Meting | Met coördinatensystemen werken
Uitlijning construeren
Verdere informatie:
Uitlijning definiëren
Verdere informatie:
10.7.5
Aanduidingen voor coördinatensystemen toekennen
Wanneer u aan een gebruikersspecifiek coördinatensysteem een aanduiding hebt
toegekend, kunt u het coördinatensysteem aan afzonderlijke elementen toewijzen.
Aanduiding automatisch toekennen
Verdere informatie:
HEIDENHAIN | QUADRA-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 07/2019
In het hoofdmenu op Meting tikken
In het functiepalet Handmatig meten selecteren
In het geometriepalet Oriëntatie selecteren
Parent-elementen in de elementenlijst selecteren
Er verschijnt een nieuw element in de elementenlijst
In het nieuwe element op Afsluiten tikken
Het coördinatensysteem wordt aangepast
"Overzicht van de constructietypen", Pagina 240
In het hoofdmenu op Meting tikken
In het functiepalet Definiëren selecteren
In het geometriepalet Oriëntatie selecteren
Er verschijnt een nieuw element in de elementenlijst
Parameters van de uitlijning invoeren
Eventueel aanduiding voor het nieuwe coördinatensysteem
invoeren
Invoer telkens met
RET
bevestigen
In het nieuwe element op Afsluiten tikken
Het coördinatensysteem wordt aangepast
"Overzicht van de definieerbare geometrieën", Pagina 271
In het snelmenu de volgende instelling activeren:
Coördinatensysteem automatisch maken
Bij elke wijziging maakt het apparaat automatisch een nieuw
coördinatensysteem aan met de aanduiding COSx
(x
= volgnummer)
"Coördinatensysteem automatisch maken", Pagina 92
10
279