Programma-instellingen
Programmablok-
ken
92
De volgorde van de spoelblokken staat vast en komt overeen met de
volgorde in het programma-overzicht (zie "Programma-overzicht").
–
Voorspoelen 1
tot
Het voorspoelen dient voor het verwijderen van grove verontreini-
gingen en schuimvormende stoffen.
Reiniging 1
2
–
en
Afhankelijk van het spoelgoed wordt gereinigd op temperaturen van
45 °C tot 65 °C. Voor de reiniging moeten geschikte reinigingsmid-
delen worden gebruikt.
Tussenspoelen 1
–
tot
In de tussenspoelstappen worden de proceschemicaliën uit de vo-
rige spoelblokken weggespoeld en eventueel geneutraliseerd door
dosering van geschikte middelen.
–
Naspoelen 1
en
2
Om afzettingen en corrosie op het spoelgoed te vermijden, moet
voor het naspoelen bij voorkeur gedemineraliseerd water (demi-wa-
ter) worden gebruikt (indien aanwezig).
De desinfectie vindt plaats overeenkomstig het A
EN ISO 15883 thermisch bij temperaturen van 80 tot 95 °C en met
geschikte inwerktijden.
Drogen
–
Correct drogen vermindert het corrosiegevaar door restvocht op
het spoelgoed.
Met uitzondering van de naspoelmiddeldosering en de droogpara-
meters is de instelling van de programmablokken voorbehouden
aan Miele.
3
4
-concept van
0