Programmering | Met de geleidingsassistenten werken
Geleidingsassistent configureren
Om de geleidingsassistent efficiënt te gebruiken, kunt u de geleidingsassistent
configureren. U kunt het doelbereik configureren waarin de meetpuntopname
wordt vrijgegeven en de weergave van het doelbereik en de geleidingsassistent
aanpassen.
12.6
Meetprogramma registreren
Het apparaat registreert alle bewerkingsstappen van een meetprocedure. De
bewerkingsstappen worden als programmastappen in de programmastappenlijst
weergegeven. U kunt elke bewerkingsstap voor een meetprogramma gebruiken.
Om de registratie van een nieuwe meetprogramma te starten, voert u de volgende
stappen uit.
Niet-opgeslagen bewerkingsstappen worden voorafgaand aan de
registratie van een nieuwe meetprogramma gewist.
HEIDENHAIN | QUADRA-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 07/2019
In het elementenaanzicht op Instellingen tikken
De dialoog Instellingen wordt geopend
In het invoerveld Grootte van het doelbereik het gewenste
bereik in mm invoeren
Invoer met RET bevestigen
Eventueel de instellingen voor Kleur van het doelbereik en
Kleur van geleidingsassistenten wijzigen
Om de dialoog Instellingen te sluiten, op Sluiten tikken
De geselecteerde parameters worden opgeslagen
In de Inspector op Additionele functies tikken
In dialoog Additionele functies Op Nieuw tikken
Om bestaande programmastappen te wissen, bevestigt u de
melding met OK
Alle elementen en programmastappen worden gewist
Afhankelijk van de selectie wordt een lege elementenlijst of
een nieuwe programmastaplijst weergegeven
Meting aan het meetobject uitvoeren, bijv. meetobject
uitlijnen, elementen opnemen en verwerken, meetprotocol
maken
Alle programmastappen worden in de programmastappenlijst
weergegeven
Meetprogramma opslaan
Verdere informatie:
"Meetprogramma opslaan", Pagina 219
12
327