10
10.4.4
Met Measure Magicmeten
Wanneer u met Measure Magic werkt, wordt het nieuwe geometrietype
automatisch bepaald uit de opgenomen meetpunten. Het geometrietype kunt u
naderhand wijzigen door het element om te zetten.
Cirkelboog meten
Om een cirkelboog te kunnen meten, zijn minstens drie meetpunten vereist. De
beide uiterste meetpunten bepalen de openingshoek.
Verdere informatie:
Verdere informatie:
238
Welk geometrietype aan een nieuw element wordt toegewezen, is
afhankelijk van de instellingen bij Measure Magic. Het meetresultaat
moet overeenkomen met de gedefinieerde criteria.
De in deze paragraaf beschreven stappen zijn voor elke meting identiek.
De stappen worden als voorbeeld op de geometrie Cirkelboog
beschreven.
In het hoofdmenu op Meting tikken
In het functiepalet Handmatig meten selecteren
In het geometriepalet Measure Magic selecteren
Het meetobject zo positioneren, dat het meetobject zich in
het werkgebied bevindt
In het gereedschapspalet het geschikte meetgereedschap
selecteren
Meetgereedschap op de contour positioneren
Meetpunten opnemen en in de Inspector telkens op Enter
tikken
Er verschijnt een nieuw element in de elementenlijst
In het nieuwe element op Afsluiten tikken
De Cirkelboog wordt in de elementenlijst weergegeven
Het voorbeeldmeetresultaat wordt getoond
Wanneer de automatisch vastgestelde geometrie niet van
toepassing is, element omzetten
Verdere informatie:
Wanneer de geometrie niet automatisch wordt herkend, controleert
u de instellingen voor Measure Magic en het mathematisch
vereiste minimumaantal van meetpunten voor de desbetreffende
geometrietypen.
"Elementen", Pagina 173
"Overzicht van de geometrietypen", Pagina 222
"Element omzetten", Pagina 210
HEIDENHAIN | QUADRA-CHEK 2000 | Bedieningshandleiding | 07/2019
Meting | Meting uitvoeren