136 Verbinding maken
3.
Als het draadloze netwerk is beveiligd met een netwerksleutel, voert u
deze sleutel in en tikt u op Verbinden.
De volgende keer dat u verbinding met het gekozen draadloze netwerk
maakt, schakelt u simpelweg Wi-Fi in Comm-beheer in en u wordt automatisch
verbonden. De volgende keer ziet u niet nogmaals een bericht, en wordt u niet
nogmaals gevraagd de netwerksleutel in te voeren van het draadloze netwerk
waarmee eerder verbinding is gemaakt (tenzij u een harde reset uitvoert
waardoor alle aangepaste instellingen op het toestel worden gewist).
Opmerking
De status van het draadloze netwerk controleren
U kunt de status van de huidige draadloze verbinding controleren op de
volgende schermen van het apparaat:
•
Titelbalk.
Wanneer u Wi-Fi op uw toestel inschakelt, zal het Wi-Fi AAN-pictogram
( ) verschijnen op de titelbalk.
Nadat Wi-Fi ingeschakeld is, zoekt uw toestel naar beschikbare
draadloze netwerken en het signaal-pictogram (
titelbalk. De pijlen in dit pictogram bewegen heen en weer terwijl het
toestel een draadloos netwerksignaal zoekt. Als uw toestel eenmaal in
verbinding staat met een draadloos netwerk, stoppen de pijlen met
bewegen.
Wi-Fi netwerken configureren zichzelf, wat betekent dat er geen
bijkomende stappen nodig zijn om verbinding te maken met een Wi-Fi
netwerk. Wel kan het nodig zijn een gebruikersnaam en een wachtwoord
te geven voor bepaalde gesloten draadloze netwerken.
) verschijnt op de