Algemene bediening | Functie Handmatig meten
6.9.1
Elementen meten
Om een contour, bijv. een cirkel, te meten, neemt u meetpunten op die u over
de contour verdeelt. Afhankelijk van de geselecteerde geometrie is een bepaald
aantal meetpunten vereist. De posities van de meetpunten zijn gerelateerd aan
het coördinatensysteem dat op het apparaat is geselecteerd. Uit de opgenomen
meetpunten (puntenwolk) berekent het apparaat een element.
Wanneer u meetpunten handmatig opneemt, bijv. met behulp van een draadkruis
op de meetmicroscoop of op de profielprojector, gaat u als volgt te werk:
6.9.2
Meting met sensor
Voor de meetpuntopname kunt u op de meetmachine een OED-sensor gebruiken,
bijv. in de vorm van een glasvezelkabel (Software-optie QUADRA-CHEK 2000
OED).
Als u een sensor activeert, beschikt u op het apparaat over de bijbehorende
meetgereedschappen (gereedschapspalet).
HEIDENHAIN | QUADRA-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 07/2019
In het hoofdmenu op Meting tikken
In het functiepalet Handmatig meten selecteren
In het geometriepalet de gewenste geometrie selecteren,
bijv. Cirkel
Op de meetmachine de gewenste positie op het meetobject
benaderen
Om het meetpunt op te nemen, in de Inspector op Enter
tikken
In de elementenlijst wordt een nieuw element weergegeven.
Het symbool van het element komt overeen met de
geselecteerde geometrie
Het aantal opgenomen meetpunten wordt naast het symbool
weergegeven
Volgende meetpunt benaderen
Om het meetpunt op te nemen, in de Inspector op Enter
tikken
Om verdere meetpunten op te nemen, de procedure
herhalen
Zodra het minimumaantal meetpunten voor de geselecteerde
geometrie is bereikt, verschijnt in het nieuwe element de
knop Afsluiten
Om de meetpuntopname af te sluiten, op Afsluiten tikken
Het element wordt uit de opgenomen meetpunten berekend
Het voorbeeldmeetresultaat wordt getoond
6
79