7
Assen configureren voor meetsystemen met TTL-interface
112
Het instellen verloopt bij alle assen op dezelfde wijze. In het volgende
gedeelte wordt alleen het configureren van de X-as beschreven.
In het hoofdmenu op Instellingen tikken
Op Assen tikken
Op X of eventueel Niet gedef. tikken
Eventueel in de drop-downlijst Asnaam de aanduiding van de
as selecteren
Op Encoder tikken
In de drop-downlijst Meetsysteemingang de aansluiting
instellen voor het betreffende meetsysteem:
X21
X22
X23
In de drop-downlijst Meetgereedschap type het type
meetsysteem selecteren:
Lengtemeetsysteem: lineaire as
Hoekmeetsysteem: roterende as
Hoekmeet- als lengtemeetsysteem: roterende as wordt
weergegeven als lineaire as
Afhankelijk van de selectie verdere parameters invoeren:
Bij Lengtemeetsysteem de Signaalperiode invoeren
(zie " Lengtemeetsystemen", Pagina 114)
Bij Hoekmeetsysteem het Uitgangssignalen per
omwenteling invoeren (zie "Hoekmeetsystemen",
Pagina 115) of in de leerprocedure bepalen
(zie "Uitgangssignalen per omwenteling bepalen",
Pagina 135)
Bij Hoekmeet- als<br/>lengtemeetsysteem de
Uitgangssignalen per omwenteling en de Mechanische
overzetting invoeren
Ingevoerde gegevens telkens met RET bevestigen
Bij Hoekmeetsysteem eventueel de Weergavemodus
selecteren
Op Referentiemerken tikken
In de drop-downlijst Referentiemerk het referentiemerk
selecteren:
Geen: geen referentiemerk aanwezig
Een: het meetsysteem beschikt over één referentiemerk
Gecodeerd: het meetsysteem beschikt over afstandsge-
codeerde referentiemerken
Inverse gecodeerd: meetsysteem beschikt over invers
gecodeerde referentiemerken
Indien het lengtemeetsysteem beschikt over gecodeerde
referentiemerken, de Max. verplaatsing invoeren (zie "
Lengtemeetsystemen", Pagina 114)
Inbedrijfstelling | Afzonderlijke stappen voor de inbedrijfstelling
HEIDENHAIN | QUADRA-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 07/2019