enige andere fout, die kan optreden bij het gebruik van niet-Leica USB sticks.
Pagina 54
Builder, Bediening Afstandmeting 5.5.1 Algemeen Beschrijving Een laserafstandmeter (EDM) is geïntegreerd in de instrumenten (Builder 200 of hoger) van de Builder serie. In alle versies kan de afstand worden vastgesteld door middel van een zichtbare rode laser, die coaxiaal uit het telescoopobjectief uittreedt. Er zijn twee EDM types: •...
Pagina 55
5.5.2 Metingen met Rode Spot Beschrijving • Als metingen worden verricht met de rode laser afstandmeter, dan kunnen de resultaten worden beïnvloed door objecten, die tussen de afstandmeter en het bedoelde richtpunt passeren. Dit komt omdat Rode Spot metingen op het eerste vlak worden uitgevoerd, dat voldoende energie reflecteert om een meting uit te kunnen voeren.
Pagina 56
Builder, Bediening • Als een afstandmeting wordt opgeroepen, zal de afstandmeter het voorwerp meten, dat op dat moment in de baan van de laserbundel is. Als zich tussen instrument en richtpunt een tijdelijke obstructie voordoet, bijvoorbeeld een passerend voertuig, hevige regen, mist of sneeuw, dan kan de afstandmeter mogelijk de obstructie meten.
Pagina 57
5.5.3 Metingen met prisma's Beschrijving • Nauwkeurige metingen naar prisma's moeten worden uitgevoerd met het stan- daard meetprogramma (EDM type: prisma) • Metingen op sterk reflecterende richtmerken zoals op verkeerslichten in prisma EDM modus zonder prisma moeten worden vermeden. De gemeten afstanden kunnen foutief zijn of onnauwkeurig.
Pagina 58
Builder, Bediening CPR105 Plat Prisma Beschrijving Het standaard geleverde platte prisma (geleverd met Builder 200 en 300) heeft twee verschillend reflecterende oppervlakken. Het sterk reflecterende kattenoog oppervlak kan worden gebruikt bij afstanden tot 250 m. De reflecterende tape heeft een opge- drukte kruisdraad voor nauwkeurig richten op korte afstanden.
Pagina 59
CPR111 Builder prisma, echte-nul constante Beschrijving Dit prisma met een echte-nul constante wordt alleen geleverd bij de Builder 400 en 500. Hoe dichter het bij de grond wordt gehouden, hoe nauwkeuriger het boven het meetpunt kan worden gepositioneerd. Voor precies positioneren op hogere prisma- posities, wordt gebruik van de GLS111 prismastok met GAD105 adapter aanbevolen.
Pagina 60
Builder, Configuratie Modus Configuratie Modus Overzicht Omschrijving De CONFIG modus wordt gebruikt voor: • het maken van specifieke instellingen om het instrument aan uw wensen aan te passen • instellen datum en tijd • instellen eenheden • Instellen communicatieparameters Beschrijvingen zijn over het algemeen van toepassing op de Builder 200 of hoger.
Pagina 61
Oproepen Oproepen, stap Stap Omschrijving voor stap Schakel het instrument in door indrukken van de toets. Speel het instrument in. Zie hoofdstuk "5.2 Instrument opstellen" voor verdere informatie. Druk op totdat de CONFIG modus wordt geactiveerd. Voorbeeld van een configuratie scherm DISP Om het display in te stellen.
Pagina 62
Builder, Configuratie Modus Beschrijving van de velden voor het hoofd configuratie scherm Veld Optie Omschrijving <Laser Schakelt de zichtbare laserstraal uit. Pointer:> Schakelt de zichtbare laserstraal in. (alleen Builder 200, 300 en 500) <Continu Schakelt de continu afstandmeetmodus uit. meten:> Schakelt de continu afstand meetmodus in.
Pagina 63
Veld Optie Omschrijving <V instel- Stelt de verticale hoek in. ling:> Zenit Zenit=0°; Horizon=90° Builder, Configuratie Modus...
Pagina 64
Builder, Configuratie Modus Veld Optie Omschrijving Horizon Zenit=90°; Horizon=0° Verticale hoeken zijn posi- tief boven de horizon en negatief eronder.
Pagina 65
Veld Optie Omschrijving V(%) Verticale hoek worden uitge- Slope % +300 % drukt in % met positieve --.--% +100% waardes boven de horizon en negatieve er onder. +18 % 100% correspondeert met 360s een verticale hoek van 45° 0° (50 gon, 800 mil). ±V -100 % --.--%...
Pagina 66
Builder, Configuratie Modus Veld Optie Omschrijving Schakelt de compensator uit. Verticale hoeken zijn ten opzichte van de verticale/staande as. Als het instrument wordt gebruikt op een onstabiele ondergrond, bijvoorbeeld een bewegend platform, schip, etc. dan moet de compensator worden uitge- schakeld.
Pagina 67
Veld Optie Omschrijving De toetspiep is een akoestisch signaal bij indrukken van iedere toets. De sector piep is een akoestisch signaal dat klinkt al de horizontale hoek gelijk is aan 0°, 90°, 180°, 270° of 0, 100, 200, 300 gon. ...
Pagina 68
Builder, Configuratie Modus Veld Optie Omschrijving Geen piep Snelle piep, onderbroken; tussen 95,0 tot 99,5 gon en 105,0 tot 100,5 gon Permanente piep; tussen 99,5 tot 99,995 gon en 100,5 tot 100,005 gon <Auto Uit:> Bepaalt het gedrag van het instrument bij uitschakelen. Zet aan Het instrument wordt na 20 minuten uitgeschakeld bij inactiviteit, bijvoorbeeld als er geen toetsen worden...
Pagina 69
Veld Optie Omschrijving METEN Start afstand en hoekmetingen zonder de meet- waarden op te slaan in bepaalde programma's. Meet- waarden kunnen niet worden opgeslagen. Beschrijving van de velden voor het display configuratie scherm Veld Optie Omschrijving <Contrast:> Van 10% tot Stelt het contrastniveau voor het display meteen 100% <Scherm...
Pagina 70
Builder, Configuratie Modus Veld Optie Omschrijving Dec.deg Decimale graden: mogelijke hoekwaardes: 0° tot 359.999°''' Gon: mogelijke hoekwaardes: 0 gon tot 399,999 gon Mil: mogelijke hoekwaardes: 0 tot 6399,99mil De instelling van de hoekeenheid kan op elk moment worden gewijzigd. De actuele waardes worden geconverteerd, in over- eenstemming met de ingestelde eenheid.
Pagina 71
Veld Optie Omschrijving Standaard of 0° 00' 05" voor <Hoekeenheid: ° ' ''>. Precies (alleen 0,001 voor <Hoekeenheid: Gon> en <Hoekeenheid: 9" modellen) Dec.deg>. 0,05 voor <Hoekeenheid: Mil>. Simpel of Stan- 0° 00' 10" voor <Hoekeenheid: ° ' ''>. daard (alleen 9" 0,005 voor <Hoekeenheid: Gon>...
Pagina 72
Builder, Configuratie Modus Veld Optie Omschrijving <Taal- Als er twee of meer talen op het instrument keuze:> worden geladen, dan kan direct na inschakelen van het instrument een dialoogscherm worden getoond om een taal te kiezen. De taal dialoog wordt als opstartscherm gebruikt. De taal dialoog wordt niet als opstartscherm gebruikt.
Pagina 73
Communicatieparameters Omschrijving Gegevens kunnen worden opgeslagen in het interne geheugen of op een extern apparaat, zoals een PDA, veldboek of PC via de RS232 interface, de mini USB poort of via Bluetooth. De beschikbare opties zijn afhankelijk van het model Builder. Voor de gegevensuitwisseling tussen instrument en een extern apparaat moeten de communicatieparameters van het gewenste communicatietype worden ingesteld.
Pagina 74
Builder, Configuratie Modus Veld Optie Omschrijving Data Output RS232 De data wordt opgeslagen via de seriële inter- face. Hiervoor moet een opslagapparaat zijn aangesloten aan de seriële interface. Int. Mem. Alle data wordt opgeslagen in het interne geheugen. De data wordt opgeslagen via de mini USB interface.
Pagina 75
Veld Optie Omschrijving Baudrate 2400, 4800, De snelheid van de gegevens overdracht 9600, of 19200, tussen instrument en extern apparaat in bits 38400 (Builder per seconde. 200 of hoger), 57600 (Builder 300 of hoger) en 115200 (alleen Builder 400 en 500) Databits Aantal bits in een blok digitale gegevens.
Pagina 76
Builder, Configuratie Modus Veld Optie Omschrijving Stopbits Aantal bits aan het einde van elk blok digitale gegevens. Bluetooth Stel de Bluetooth PIN-code in met 4 cijfers. 0000 is de standaardinstelling. Standaard RS232 Standaard RS232 wordt standaard ondersteund. Veld Optie Baudrate •...
Pagina 77
Communicatie 1. Controleer of de CONFIG modus actief is. parameters 2. Druk op COM om de communicatieparameterinstellingen op te roepen. instellen, stap voor 3. Druk op om het gewenste veld te selecteren. stap 4. Druk op om door de mogelijkheden te bladeren en de gewenste keuze te selecteren.
Pagina 78
Builder, Configuratie Modus Hoe Instellingen te Maken Hoe een instelling 1. Controleer of de CONFIG modus actief is. maken vanuit een 2. Druk op om het gewenste veld te selecteren. keuzelijst, stap voor stap 3. Druk op om de keuzelijst op te roepen. 4.
Pagina 79
Pin Bezetting Poort op het Illustratie Naam Omschrijving Richting instrument PWR_IN Voeding ingang: + 12 V nominaal (11 - 16 V) Niet gebruikt Signaal aarde RS232, ontvangen RS232, b c d verzenden Builder, Configuratie Modus...
Pagina 80
Builder, Theodoliet modus Theodoliet modus Overzicht Beschrijving De THEO modus wordt gebruikt voor: • het inspelen van het instrument met het elektronische doosniveau en het instellen van de intensiteit van het laserlood • het aflezen van de huidige horizontale en verticale hoek •...
Pagina 81
Oproepen Oproepen, stap 1. Schakel het instrument in door indrukken van de toets. voor stap 2. Speel het instrument in. Zie hoofdstuk "5.2 Instrument opstellen" voor verdere informatie. 3. Druk op totdat de THEO modus wordt geactiveerd. Voorbeeld van een theodoliet scherm Hz VAST Om een willekeurige hori-...
Pagina 82
Builder, Theodoliet modus Veld Beschrijving Dankzij de dubbelassige compensator kan de Builder de horizontale hoekaflezing corrigeren. Hierdoor kan bij verdraaien van alleen de verticale hoek ook de horizontale hoek veranderen. De verandering in <Hz:> is het gevolg van de compensatie voor de schuinstand van de verticale as.
Pagina 83
Hoe de Horizontale Rand op 0,000 Zetten De Horizontale 1. Controleer of de THEO modus actief is. Rand op 0,000 2. Draai de telescoop en richt op het gewenste richtpunt. Zetten, stap voor 3. Druk op Hz = 0. stap 4.
Pagina 84
Builder, Theodoliet modus Hoe een Willekeurige Horizontale Rand Instellen Een Willekeurige 1. Controleer of de THEO modus actief is. Horizontale Rand 2. Draai de telescoop naar de gewenste horizontale hoek. Instellen, stap voor 3. Druk op Hz Vast. stap 4. Draai de telescoop en richt op een richtpunt. 5.
Pagina 85
Snel Instellen van de Meetrichting voor Horizontale hoek en Verticale hoek Snel Instellen van 1. Controleer of de THEO modus actief is. de meetrichting 2. Druk op om de horizontale hoek in te stellen op "meetrichting rechtsom" of voor horizontale druk op om de horizontale hoek in te stellen op "meetrichting linksom".
Pagina 86
Builder, Programmamodus, voor Builder 200 of hoger Programmamodus, voor Builder 200 of hoger Overzicht Beschrijving De PROG modus wordt gebruikt voor: • afstandsmetingen • standplaats setup • werken met applicatieprogramma's Beschrijvingen zijn van toepassing op Builder 200 of hoger. Beschikbare opties zijn afhankelijk van het model.
Pagina 87
Oproepen Oproepen, stap 1. Schakel het instrument in door indrukken van de toets. voor stap 2. Speel het instrument in. Zie hoofdstuk "5.2 Instrument opstellen" voor verdere informatie. 3. Druk op totdat de PROG modus wordt geactiveerd. APPL Om het menu: Applicatiepro- Voorbeeld van een gramma's te starten.
Pagina 88
Builder, Programmamodus, voor Builder 200 of hoger Puntzoeken Beschrijving Puntzoeken is een algemene functie, die wordt gebruikt door toepassingen en setup, bijvoorbeeld om intern opgeslagen gemeten of bekende punten te vinden. Beschrijvingen zijn van toepassing op Builder 300 of hoger. Beschikbare opties zijn afhankelijk van het model.
Pagina 89
Voorbeeld van een Puntzoeken scherm WISSEN Om het laatste teken te wissen. Om de puntenlijst op te roepen. ABC1 Om te wisselen tussen nume- rieke en alfanumerieke invoer. Veld Beschrijving <Zoek ID:> Voer het punt, dat moet worden opgezocht. Het middelste data punt komt het beste overeen met de ingevoerde informatie.
Pagina 90
Builder, Programmamodus, voor Builder 200 of hoger Zoeken met Wild- In plaats van een bepaald puntnummer kan ook een wildcard voorgesteld door een * card worden gebruikt als Zoeknummer. De onderstaande opties zijn beschikbaar: • *5 selecteert een lijst met puntnummers, die eindigen op 5, bijvoorbeeld 15, 25, 1375 ...
Pagina 91
Meten en Opslaan Mogelijkheden De Meet en Opslaan functie kan op drie verschillende manieren worden gebruikt: • Meten en opslaan in een stap (ALL-in-1) • Combinatie van de functies METEN en OPSLAAN • Gebruik alleen METEN Meten en opslaan 1. Controleer of de PROG modus actief is. in een handeling 2.
Pagina 92
Builder, Programmamodus, voor Builder 200 of hoger Combineren METEN De toetscombinatie METEN en OPSLAAN kan worden gebruikt om punten te meten, en OPSLAAN, stap die niet met het prisma kunnen worden bereikt, bijvoorbeeld hoeken van gebouwen. voor stap 1. Controleer of de PROG modus actief is. 2.
Pagina 93
Alleen METEN stap 1. Controleer of de PROG modus actief is. voor stap 2. Let op, dat <Meten&Opslaan: METEN> staat ingesteld. Zie hoofdstuk "6 Configuratie Modus" voor verdere informatie hoe deze instelling te maken. 3. Plaats het prisma op het meetpunt. 4.
Pagina 94
Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger Overzicht Beschrijving Het programma: Setup kan worden gebruikt om het instrument op te stellen en te oriënteren. Er zijn drie setup opties met verschillende setup methodes beschikbaar: •...
Pagina 95
Setup Optie Setup Methode Beschrijving Vrije positie Om het instrument op te stellen op een onbekend punt en te oriënteren door hoek en afstand te meten naar maximaal vijf bekende richtpunten. Hoogte Overbrengen Om de hoogte van de positie van het instru- hoogte ment te bepalen door middel van metingen naar maximaal vijf punten met bekende...
Pagina 96
Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger Setup Optie 1: Bepaal Basislijn 9.2.1 Algemeen Beschrijving De Setup Optie Basislijn wordt gebruikt om het instrument ten opzichte van een basislijn op te stellen. Alle verdere meetpunten en uitzetpunten zijn ten opzichte van de basislijn.
Pagina 97
9.2.2 Bepaal Basislijn - Boven 1 Punt Beschrijving De Setup Methode Basislijn - Boven 1 Punt wordt gebruikt om de standplaats coördinaten in te stellen op X = 0,000, Y =0,000, Z =0,000 en de oriëntering op 0,000. Illustratie Hz = 0.000 Standplaats Richtpunt Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 98
Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger 9.2.3 Bepaal Basislijn - Vrije positie Beschrijving De Setup Methode Bepaal Basislijn - Vrije positie wordt gebruikt om het instru- ment langs een basislijn op te stellen. De coördinaten van het beginpunt worden ingesteld op X = 0,000, Y =0,000 en Z...
Pagina 99
Lijn Verplaatsten In de Setup Methode Bepalen Basislijn - Overal kan het beginpunt van de lijn Beginpunt worden verplaatst om een ander nulpunt voor het lokale stelsel te gebruiken. Als de ingevoerde voetmaat een positieve waarde heeft, dan verplaatst het startpunt zich vooruit, anders verplaatst het zich achteruit.
Pagina 100
Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger Voorbeeld van een dialoog voor het Set=0 Om de voetmaat of loodlijn- verschuiven van waardes op nul te zetten. het beginpunt van Om de ingevoerde/gemeten de lijn voetmaat of loodlijnwaardes te accepteren. METEN Om een nieuw nulpunt voor het lokale stelsel te meten.
Pagina 101
Setup Optie 2: Bepaal Coördinaten 9.3.1 Algemeen Beschrijving De Setup Optie Coördinaten wordt gebruikt om het instrument op te stellen ten opzichte van een lokaal of landelijk coördinatensysteem. Alle verdere meetpunten en uitzetpunten zijn ten opzichte van dit coördinatensysteem. Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 102
Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger 9.3.2 Bepaal Coördinaten - Boven Bekend Punt Beschrijving De Setup Methode Bepaal Coördinaten - Boven Bekend Punt wordt gebruikt om het instrument op te stellen op een bekend punt en te oriënteren naar een bekend argument of naar maximaal vijf bekende richtpunten.
Pagina 103
Voorbeeld van een resultaten scherm OPNIEUW Om gebruikte verklikpunten te wissen of opnieuw te meten. Om de berekende/gemeten waardes te accepteren. Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 104
Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger 9.3.3 Bepaal Coördinaten - Vrije Positie Beschrijving De Setup methode Bepaal Coördinaten - Vrije Positie wordt gebruikt om het instrument op te stellen op een onbekend punt en de oriëntering te bepalen door het meten van hoeken en afstanden naar minimaal twee bekende richtpunten en maxi- maal vijf richtpunten.
Pagina 105
Voorbeeld van een resultaten scherm OPNIEUW Om gebruikte richtpunten te wissen of opnieuw te meten. Om de berekende/gemeten waardes te accepteren. Om te wisselen naar het hoogte resultaten scherm. Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 106
Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger Setup Optie 3: Bepaal Hoogte 9.4.1 Algemeen Beschrijving De Setup Optie Bepaal Hoogte wordt gebruikt om de standplaatshoogte, instru- menthoogte en prismahoogte in te voeren. Alle verdere meetpunten en uitzetpunten zijn ten opzichte van de ingevoerde gegevens. Invoer standplaats- 1.
Pagina 107
9.4.2 Overbrengen hoogte Beschrijving De Setup Methode Hoogte Overbrengen wordt gebruikt om de hoogte van de positie van het instrument te bepalen vanuit een meting naar maximaal vijf richt- punten met een bekende hoogte. Illustratie Standplaats Eerste punt met bekende hoogte Tweede punt met bekende hoogte...
Pagina 108
Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger Voorbeeld van een resultaten scherm OPNIEUW Om gebruikte punten te wissen of opnieuw te meten. Om de berekende/gemeten waardes te accepteren.
Pagina 109
Builder, Standplaats Setup, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 110
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger 10.1 Overzicht Beschrijving Applicatieprogramma's zijn voorgedefinieerde programma's, die een breed spectrum van landmeetkundige taken beslaan en het dagelijkse werk in het veld ondersteunen. Er zijn tot negen verschillende applicatieprogramma's beschikbaar. Beschrijving van de Applicatieprogramma Beschrijving...
Pagina 111
Applicatieprogramma Beschrijving Oppervlakte & Volume Om de oppervlakte en omtrek van een horizontaal of hellend vlak te bepalen eventueel in combinatie met de inhoud op basis van een constante hoogte. Tevens om het volume te berekenen van een onregelma- tige oppervlakte zoals een heuvel, gronddepot of afgra- ving.
Pagina 112
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger 10.2 Uitzetten Beschrijving Het applicatieprogramma Uitzetten wordt gebruikt om piketten in het veld te plaatsen op vooraf vastgestelde punten. Deze vooraf vastgestelde punten zijn de uitzetpunten. De uitzetpunten worden bepaald door voetmaten en loodlijnmaten of X, Y en Z in te voeren, afhankelijk van de opstelmethode.
Pagina 113
APPL Om het menu: Applicatie- Voorbeeld van een programma's te starten. Uitzet programma- METEN Om uitzetverschillen te scherm meten en weer te geven. Om Trackingmodus in of uit te schakelen door circa 5 seconden ingedrukt houden. SETUP Om het menu: Standplaats te starten.
Pagina 114
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Veld Beschrijving <X:> Beschikbaar voor opstelmethodes op basis van Coördinaten. X coördinaat van het uitzetpunt. <Y:> Beschikbaar voor opstelmethodes op basis van Coördinaten. Y coördinaat van het uitzetpunt. <Z:> Hoogte (Z coördinaat) van het uitzetpunt. Elementen van de In applicatieprogramma Uitzetten geeft een grafisch scherm aanwijzingen om het grafische weergave...
Pagina 115
10.3 Meten Beschrijving Het applicatieprogramma Meten wordt gebruikt om een ongelimiteerde hoeveelheid punten te meten. Het programma toont voetmaat en loodlijn waardes of X, Y en Z coördinaten afhankelijk van de gebruikte opstelmethode. De getoonde grafische en beschikbare numerieke waardes zijn afhankelijk van de Voorbeeld van een gebruikte opstelmethode.
Pagina 116
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Veld Beschrijving <Pt:> Het puntnummer voor het gemeten punt. Beschikbaar voor Builder 300 of hoger. <VtMt:> Beschikbaar voor opstelmethodes op basis van een Basislijn. Voetmaat vanaf het beginpunt van de basislijn en in de richting van het tweede punt op de basislijn.
Pagina 117
Illustratie Standplaats Basislijn beginpunt Tweede punt op basislijn Gemeten punt Voetmaat Loodlijn Elementen van de In applicatieprogramma Controlemeting toont een grafische weergave de positie grafische weergave van de standplaats, de gebruikte controlepunten, het prisma en de laatste 50 gemeten punten. Element Beschrijving Element...
Pagina 118
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger 10.4 Richting & Afstand Beschrijving Het applicatieprogramma Richting & Afstand wordt gebruikt om een ongelimi- teerde hoeveelheid punten te meten. Het programma toont de horizontale hoek, horizontale afstand en hoogte. De getoonde grafische en beschikbare numerieke waardes zijn afhankelijk Voorbeeld van een Richting &...
Pagina 119
Veld Beschrijving <Pt:> Het puntnummer voor het gemeten punt. Beschikbaar voor Builder 300 of hoger. <Hz:> De huidige horizontale hoek. De gemeten horizontale afstand naar het richtpunt. <Z:> Hoogte (Z coördinaat) van het gemeten punt. Elementen van de Zie hoofdstuk "10.3 Meten" voor verdere informatie. grafische weergave Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 120
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger 10.5 Spanmaat Beschrijving Het applicatieprogramma Spanmaat wordt gebruikt om horizontale afstand, hoog- teverschil en helling tussen twee richtpunten te bepalen. De richtpunten moeten worden gemeten. De gebruiker kan uit twee verschillende methoden kiezen: •...
Pagina 121
Illustratie Ster (P1-P2, P1-P3); Standplaats Richtpunt Richtpunt Richtpunt Richtpunt Afstand tussen P1 en P2 Afstand tussen P1 en P3 Afstand tussen P1 en P4 Voorbeeld van een Spanmaat resul- taten scherm Om verdere punten te meten. Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 122
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Veld Beschrijving <Van:> Het puntnummer voor het eerste gemeten punt. Beschikbaar voor Builder 300 of hoger. <Naar:> Het puntnummer voor het tweede gemeten punt. Beschikbaar voor Builder 300 of hoger. Berekende horizontale afstand tussen de gemeten punten. Berekende hoogteverschil tussen de gemeten punten.
Pagina 123
10.6 Oppervlakte en volumes Beschrijving Het applicatieprogramma Oppervlakte met methodes 'vlak' en 'helling' wordt gebruikt om de oppervlakte te bepalen van terreinen met max. 50 omtrekpunten met elkaar verbonden door rechte lijnen. Voorts kan een inhoud met een constante hoogte worden berekend. De berekende oppervlakte wordt geprojecteerd op het horizontale vlak of geprojec- teerd op een hellend referentievlak afhankelijk van de gekozen methode.
Pagina 124
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger 10.6.1 Oppervlakteprogramma Beschrijving De omtrekpunten moeten op volgorde worden gemeten, linksom of rechtsom. Standplaats Beginpunt Richtpunt Richtpunt Richtpunt De oppervlakte wordt berekend en getoond, zodra drie punten zijn gemeten.
Pagina 125
Voorbeeld van een Oppervlakte Resul- taten scherm Om verdere punten te meten. VOLUME Om een inhoud met constante hoogte te bepalen. Veld Beschrijving <NoPt:> Aantal gemeten punten. <Opp.:> Berekende oppervlakte. <Omtr:> Berekende omtrek. Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 126
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Standplaats Schema: Opper- Beginpunt vlakteprogramma Richtpunt Richtpunt Richtpunt Constante hoogte Omtrek (helling) van het hellende vlak over alle huidige gemeten punten Oppervlakte (helling) is altijd gesloten naar het beginpunt P1 en geprojecteerd op het hellende refe- rentievlak.
Pagina 127
10.6.2 Volumes programma Beschrijving De omtrekpunten op de buitenste begrenzing moeten op volgorde worden gemeten, linksom of rechtsom. Hetzelfde geldt voor de binnenste begrenzing. Om verdere punten te meten. BREUKL. Om te starten met het meten van de binnenste begrenzing. Veld Beschrijving <NoPt:>...
Pagina 128
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger 10.7 Verborgen Punt (optioneel) Beschrijving Het applicatieprogramma Verborgen Punt maakt metingen mogelijk naar punten, die niet direct zichtbaar zijn. De punten kunnen worden bepaald via een prismastok of door het ingeven van de excentriciteit in de afstand en een dwarsmaat. De gebruiker kan uit twee verschillende methoden kiezen: •...
Pagina 129
Illustratie Prisma- stok a) Verborgen Punt b) Prismastoklengte c) Eerste prisma d) Tweede prisma Illustratie Excentri- citeit (voorbeeld) Standplaats Prisma Verborgen punt Afstandmaat Dwarsmaat Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 130
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Voorbeeld van resultaatscherm van Verborgen Punt Om het volgende verborgen punt te meten. Veld Beschrijving <RL=Stoklengte:> Lengte van de gebruikte prismastok. <Langsmaat:> Afstandcorrectie vanaf het prisma in de richting naar het instrument. <Dwarsmaat:> Dwarscorrectie vanaf het verborgen punt naar de lijn van instrument naar prisma.
Pagina 131
Elementen van de In applicatieprogramma Verborgen Punt toont een grafische weergave de positie van grafische weergave de standplaats, het prisma en het verborgen punt. Element Beschrijving Standplaats Lijn instrument-prisma Prisma/eerste gemeten richtmerk op de meetstok Verborgen Punt Noord Basislijn Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 132
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger 10.8 COGO (optioneel) Beschrijving Het applicatieprogramma COGO is een applicatieprogramma om coördinaten geometrie berekeningen uit te voeren, zoals: • Coördinaten van punten • Richtingen tussen punten • Afstanden tussen punten De COGO rekenmethodes zijn: •...
Pagina 133
Illustratie Snij- Twee cirkels/stralen (2 afstanden) punten Bekend Eerste bekende punt Tweede bekende punt Straal, als bepaald door de afstand van P1 naar P3 of P4 Straal, als bepaald door de afstand van P2 naar P3 of P4 Onbekend Eerste COGO punt Tweede COGO punt Richting &...
Pagina 134
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Twee lijnen Bekend Eerste bekende punt op lijn 1 Tweede bekende punt op lijn 1 Eerste bekende punt op lijn 2 Tweede bekende punt op lijn 2 Lijn 1 Lijn 2 Onbekend COGO punt Twee richtingen Bekend Eerste bekende punt...
Pagina 135
Illustratie Lijn De Lijn Extensie routine berekent punten tov. een meetlijn. verlengen/ verkorten Bekend Meetlijn beginpunt (Basispunt) Meetlijn eindpunt ΔL Afstand vanaf het eindpunt Onbekend Berekende punt Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 136
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Illustratie Loodlijn Loodlijn neerlaten Lijn (Afstand Dwarsmaat) neerlaten Lijn&Vlak Bekend Meetlijn beginpunt Meetlijn eindpunt Excentrische punt (Lood Pt.) Onbekend Voetpunt Voetmaat Loodlijn Loodlijn neerlaten Vlak (Vlak Dwarsmaat) Bekend Punt 1 dat het vlak bepaalt Punt 2 dat het vlak bepaalt Punt 3 dat het vlak bepaalt Excentrische punt (Lood Pt.)
Pagina 137
Loodlijn oprichten Bekend Meetlijn beginpunt Meetlijn eindpunt Voetmaat Loodlijn Onbekend Excentrische punt Illustratie Hoeken, Hoeken en afstanden (Coord & Ri+Afst) afstanden & coör- dinaten Bekend Eerste bekende punt Tweede bekende punt Onbekend Horizontale afstand tussen P1 en Hoogteverschil tussen P1 en P2 α...
Pagina 138
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Coördinaten (Richt.+Astd.--XY) Bekend Bekende punt α Richting van P1 naar P2 Horizontale afstand tussen P1 en Positieve dwarsmaat is naar rechts Negatieve dwarsmaat is naar links Onbekend COGO punt zonder excentriciteit COGO punt met positieve excentri- citeit COGO punt met negatieve excentri- citeit...
Pagina 139
Voorbeeld van een COGO Resultaten- scherm UITZET Om nieuwe COGO punten uit te zetten. Om het volgende punt te berekenen. Zie ook de toepassingen hiervoor. Veld Beschrijving <Richting:> Richting tussen twee punten. <Afst.:> Afstand tussen twee punten. <VtMt:> Afstand langs de meetlijn vanaf het startpunt. <Ldln:>...
Pagina 140
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Veld Beschrijving <X:> X-coördinaat van het nieuwe COGO punt. <Y:> Y-coördinaat van het nieuwe COGO punt. <Z:> Hoogte van het nieuwe COGO punt. Elementen van de In applicatieprogramma COGO toont een grafische weergave de positie van de stand- grafische weergave plaats, de gebruikte bekende punten, richtingen, afstanden en het nieuwe berekende punt.
Pagina 141
10.9 Uitzetten Lijn/Boog/Spiraal (optioneel) Beschrijving Het applicatieprogramma Uitzetten Lijn/Boog/Spiraal maakt het eenvoudig om lijnen, bouwramen, bogen, segmenten and spiralen uit te zetten of te controleren. Buiten het gebruikelijke uitzetten van deze elementen, kan met deze toepassing ook worden uitgezet en gecontroleerd ten opzichte van een wegalignement. ...
Pagina 142
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Startpunt van de boog Illustratie Boog Eindpunt van de boog Middelpunt van de cirkel Straal van de boog Richting Voetmaat Loodlijn Punt om uit te zetten of te contro- leren Boog draait rechtsom ACW Boog draait linksom...
Pagina 143
Illustratie Spiraal A = R x L Startpunt van de spiraal Eindpunt van de spiraal Straal Lengte Spiraal parameter Spiraal draait rechtsom ACW Spiraal draait linksom Punt om uit te zetten of te contro- leren Voetmaat Loodlijn Spiraal richting (naar binnen/buiten) Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 144
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Illustratie Weg d = 155.000 Lijn d = 132.000 Spiraal Boog d = 122.000 Straal Dwarsmaat links d = 112.000 Dwarsmaat rechts Interval Gedefinieerde metrering d = 102.000 Er kan slechts met een element worden gewerkt (Lijn of Boog of Spiraal).
Pagina 145
Voorbeeld van APPL Om het menu: Applicatie- resultaatscherm programma's te starten. van Uitzetten M&O Om afstanden te meten, Lijn/Boog/Spiraal weer te geven en meetre- sultaten op te slaan. Om de laserspot in of uit te scha- kelen door circa 5 seconden ingedrukt houden (behalve Builder 400).
Pagina 146
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Veld Beschrijving Berekende hoogteverschil tussen startpunt van het element en het gemeten punt. Elementen van de In applicatieprogramma Uitzetten Lijn/Boog/Spiraal toont het grafische scherm de grafische weergave positie van de standplaats, het referentie-element met de definities, het prisma en de laatste 50 gemeten punten.
Pagina 147
10.10 Meten & Omschrijvng Beschrijving In het programma Meten & Omschrijvng is het mogelijk om aan elk gemeten punt een code toe te kennen. Tevens worden schuine en horizontale afstand en hoogte- verschillen weergegeven. Het applicatieprogramma Meten & Omschrijvng is alleen beschikbaar voor de Builder 400 en 500.
Pagina 148
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger Veld Beschrijving <Pt:> Het puntnummer voor het gemeten punt. <Omsch.:> Invoer van de code. De gemeten schuine afstand naar het richtpunt. De horizontale afstand naar het richtpunt. Het hoogteverschil naar het richtpunt.
Pagina 149
Builder, Applicatieprogramma's, voor Builder 200 of hoger...
Pagina 150
Builder, Gegevensbeheer modus, voor Builder 300 of hoger Gegevensbeheer modus, voor Builder 300 of hoger 11.1 Overzicht Beschrijving De DATA modus wordt gebruikt voor: • in het veld aanmaken, bekijken en wijzigen van gegevens • gegevensuitwisseling via de USB stick ...
Pagina 151
11.2 Oproepen Oproepen, stap 1. Schakel het instrument in door indrukken van de toets. voor stap 2. Speel het instrument in. Zie hoofdstuk "5.2 Instrument opstellen" voor verdere informatie. 3. Druk op totdat de DATA modus is geactiveerd. Voorbeeld van een gegevensbeheer scherm IMP/EXP...
Pagina 152
Builder, Gegevensbeheer modus, voor Builder 300 of hoger Veld Beschrijving <Pt:> Het actieve puntnummer. <X:> X coördinaat <Y:> Y coördinaat <Z:> Hoogte...
Pagina 153
11.3 Projecten (Jobs) Beschrijving Projecten zijn een samenvatting van verschillende soorten gegevens, bijvoorbeeld bekende punten, metingen, resultaten, etc. De projectdefinitie bestaat uit het invoeren van de projectnaam, meetploeg en beschrijving. Het systeem noteert tevens de datum en tijd van aanmaak. Actieve project Het actieve project wordt gebruikt om gegevens in op te slaan.
Pagina 154
Builder, Gegevensbeheer modus, voor Builder 300 of hoger Bekijk en selecteer 1. Controleer of de DATA modus actief is. een project, stap 2. Druk op JOB om het projectbeheer op te roepen. voor stap 3. Druk op om door de projecten te bladeren en een project te selecteren. 4.
Pagina 155
11.4 Bekende punten Beschrijving Bekende punten bevatten tenminste een puntnummer, X coördinaat en Y coördinaat of hoogte. Bekende punten kunnen worden • aangemaakt, bekeken en gewist • overgebracht naar een PC voor verdere verwerking • geladen, bijvoorbeeld voor uitzetten Aanmaken van een 1.
Pagina 156
Builder, Gegevensbeheer modus, voor Builder 300 of hoger Bekijk een vast 1. Controleer of de DATA modus actief is. punt, stap voor 2. Druk op om <Type:> Bekend Punt in te stellen. stap om naar regel <Pt:> te gaan. 3. Druk vervolgens op 4.
Pagina 157
11.5 Metingen Beschrijving Meetgegevens bestaan tenminste uit horizontale hoek, verticale hoek, horizontale Afstand, schuine afstand, hoogteverschil, datum, tijd en indien van toepassing, voet- maat, loodlijn, X coördinaat, Y coördinaat en hoogte/ Z coördinaat. Meetgegevens kunnen worden: • bekeken • gewist •...
Pagina 158
Builder, Gegevensbeheer modus, voor Builder 300 of hoger Wis een meting, 1. Controleer of de DATA modus actief is. stap voor stap 2. Druk op om <Type:> Meting in te stellen. om naar regel <Pt:> te gaan. 3. Druk vervolgens op 4.
Pagina 159
11.6 Resultaat Beschrijving Resultaat gegevens bevatten een resultaat puntnummer en de verschillende waardes afhankelijk van de toepassing. De toepassingen van waaruit deze resultaat gegevens kunnen worden weergegeven zijn Oppervlakte en Spanmaat. Resultaat gegevens kunnen worden: • bekeken • overgebracht naar een PC voor verdere verwerking Bekijk een resul- 1.
Pagina 160
Builder, Gegevensbeheer modus, voor Builder 300 of hoger 11.7 Gegevensuitwisseling Beschrijving Gebruik voor gegevens uitwisseling: • Construction Data Manager Eenvoudig te gebruiken kantoorsoftware, die de uitwisseling ondersteunt van Leica TPS gegevens met PC's via kabel, USB stick of Bluetooth, met behulp van een Windows®...
Pagina 161
Voorbeeld van een exportscherm Om de instellingen te accepteren. Veld Optie Beschrijving <Uitwisse- Exporteren Exportscherm staat als standaard inge- lings mode:> steld. Importeren Om te wisselen naar het Importscherm. <Data Metingen Er worden alleen metingen geëxpor- Type:> teerd. Meet-&Bekende pt Metingen en bekende punten zullen worden geëxporteerd.
Pagina 162
Builder, Gegevensbeheer modus, voor Builder 300 of hoger Veld Optie Beschrijving <Job:> Selecteer het gewenste project, het laatst gebruikte project staat stan- daard geselecteerd. De naam van het nieuwe GSI bestand wordt automatisch aangemaakt volgens de naam van het geselecteerde project! Het bestand wordt opgeslagen in map Data op de USB stick! Voorbeeld van een exportscherm...
Pagina 163
Veld Optie Beschrijving <Uitwisse- Exporteren Om te wisselen naar het Exportscherm. lings mode:> Importeren Importscherm. <GSI Selecteer het bestand uit de lijst met bestand:> beschikbare GSI bestanden in de Data map op de USB stick. <Naar Job:> Selecteer het gewenste project, het laatst gebruikte project staat stan- daard geselecteerd.
Pagina 164
Builder, EDM Instellingen EDM Instellingen 12.1 Beschrijving Met het instrument zijn verschillende instellingen beschikbaar voor metingen met Rode Spot (zonder reflectors) en Prisma (met reflectors). De LED op het toetsenbord geeft aan welk type is geselecteerd. Afhankelijk van het geselecteerde type is de keuze voor prisma types verschillend.
Pagina 165
4. Accepteer met OK. Voorbeeld van EDM instellingen scherm Om de instellingen te accepteren. BEREIK Om gelimiteerde afstand- metingen uit te schakelen. Toets verdwijnt na gebruikt. Veld Optie Beschrijving <EDM Type:> Prisma Fijn metingtype voor nauwkeurige metingen met prisma's. Roodpunt Voor afstandmetingen zonder prisma's.
Pagina 166
Builder, EDM Instellingen Veld Optie Beschrijving <prismatype:> TrueZero CPR111 Builder prisma, echte-nul constante JpMini Verschuifbaar Miniprisma Mini Leica Miniprisma Rond Standaard Leica prisma Plat prisma CPR105 Plat Prisma Tape Reflecterende tape User Gebruiker kan zelf prisma's definiëren. <Prisma Const.:> Invoer van een specifieke prismaconstante in [mm].
Pagina 167
12.2 Beschrijving Met deze optie kan een schaalfactor worden ingevoerd. Gemeten waardes en coör- dinaten worden gecorrigeerd met de PPM parameter. Beschrijvingen zijn alleen van toepassing op de Builder 400 en 500. Oproepen, stap 1. Controleer of EDM instellingen actief is. voor stap 2.
Pagina 168
Builder, EDM Instellingen Voorbeeld van PPM scherm PPM=0 Om de PPM parameter op nul te stellen. Om de parameter te accep- teren. Veld Beschrijving <Schaal factor:> Berekende schaalfactor. <Schaal ppm:> Invoer van de PPM waarde om de schaalfactor te berekenen.
Pagina 169
Atmosferische Atmosferische correctie in ppm met °C, mb, H (meter) bij 60% relatieve vochtigheid correctie °C 550 mb 1000 1050 mb 50°C 50°C 40°C 40°C 30°C 30°C 20°C 20°C 10°C 10°C 0°C 0°C -10°C -10°C -20°C -20°C 550 mb 1000 1050 mb 5000 m 4500 4000 3500...
Pagina 170
Builder, EDM Instellingen Atmosferische Atmosferische correctie in ppm met °F, inch Hg, H (ft) bij 60% relatieve vochtigheid correctie °F 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 inch Hg 130°F 130°F 120°F 120°F...
Pagina 172
Builder, Systeeminfo en Instrumentbeveiliging Systeeminfo en Instrumentbeveiliging 13.1 Systeeminformatie Beschrijving De Systeem Info wordt gebruikt voor: • het controleren van systeem en software informatie • uitvoeren van de kalibratie van het instrument Beschrijving zijn algemeen van toepassing op all Builder modellen. Beschikbare opties zijn afhankelijk van het model.
Pagina 173
Voorbeeld van een systeem info CALIBR Om de kalibratieroutine op scherm te roepen. Zie hoofdstuk "14 Controleren & Justeren". Om de PIN-code instellingen op te roepen. SW Info Om de software informatie op te roepen. Veld Beschrijving <Batterij:> Resterend accuvermogen (bijvoorbeeld 80%). <Instr.Temp.:>...
Pagina 174
Builder, Systeeminfo en Instrumentbeveiliging Veld Beschrijving <Instr.Type:> Er kan een alternatief instrumenttype worden geselecteerd om de softwarefunctionaliteit te reduceren, bijvoorbeeld voor demonstratiedoeleinden. Voor de Builder 500 kunnen de instrumenttypen 400, 300, 200 en 100 worden geselecteerd als alternatief. Voor de Builder 400 kan het instrumenttype 100 worden geselecteerd als alternatief.
Pagina 175
13.2 Instrument Beveiliging (PIN) Beschrijving Het instrument kan worden beveiligd met een Persoonlijk Identificatie Nummer. Als de PIN beveiliging is geactiveerd, zal het instrument altijd vragen om de PIN code alvo- rens het kan worden opgestart. Zodra de PIN code is geactiveerd, is de toegang tot de PIN code instellingen beveiligd met de PIN code.
Pagina 176
Builder, Systeeminfo en Instrumentbeveiliging Deactiveren van de 1. Schakel het instrument in door indrukken van de toets. PIN code, stap voor 2. Controleer of de THEO modus actief is. stap 3. Druk gedurende circa 5 seconden op 4. Voer uw persoonlijke PIN in <PIN>:. 5.
Pagina 177
Veld Optie Beschrijving <Gebruik PIN:> Om de PIN-code te activeren. Om de PIN-code te deactiveren. <Nieuwe PIN:> Om uw persoonlijke PIN-code (max. 6 cijfers) in te voeren. Builder, Systeeminfo en Instrumentbeveiliging...
Pagina 178
Builder, Systeeminfo en Instrumentbeveiliging 13.3 Software laden Beschrijving Om applicatie programma's of extra talen op het instrument te laden het instrument verbinden met Leica’s Construction Data Manager via de seriële interface of USB kabel en laden met behulp van Tools - Software Upload. Zie de online help van de Construction Data Manager voor verdere informatie.
Pagina 179
Het laden van firm- 1. Het laden van firmware en talen: Selecteer Firmware..ware en talen stap Het Selecteer Bestand scherm zal verschijnen. voor stap Om alleen talen te laden: Selecteer Talen en ga naar stap 4. 2. Selecteer het firmwarebestand in de System map op de USB stick. Alle firmware en taalbestanden moeten in de System map worden gezet om ze op het instrument te kunnen laden.
Pagina 180
Builder, Systeeminfo en Instrumentbeveiliging 13.4 Onderhoudscontracten laden Beschrijving Om de functionaliteit van het instrument, applicaties en onderhoudscontracten volledig te ontsluiten zijn mogelijk licentiesleutels vereist. Op alle instrumenten kunnen licentiesleutels handmatig worden ingevoerd of geladen via Construction Data Manager. Voor instrumenten uitgerust met een Communication side cover kunnen licentiecodes ook worden ingeladen via een USB stick.
Pagina 181
Laden onderhouds- 1. Om de sleutels van onderhoudscontracten te laden: Selecteer in het Invoeren contracten stap licentiecode menu de methode Code Laden. voor stap De licentiesleutel moet in de System map worden gezet om deze op het instru- ment te kunnen laden. 2.
Pagina 182
Builder, Controleren & Justeren Controleren & Justeren 14.1 Overzicht Beschrijving Leica instrumenten worden vervaardigd, geassembleerd en gejusteerd met de hoogst mogelijke kwaliteit. Snelle temperatuurwisselingen, schokken of mechanische belas- ting kunnen afwijkingen veroorzaken en de nauwkeurigheid van het instrument verminderen. Daarom wordt aanbevolen het instrument regelmatig te controleren en te justeren. Dit kan in het veld worden gedaan door het uitvoeren van speciale meetprocedures.
Pagina 183
Mechanisch De onderstaande onderdelen van het instrument kunnen mechanisch worden geju- justeren steerd: • Doosniveau op instrument en stelschroevenblok; • Laserlood • Schroeven van statief • Zichtbare rode laserstraal voor Builder 200 of hoger. Uitsluitend door Leica Geosystems geautoriseerde werkplaatsen zijn bevoegd deze instrumenten te repareren.
Pagina 184
Builder, Controleren & Justeren 14.2 Voorbereidingen Alvorens met het bepalen van de instrumentfouten wordt begonnen, moet het instrument horizontaal worden gezet met behulp van het elektronische doosniveau. Het stelschroevenblok, het statief en de ondergrond moeten goed stabiel zijn en vrij van trillingen en andere invloeden. ...
Pagina 185
14.3 Gecombineerde Justering van Hz Collimatie (c), Verticale Index (i) en Compensator Index (l, t) Fouten Beschrijving De gecombineerde justeerprocedure bepaalt in een gang de onderstaande instru- mentfouten: Type Beschrijving Illustratie De Hz collimatiefout, wordt ook wel de vizierlijnfout genoemd. Deze wordt veroorzaakt door een afwijking tussen de optische vizierlijn, dat is de richting van de...
Pagina 186
Builder, Controleren & Justeren Type Beschrijving Illustratie Er is sprake van een verticale indexfout (i), als de 0° markering van de verticale rand niet over- eenkomt met de mechanische verticale as van het instrument. De verticale indexfout (i) is een constante fout die invloed heeft op alle verticale hoekaflezingen.
Pagina 187
Gecombineerde De onderstaande tabel verklaart de meest gebruikelijke instellingen. Zie het aange- justeerprocedure, geven hoofdstuk voor verdere informatie over de schermen. stap voor stap 1. Schakel het instrument in door indrukken van de toets. 2. Speel het instrument in. Zie hoofdstuk "5.2 Instrument opstellen" voor verdere informatie. 3.
Pagina 188
Builder, Controleren & Justeren Richt de telescoop nauwkeurig op een richt- punt op ongeveer 100 m afstand. Het richt- punt mag maximaal ongeveer ± 5° boven of 180° onder het horizontale vlak liggen. 180° 10. Druk op METEN om hetzelfde richtpunt nog eens te meten en de instrument- fouten te berekenen.
Pagina 189
Instellen Hz Veld Optie Veld Omschrijving correctie (c) <Hz-Correctie:> De horizontale hoeken worden gecorrigeerd voor de vizierlijn en als <Compensator: Aan> de transversale kiep-as fout. Horizontale hoeken worden niet gecorrigeerd. Na inschakelen van het instrument wordt de instelling automatisch terug- gezet naar <Hz-Correctie: Aan >.
Pagina 190
Builder, Controleren & Justeren 14.4 Justeren van het Doosniveau Op het instrument, stap voor stap 1. Stel vooraf het instrument waterpas volgens het elektronische doosniveau, aannemende, dat het elektronische doosniveau goed is gejusteerd. 2. De bel moet nu in het midden staan. Als deze buiten de cirkel staat, gebruik dan de meegeleverde inbussleutel om de bel te centreren met behulp van de justeerschroefjes.
Pagina 191
Op het stelschroe- venblok, stap voor stap 1. Stel vooraf het instrument waterpas volgens het elektronische doosniveau, aannemende, dat het elektronische doosniveau goed is gejusteerd. Zie hoofd- stuk "5.2 Instrument opstellen" voor verdere informatie. Neem het instrument nu van het stelschroevenblok. 2.
Pagina 192
Het laserlood bevindt zich in de verticale as van het instrument. Onder normale gebruiksomstandigheden hoeft de laser niet te worden gejusteerd. Als justeren toch noodzakelijk is vanwege externe invloeden, dan moet het instrument worden terug- gestuurd naar een door Leica Geosystems geautoriseerde service werkplaats.
Pagina 193
Inspectie van het laserlood, stap voor stap 360° Ø 2.5 mm / 1.5 m ≤ 3 mm / 1.5 m 1. Stel het instrument op een statief (1) op ongeveer 1,5 m boven de grond. 2. Schakel het instrument in door indrukken van de toets.
Pagina 194
6. Als het midden van de laserspot duidelijke een cirkelbeweging maakt, of verder van de eerdere markering beweegt dan 3 mm, dan kan justeren mogelijk nood- zakelijk zijn. Neem contact op met de dichtstbijzijnde Leica Geosystems geauto- riseerde service werkplaats.
Pagina 195
14.6 Controle van het statief Controle van het statief, stap voor stap De verbindingen moeten stevig vast zitten. 1. Zet de inbusschroeven vast met behulp van de met het statief meegeleverde inbussleutel. 2. Zet de scharnierverbindingen zodanig vast, dat de statiefbenen open blijven staan als het statief van de grond wordt getild .
Pagina 196
Builder, Controleren & Justeren 14.7 Inspectie van de rode laserstraal, voor Builder 200 of hoger Algemeen De rode laserstraal, die wordt gebruikt voor metingen zonder reflector, is coaxiaal gemonteerd op de vizierlijn van de telescoop en treedt uit via het objectief. Als het instrument goed is gejusteerd, dan zal de rode straal samenvallen met de optische vizierlijn.
Pagina 197
5. Als de spot binnen de binnenste gedrukte cirkel zit, dan is de laserstraal binnen de tolerantie. Als hij er buiten zit, dan dient het aanbeveling om de laserstraal te laten uitlijnen door een door Leica Geosystems geautoriseerde werkplaats. Builder, Controleren & Justeren...
Pagina 198
Builder, Controleren & Justeren 14.8 Justeren van de verticale lijn van de kruisdraad, voor Builder 100 Controle, stap voor stap 1. Richt op een willekeurig punt in het centrum van de kruisdraad. 2. Draai het instrument met de verticale aandrijving omhoog naar de rand van het zichtbare bereik.
Pagina 199
Justeren, stap voor stap 1. Als het punt zich niet langs de verticale lijn beweegt, verwijder dan de kap over de justeerschroefjes op het oculair. 2. Met behulp van het meegeleverde gereedschap alle vier de schroeven evenveel los draaien. 3. Draai de kruisdraad totdat de verticale lijn is uitgelijnd met het punt. 4.
Pagina 200
Verschepen Als het instrument per spoor, vliegtuig of schip wordt vervoerd, gebruik dan steeds de originele Leica Geosystems of gelijkwaardige verpakking om het te beschermen tegen schokken en trillingen. Verschepen, Als accu's worden verscheept of vervoerd, moet de beheerder van het instrument er...
Pagina 201
Justeren in het veld Inspecteer de veld kalibratieparameters, zoals vermeld in de handleiding, voordat u het instrument in gebruik neemt na transport. Builder, Verzorging en vervoer...
Pagina 202
Builder, Verzorging en vervoer 15.2 Opslag Instrument Bij opslag van uw uitrusting de temperatuurgrenswaarden in acht nemen, vooral in de zomer wanneer u uw uitrusting in uw auto bewaart. Zie hoofdstuk "18 Technische gegevens" voor informatie over temperatuurgrenswaarden. Justeren in het veld Inspecteer de veld kalibratieparameters, zoals vermeld in de handleiding, voordat u het instrument in gebruik neemt na een langere periode in opslag.
Pagina 203
• Voor Li-lon accu's • Accu's kunnen worden opgeslagen bij temperaturen tussen -40°C en +55°C / -40°F en +131°F, echter een opslagtemperatuurbereik van -20°C tot +30°C / -4°F tot +88°F in een droge omgeving wordt aangeraden om zelfontlading van de accu te minimaliseren. •...
Pagina 204
Builder, Verzorging en vervoer 15.3 Reinigen en Drogen Objectief, oculair • Blaas stof van lenzen en prisma's. en prisma's • Raak het glas nooit met de vingers aan. • Gebruik alleen een schone, zachte, pluisvrije doek om schoon te maken. Maak de doek zonodig vochtig met wat schoon water of zuivere alcohol.
Pagina 205
Kabels en Stekkers Houdt stekkers altijd schoon en droog. Vuil in de stekkers van de aansluitsnoeren eruit blazen. Builder, Verzorging en vervoer...
Pagina 206
Builder, Construction Data Manager Construction Data Manager 16.1 Overzicht Beschrijving Construction Data Manager is bedoeld voor de ondersteuning van het uitwisselen van informatie tussen de Leica Builder en de PC, met behulp van een Windows® programma. Het kan ook worden gebruikt voor het importeren en exporteren van gegevens, manipuleren van gegevens en het laden van firmware, talen en licentie- codes.
Pagina 207
Microsoft Active- Als u uw Windows 2000/XP PC via een USB kabel wilt aansluiten op uw Builder, dan Sync voor Micro- moet u eerst Microsoft ActiveSync 4.5 (of later) installeren. soft Windows U kunt deze vinden op de CD van het instrument in de submap Tools, ActiveSync of 2000/XP u kunt de laatste versie downloaden bij Microsoft vanaf onderstaande webpagina: http://www.microsoft.com/windowsmobile/en-us/help/synchronize/activesync-...
Pagina 208
Builder, Construction Data Manager Model COM instellingen Baudrate Pariteit Data bits Stop bits Builder 200 serie 38400 Geen Builder 300 serie 57600 Geen Builder 400 serie 115200 Geen Builder 500 serie 115200 Geen Gebruik de USB 1. Let op, dat u Microsoft ActiveSync (voor Windows XP) of Microsoft Windows kabelverbinding de Mobile Manager (voor Windows Vista) op uw PC hebt geïnstalleerd.
Pagina 209
6. In het venster Selecteer aantal Partnerschappen, selecteer Ja en klik op Volgende. 7. In de Synchronisatie-instellingen, klik op Volgende. 8. Bevestig het Setup Gereed scherm door te klikken op Gereed. De verbinding is correct tot stand gebracht als u een groen pictogram ziet met twee witte pijlen in the Microsoft Windows Systeemvak naast de klok.
Pagina 210
Builder, Veiligheidsvoorschriften Veiligheidsvoorschriften 17.1 Algemeen Beschrijving Deze aanwijzingen dienen om beheerders en gebruikers van het instrument in staat te stellen om tijdig op eventuele gebruiksgevaren in te spelen en zo mogelijk te vermijden. De beheerder moet er op toezien, dat alle gebruikers deze aanwijzingen begrijpen en opvolgen.
Pagina 211
Modificatie of aanpassing van het instrument. • Gebruik na ontvreemding. • Gebruik van instrumenten met duidelijk zichtbare schade of defecten. • Gebruik van accessoires van andere fabrikanten zonder de nadrukkelijke toestemming vooraf van Leica Geosystems. • Direct in de zon richten. Builder, Veiligheidsvoorschriften...
Pagina 212
Builder, Veiligheidsvoorschriften • Onvoldoende veiligheidsvoorzorgen op de werklocatie, bijvoorbeeld bij metingen op of langs wegen. • Opzettelijk verblinden van derden. • Besturen van machines, bewegende objecten of dergelijke monitoring applicaties zonder aanvullende beheer en veiligheidsvoorzieningen. Waarschuwing Bij ondeskundig gebruik bestaat gevaar voor letsel, het niet functioneren of het ontstaan van materiële schade.
Pagina 213
17.3 Beperkingen in het gebruik Omgeving Geschikt voor gebruik in atmosferen bestemd voor permanente menselijke bewoning; niet geschikt voor gebruik in een agressieve of explosieve omgeving. Gevaar Alvorens te gaan werken in een gevaarlijke explosieve omgeving, of vlak bij elektrische installaties of dergelijke situaties, moet de beheerder de plaatselijke veiligheidsauto- riteiten en experts raadplegen.
Pagina 214
Hij is bekend met de plaatselijke voorschriften met betrekking tot veiligheid en preventie van ongelukken. • Hij stelt Leica Geosystems er onmiddellijk van op de hoogte, zodra veiligheidsge- breken aan de uitrusting optreden. • Hij verzekert er zich van, dat aan nationale wetgeving, regels en voorwaarden voor het in werking hebben van de radiozenders wordt voldaan.
Pagina 215
training en inzet van het personeel, dat het product gebruikt en voor de veilige toepassing van de apparatuur. Builder, Veiligheidsvoorschriften...
Pagina 216
Builder, Veiligheidsvoorschriften 17.5 Gebruiksrisico's Waarschuwing Ontbrekende of onvolledige instructie kan leiden tot een onjuiste bediening of ondeskundig gebruik. Daarbij kunnen zich ongelukken voordoen met ernstig lichame- lijk letsel, aanzienlijke materiële en financiële schade en schade aan het milieu. Voorzorgsmaatregel Alle gebruikers dienen de veiligheidsaanwijzingen van de fabrikant en de instructies van de beheerder op te volgen.
Pagina 217
Gevaar Vanwege het risico van elektrocutie, is het zeer gevaarlijk om in de nabijheid van elek- trische installaties zoals hoogspanningskabels en bovenleiding van treinen (prisma)stokken en verlengingen te gebruiken. Voorzorgsmaatregel Blijf op een veilige afstand van elektrische installaties. Als het noodzakelijk is om in een dergelijke omgeving te werken, neem dan eerst contact op met de betreffende veiligheidsautoriteiten en volg hun instructies op.
Pagina 218
Waarschuwing Als computers bestemd voor gebruik binnenshuis worden gebruikt in de buitenlucht, dan bestaat gevaar voor elektrische schokken. Voorzorgsmaatregel Volg de instructies van de computerfabrikant op met betrekking tot gebruik in het veld en in combinatie met Leica Geosystems instrumenten.
Pagina 219
Neem vooraf contact op met uw plaatselijke personen of vrachtvervoersbedrijf. Waarschuwing Het gebruik van niet door Leica Geosystems aanbevolen acculaders kan de accu's vernielen. Dit kan brand of explosie veroorzaken. Voorzorgsmaatregel Gebruik alleen acculaders, die door Leica Geosystems worden aanbevolen om de accu's te laden.
Pagina 220
Builder, Veiligheidsvoorschriften Waarschuwing Accu's, die niet door Leica Geosystems worden aangeraden, kunnen beschadigd raken door het laden of ontladen. Zij kunnen ontbranden en exploderen. Voorzorgsmaatregel Laadt en ontlaadt uitsluitend accu's aanbevolen door Leica Geosystems. Waarschuwing Hoge mechanische belasting, hoge omgevingstemperaturen of onderdompeling in vloeistoffen kan lekkage, brand of explosie van de accu's veroorzaken.
Pagina 221
Bescherm het instrument te allen tijde tegen het gebruik door onbe- voegden. Product specifieke informatie over behandeling en afvalverwerking kan worden gedownload van de Leica Geosystems home page op http://www.leica-geosys- tems.com/treatment of worden verkregen via uw Leica Geosystems dealer. Waarschuwing Uitsluitend door Leica Geosystems geautoriseerde werkplaatsen zijn bevoegd deze instrumenten te repareren.
Pagina 222
Builder, Veiligheidsvoorschriften 17.6 Laserclassificatie Algemeen De onderstaande richtlijnen (in overeenstemming met de laatste internationale normen IEC 60825-1 (2007-03) en IEC TR 60825-14 (2004-02)) bieden instructie- en traininginformatie aan de beheerder van het instrument en de personen, die de apparatuur daadwerkelijk gebruiken, om gevaarlijke situaties te kunnen anticiperen en vermijden.
Pagina 223
17.6.1 Geïntegreerde afstandmeter, metingen met Rode Spot (voor Builder 200 of hoger) Algemeen Als alternatief voor de onzichtbare laser, produceert de in het instrument inge- bouwde EDM een zichtbare rode laserstraal, die uittreedt uit het telescoopobjectief. De in dit hoofdstuk beschreven laser is geclassificeerd als laser klasse 3R in overeen- stemming met: •...
Pagina 224
Builder, Veiligheidsvoorschriften Beschrijving Waarde Maximaal gemiddeld stralingsvermogen 5,00 mW Pulsduur 800 ps Puls herhalingsfrequentie 100 MHz - 150 MHz Golflengte 650 nm - 690 nm Straaldivergentie 0,2 mrad x 0,3 mrad NOHD (Nominale oog gevarenafstand) @ 0,25s 80 m / 263 ft Waarschuwing Vanuit een veiligheidsperspectief dienen klasse 3R laser instrumenten te worden behandeld als potentieel gevaarlijk.
Pagina 225
of reflecterende objecten als de laser is ingeschakeld, in laserspot of afstandmeting modus. Het kijken naar prisma's is alleen toegestaan bij het kijken door de telescoop. Labeling Laseropening Laser Straling Vermijdt directe blootstelling van het oog Klasse 3R Laser Product volgens IEC 60825-1 ( 2007 - -03 ) Po ...
Pagina 226
Builder, Veiligheidsvoorschriften ..........
Pagina 227
17.6.2 Geïntegreerde Afstandmeter, Metingen met prisma (alleen Builder 400 en 500) Algemeen De EDM module in dit instrument produceert een zichtbare laserstraal die door het objectief van de telescoop naar buiten komt. De in dit hoofdstuk beschreven laser is geclassificeerd als laser klasse 1 in overeen- stemming met: •...
Pagina 228
Builder, Veiligheidsvoorschriften Labeling ......Klasse 1 Laser Producten: ....
Pagina 229
17.6.3 Laserlood Algemeen Het in het instrument ingebouwde laserlood produceert een zichtbare rode laser- straal, die uit de onderzijde van het instrument komt. De in dit hoofdstuk beschreven laser is geclassificeerd als laser klasse 2 in overeen- stemming met: • IEC 60825-1 (2007-03): "Veiligheid van Laser Producten"...
Pagina 230
Builder, Veiligheidsvoorschriften Waarschuwing Vanuit een veiligheidsperspectief zijn klasse 2 laser producten niet altijd veilig voor de ogen. Voorzorgsmaatregel Vermijdt het direct in de laserstraal kijken of het richten van de straal op andere personen.
Pagina 232
Builder, Veiligheidsvoorschriften a) Laserstraal b) Uittreedopening voor laserstraal...
Pagina 233
Waarschuwing Elektromagnetische straling kan storingen veroorzaken in andere apparatuur. Hoewel het instrument voldoet aan strenge normen en richtlijnen op dit gebied, kan Leica Geosystems de mogelijkheid van storing in andere apparatuur niet volledig uitsluiten. Voorzichtig Er bestaat een risico, dat storingen kunnen worden veroorzaakt in andere appara- tuur, als het instrument wordt gebruikt in combinatie met accessoires van andere fabrikanten, bijvoorbeeld veldboeken, personal computers, twee-weg radio’s, niet-...
Pagina 234
Hoewel het instrument voldoet aan de strengste regelgeving en normen op dit gebied, kan Leica Geosystems nooit de mogelijkheid uitsluiten, dat het instrument kan worden gestoord door sterke elektromagnetische straling, bijvoorbeeld vlak bij radiozenders, twee-weg radio's of diesel generatoren.
Pagina 235
Zij kunnen effect hebben op mensen en dieren. Voorzorgsmaatregel Hoewel het instrument, in combinatie met de door Leica Geosystems aanbevolen radio's en GSM toestellen, voldoet aan de strengste regelgeving en normen op dit gebied, Leica Geosystems de mogelijkheid van storing in andere apparatuur niet volledig uitsluiten, noch dat mensen of dieren worden aangetast.
Pagina 236
Het apparaat aansluiten op een stopcontact van een andere stroomkring, dan die waarop de ontvanger is aangesloten. • Raadpleeg uw dealer of een ervaren radio/TV technicus. Waarschuwing Wijzigingen of modificaties die niet uitdrukkelijk door Leica Geosystems zijn toege- staan, kunnen het recht van de gebruiker beëindigen om het apparaat te gebruiken.
Pagina 238
Builder, Veiligheidsvoorschriften Labeling interne This device complies with part 15 of the FCC Rules. Operation accu GEB211, is subject to the following two conditions: (1) This device may not cause harmful interference, and (2) this device GEB221 must accept any interference received, including interference that may cause undesired operation.
Pagina 240
Builder, Technische gegevens Technische gegevens 18.1 Hoekmeting Nauwkeurigheid Alle Builder Standaard afwijking Hz, V, Weergave kleinste eenheid modellen, type ISO 17123-3 ["] [mgon] ["] [mgon] Type 03 is alleen beschikbaar voor de Builder 500. Karakteristieken Absoluut, continu.
Pagina 241
18.2 Afstandmeting Reflectorloos Kodak Grijze Type Bereik D Bereik E Bereik F normaal bereik Kaart [ft] [ft] [ft] Witte zijde, 90 % Builder 200 >80 >260 reflecterend Builder 300 >120 >390 Builder 400 Builder 500 >250 >820 Grijze zijde, 18 % Builder 200 >50 >160...
Pagina 242
Builder, Technische gegevens Meetbereik plat prisma CPR105: 1,5 m tot 250 m Prismabereik (rode Ondubbelzinnige Weergave: Tot 250 m spot) Type CPR105 Bereik D Bereik E Bereik F [ft] [ft] [ft] Standaard Reflecterende tape Standaard kattenoog Object in fel zonlicht, hevige ondulatie Atmosferische Object in de schaduw, bedekte hemel omstandigheden...
Pagina 243
Normale meting Standaard afwijking, Gemiddelde Meettijd [s] ISO 17123-4 CPR105 Plat Prisma 3 mm + 2 ppm < 2 (Reflecterende tape) Volgen 5 mm + 2 ppm Object in de schaduw, bedekte hemel Onderbrekingen van de meetstraal, ernstige ondulatie en bewegende objecten in het pad van de meetstraal kunnen afwijkingen van de opgegeven nauwkeurigheid veroor- zaken.
Pagina 244
Builder, Technische gegevens Het bereik op het ronde prisma kan alleen worden verkregen met de opgewaardeerde afstandmeting. Overigens gelden de specificaties van de CPR111 (max. 500 m). Zie hoofdstuk "5.5 Afstandmeting". Atmosferische Sterke nevel, zicht 5km; of helder zonlicht, ernstige ondulatie omstandigheden Lichte nevel, zicht circa 20km;...
Pagina 245
Laser spotgrootte Afstand [m] Laser spotgrootte, ongeveer [mm] op 20 10 x 12 op 50 13 x 21 op 250 38 x 85 Builder, Technische gegevens...
Pagina 246
Builder, Technische gegevens 18.3 Algemene technische gegevens van het instrument Telescoop Type Builder 100 Builder 200 of hoger Vergroting 30 x 30 x Vrije diameter objectief 40 mm 40 mm Scherpstellen 1,6 m/5,2 ft tot oneindig 1,7 m/5,6 ft tot oneindig Gezichtsveld 1°21’/1,50 gon 1°30’/1,66 gon...
Pagina 247
Display: 280 x 160 pixels, monochrome, grafisch LCD, verlichting Bedieningseenheid Toetsenbord: 7 toetsen / 20 toetsen (alleen Builder 400 en 500) Weergave Hoeken: 360°’", 360° decimaal, 400 gon, 6400 mil, V % Weergave Afstanden: m, ft int, ft us, ft inch 1/16 (behalve Builder 100) Positie: In beide kijkerstanden, kijkerstand II als optie Instrument...
Pagina 248
Builder, Technische gegevens Instrument Afme- tingen 86.6 mm 86.6 mm 226 mm 173.2 mm Gewicht Instrument: 3,3 - 4,1 kg Stelschroevenblok: 0,8 kg Accu GEB211: 0,1 kg Accu GEB221: 0,2 kg...
Pagina 249
Opslaan, alleen Gegevens kunnen in het interne geheugen worden opgeslagen. Builder 300, 400 en Type Capaciteit [MB] Aantal punten Intern geheugen 15,000 (Builder 300) Intern geheugen 50,000 (Builder 400 en 500) Type: Zichtbare rode laser klasse 2 Laserlood Locatie: In de verticale as van het instrument Nauwkeurigheid: Afwijking van loodlijn 1,5 mm op 1,5 m instrumenthoogte...
Pagina 250
Builder, Technische gegevens Type: Li-Ion AccuGEB211 Spanning: 7,4 V Capaciteit: 2,2 Ah Werktijd*: ongeveer 10 uur Gebaseerd op een enkele meting iedere 30 seconden bij 25°C. Werktijd kan korter zijn als de accu niet nieuw is. Type: Li-Ion AccuGEB221 Spanning: 7,4 V Capaciteit: 4,4 Ah...
Pagina 251
Omgevingsspecifi- Temperatuur caties Type Werk temperatuur [°C] Opslag temperatuur [°C] Builder -20 tot +50 -40 tot +70 Accu -20 tot +50 -40 tot +70 USB stick -40 tot +85 -50 tot +95 Builder Arctic -30 tot +50 -40 tot +70 Bescherming tegen water, stof en zand Type Bescherming...
Pagina 252
Builder, Technische gegevens Reflectoren Type Prismaconstante [mm] CPR105 Plat prisma (kattenoog) CPR105 Plat prisma (reflecterende tape) 0,0 Reflectorloos GZM28 reflecterende tape 60x60 mm CPR111 Builder prisma, echte-nul constante Automatische De volgende automatische correcties worden uitgevoerd: correcties • Vizierlijnfout • Compensator index fout •...
Pagina 253
18.4 Conformiteit met nationale regelgeving 18.4.1 Instrumenten zonder Communication side cover Hierbij verklaart Leica Geosystems AG, dat het instrument in overeen- Conformiteit met stemming is met de essentiële vereisten en overige relevante nationale regelge- voorwaarden van toepasselijke Europese richtlijnen. De conformiteitver- ving klaring kan worden geraadpleegd op http://www.leica-...
Pagina 254
FCC Part 15 (van toepassing in de USA). Conformiteit met nationale regelge- • Hierbij verklaart Leica Geosystems AG, dat het instrument met Communication side cover in overeenstemming is met de essentiële vereisten en overige rele- ving vante voorwaarden van Europese richtlijn 19995/EC. De conformiteitverklaring kan worden geraadpleegd op http://www.leica-geosystems.com/ce.
Pagina 256
Zorg er voor, dat u steeds voldoet aan de bepalingen en condities van de Leica Geosystems Software licentie overeenkomst.
Pagina 257
Dergelijke overeenkomsten worden samen met alle instrumenten geleverd en kunnen ook worden ingezien en gedownload van de Leica Geosystems home page op http://www.leica-geosystems.com/swlicense of opgevraagd via uw Leica Geosystems distributeur. U mag de software niet installeren tenzij u de bepalingen en condities van de Leica Geosystems Software licentie overeenkomst hebt gelezen en begrepen.
Pagina 258
Builder, Index Index Applicaties ............110 Automatische correcties ........252 Aandrijving ............249 Auto-Uit ..............68 Aansluitingen ............ 247 Accu ............37 Eerste keer gebruiken ........50 Basislijn ............97 Labeling ............238 Baudrate .............75 Opladen ............51 Bedieningseenheid ..........247 Afkortingen ............14 Bekende punten ..........155 Afstandmeting ......
Pagina 260
Builder, Index Handleiding Justeren Beschikbare documentatie ......13 Elektronisch ..........182 Gebruik van ........... 12 Gecombineerde justering (l, t, c, i) ....185 Geldigheid van deze handleiding ....12 mechanisch ..........183 Omschrijving van handleidingen ..... 12 Van het doosniveau op het Hoekmeting ............240 stelschroevenblok ........191 Hoogte .............
Pagina 264
Total Quality Management: Our commitment to total customer satisfaction. Leica Geosystems AGGeosystems AG, Heerbrugg, Zwitserland, is gecertificeerd als zijnde te beschikken over een kwaliteitssysteem, dat voldoet aan de internationale norm voor kwaliteitsmanagement en kwaliteitssystemen (ISO norm 9001). Vraag uw lokale Leica dealer om verdere informatie over ons TQM programma.