52 Telefoonfuncties gebruiken
Opmerkingen
3.2 Een gesprek voeren
U kunt het het apparaat bellen vanuit Telefoon, Contacten, TouchFLO,
Snelkeuze, Oproepen, en SIM-beheer.
Bellen vanuit Telefoon
1.
Tik op Start > Telefoon.
2.
Tik op het toetsenblok van Telefoon
met uw vinger op de toetsen of gebruik
de stylus om het telefoonnummer in
te voeren.
3.
Druk op de KIES-toets op het toestel
om te bellen.
Tip
Bellen vanuit Contacten
Tik op Contacten in het scherm Vandaag of tik op Start > Contacten en ga
als volgt te werk:
•
Druk NAVIGATIE omhoog of omlaag om de contactpersoon te selecteren
en druk op KIES.
•
Tik op de gewenste contactpersoon in de contactenpersonenlijst
en selecteer het telefoonnummer dat u wilt bellen.
•
Houd de gewenste contactpersoon ingedrukt en tik in het snelmenu
op Werk bellen, Thuis bellen, of Mobiel bellen.
• U past het gespreksvolume van de telefoon aan tijdens een gesprek.
Verandert u het volume op een ander moment, dan heeft dit
betrekking op het geluidsniveau van de beltoon, melding en MP3.
• Als u de trilstand inschakelt, wordt het geluid automatisch gedempt
en trilt uw toestel als u een oproep ontvangt. Het pictogram Trillen
(
) verschijnt op de titelbalk om aan te geven dat de Trilstand is
geactiveerd.
Als u een verkeerd nummer kiest, tik
dan op Verwijderen (
cijfers achtereenvolgens te wissen. Om
het hele nummer te wissen houdt u
Verwijderen ingedrukt.
) om de