10.4 Wi-Fi
Wi-Fi maakt draadloze internetverbinden mogelijk over afstanden tot 100
meter. Om Wi-Fi op uw toestel te gebruiken, hebt u toegang nodig tot een
draadloos toegangspunt of "hotspot".
Opmerking
Wi-Fi in- en uitschakelen
1.
Open de Comm Manager.
2.
Tik op de WLAN-knop om de draaadloze functie in/uit te schakelen.
Het WLAN-pictogram geeft de draadloze status aan.
3.
Beschikbare draadloze netwerken worden gedetecteerd.
Verbinding maken met draadloze netwerken
Nadat Wi-Fi in Comm-beheer is ingeschakeld, zoekt uw toestel naar beschikbare
draadloze netwerken in uw gebied.
Verbinding met een draadloos netwerk maken
1.
De netwerknamen van de
gedetecteerde draadloze
netwerken verschijnen op een
pop-up venster. Tik op het
gewenste draadloze netwerk en
vervolgens op OK.
2.
In het volgende pop-up venster tikt u op Internet als het draadloze
netwerk verbinding met internet maakt. U kunt ook op Werk tikken
als het draadloze netwerk een verbinding met een privé-netwerk tot
stand brengt.
De beschikbaarheid en de kwaliteit van het Wi-Fi-signaal van uw toestel
hangt af van het nummer, de infrastructuur en andere objecten in het
pad van het signaal.
: Wi-Fi is ingeschakeld.
: Wi-Fi is uitgeschakeld.
Verbinding maken 135