7 Inbedrijfstelling
7.1 Voor de eerste inbedrijfstelling / ketel configureren
M1301321_nl | Montagehandleiding Combiketel SP Dual
De ketel moet bij eerste inbedrijfstelling worden ingesteld op de verwarmingsomgeving!
AANWIJZING
Alleen de instelling van het systeem door een vakman en handhaving van de in de
fabriek ingestelde standaardinstellingen kunnen een optimaal rendement en dus een
efficiënt bedrijf met weinig emissies waarborgen!
Daarom geldt:
r De eerste inbedrijfstelling laten uitvoeren door een geautoriseerde installateur of de
Froling servicedienst
AANWIJZING
Vreemde voorwerpen in de verwarmingsinstallatie tasten de bedrijfsveiligheid aan
en kunnen leiden tot materiële schade.
Daarom geldt:
r Voor de eerste inbedrijfstelling de hele installatie uitspoelen volgens EN 14336
r Aanbeveling: Buisdoorsnede van de spoelaansluiting in de voor- en terugloop
conform ÖNORM H 5195 dimensioneren als de buisdoorsnede in het
verwarmingssysteem, maar maximaal DN 50
r Hoofdschakelaar inschakelen
r Ketelbesturing aanpassen aan het systeemtype
r Standaardwaarden van de ketel overnemen
AANWIJZING! Voor de functies van de toetsen en de handelingen die nodig zijn om
parameters te veranderen, zie de gebruiksaanwijzing van de ketelbesturing!
r Systeemdruk van het verwarmingssysteem controleren
r Controleren of het verwarmingssysteem helemaal ontlucht is
r De dichtheid van alle snelontluchters van het hele verwarmingssysteem controleren
AANWIJZING! De in de fabriek gemonteerde snelontluchter van de pelleteenheid
bevindt zich achter de voorste isolatiedeur
r Nagaan of alle watervoerende aansluitingen goed dicht zijn
Ä Met name op de aansluitingen letten waarvan bij de montage de dop verwijderd is
r Nagaan of alle nodige veiligheidsinrichtingen aanwezig zijn
r Controleren of een adequate be- en ontluchting van de verwarmingsruimte wordt
gewaarborgd
r Dichtheid van de ketel controleren
Ä Alle deuren en inspectieopeningen moeten goed afdichten!
r De dichtheid controleren van alle blinde doppen (bv. lediging)
r De werking en draairichting van aandrijvingen en servomotoren controleren
r Werking van de deurcontactschakelaar controleren
AANWIJZING! Digitale en analoge in- en uitgangen controleren - zie de
bedieningshandleiding van de ketelregeling!
Inbedrijfstelling | 7
83