3 | Aanwijzingen voor de uitvoering
Oostenrijk
Duitsland
Zwitserland
3.9 Terugloopbypass
3.10 Ketelontluchting
Tip:
18
Op grond van de geldende Oostenrijkse wetten op het gebied van de energietechniek
geldt, gebaseerd op Art. 15a B-VG "Vereinbarung über Schutzmaßnahmen betreffend
Kleinfeuerungen" (Overeenkomst voor beschermende maatregelen betreffende kleine
verwarmingen) (2012):
bij alle handmatig gestookte biomassaketels die zowel bij nominale belasting als bij
gedeeltelijke belasting onder 50% van de nominale last een positief resultaat opleverden
bij de proef van de emissiegrenswaarden van bovengenoemde overeenkomst, is er geen
buffertank nodig!
De 1e BImSchV (verordening betreffende kleine en middelgrote verwarmingssystemen
van 26 januari 2010, BGBl. I S. 38) schrijft een minimaal water-warmteopslagvolume van
55 liter per kilowatt nominaal thermisch vermogen voor, een water-warmteopslag met een
volume van twaalf liter per liter brandstofvulruimte wordt aanbevolen.
Volgens LRV 2018, Anhang 3, Ziffer 523 „Besondere Anforderungen an Heizkessel"
(Bijzondere eisen aan verwarmingsketels) moeten handmatig gevulde verwarmingsketels
met een nominaal thermisch vermogen tot 500 kW zijn uitgerust met een warmteopslag
met een volume van minstens 12 liter per liter brandstofvulruimte. Het volume mag niet
minder zijn dan 55 liter per kW nominaal thermisch vermogen.
Zolang de temperatuur van de heetwaterterugloop onder de minimum
teruglooptemperatuur ligt, wordt een deel van het aangevoerde verwarmingswater
bijgemengd
VOORZICHTIG
Daling onder het dauwpunt / vorming van condenswater bij bedrijf zonder
terugloopbypass!
In verbinding met verbrandingsresten vormt condenswater een agressief
condensaat en veroorzaakt schade aan de ketel!
Daarom geldt:
r Het gebruik van een terugloopbypass is verplicht!
Ä De minimum-teruglooptemperatuur bedraagt 60 °C. Aanbevolen wordt een
controlemogelijkheid (bv. thermometer) in te bouwen!
r Automatisch ontluchtingsventiel op het hoogste punt van de ketel of bij de
ontluchtingsaansluiting (indien aanwezig) monteren!
Ä Daardoor wordt de lucht constant uit de ketel afgevoerd en wordt voorkomen dat
de werking wordt aangetast door lucht in de ketel
r Werking van de ketelontluchting controleren
Ä Na inbouw en periodiek volgens de aanwijzingen van de fabrikant
r Voor het automatische ontluchtingsventiel een verticaal buissegment inbouwen als
stabilisatiesectie, zodat het ontluchtingsventiel boven het niveau van het ketelwater is
geplaatst
M1301321_nl | Montagehandleiding Combiketel SP Dual