7.8
AANBEVOLEN DAGELIJKSE INSPECTIE VOOR GEBRUIK
Het gebruik van een laadklep die beschadigd of slecht onderhouden is, kan leiden tot een groot risico op ernstig lichamelijk
•
letsel en de dood van de bediener en omstanders.
Inspecteer de laadklep elke dag voor het eerste gebruik om dit risico te vermijden. Verzeker u ervan dat alle
•
veiligheidssystemen en alle functies correct werken en dat er geen onderhoud of herstellingen nodig zijn.
Gebruik de laadklep NIET indien er onveilige omstandigheden zijn of er ongewone geluiden of bewegingen opgemerkt
•
worden. Contacteer in dat geval een erkend DHOLLANDIA-dienstverlener [zie opmerking].
Verberg ongevallen of schade NIET; dit kan gevaarlijk zijn voor u, uw collega's en andere personen.
•
Erkende DHOLLANDIA-dienstverleners kunnen gevonden worden op www.dhollandia.com of door te bellen naar uw regionale
DHOLLANDIA-verdeler. Zie contactinformatie op pagina 3.
Alvorens de laadklep te gebruiken, moet de bediener de volgende dagelijkse inspectie voor gebruik uitvoeren. Wees
voorzichtig: blijf weg van de zone onmiddellijk achter het platform terwijl u de dagelijkse inspectie voor gebruik uitvoert.
Vervang ontbrekende, versleten of onleesbare waarschuwingsstickers onmiddellijk. Zie contactinformatie op pagina 3.
Verzeker u ervan dat de cabineschakelaar en/of de batterijschakelaar in de bedieningskast correct in en uit schakelen.
Verzeker u ervan dat de batterij volledig opgeladen is, dat de hoofdzekering zich in goede staat bevindt en dat de
batterijaansluitingen geen roest vertonen en goed vastgemaakt zijn.
Controleer de algemene staat van de buitenbedieningskast en haar schakelaars. Ga na of alle schakelaars (behalve de IN/UIT
cabineschakelaar) vlot terug naar de neutrale positie gaan wanneer ze losgelaten worden.
Controleer de algemene staat van de kabels die in de verschillende bedieningskasten binnenkomen en van de kabels naar de
hydraulische groep. Controleer dat de kabels niet afgeschuurd, losgekomen of beschadigd zijn.
Controleer dat het deksel van de hydraulische groep correct geplaatst en vastgemaakt is.
Controleer de hydraulische groep op zichtbare olielekken.
Controleer of het platform stevig en recht tussen de kolommen staat (geen beschadigde kabels, kettingen of kabelwielen).
Volg de instructies in hoofdstuk 9 vanaf pagina 47 om het platform te openen en neer te laten tot op de grond en ga verder
met de inspectie:
Voer een visuele controle uit van de algemene toestand van het laadklepframe, de hefschuiven, de montagebouten of lassen
aan het achterkader van de voertuigcarrosserie en de diagonale steunen die de onderkant van de kolommen ondersteunen.
Zoek naar eventuele barsten of vervormingen in het materiaal en de lasnaden. Controleer dat de bouten van de kolommen aan
het achterkader stevig vast zitten.
Voer een visuele controle uit van de kolommen en de hefschuiven. Controleer visueel de spanning van de hoofdkabels of
kettingen en of het platform gelijkloopt met de laadvloer. Controleer visueel dat de kabels er niet beschadigd of uitgerafeld uitzien.
Controleer dat er zich geen zand, vuil of puin binnenin de kolommen bevindt.
Ga na of alle scharnierpennen goed vastgemaakt zijn.
Voer een visuele controle uit van de algemene staat van het platform, de platformvergrendeling in rijstand en de vouwbare of
uitschuifbare rampen (indien aanwezig). Zoek naar eventuele barsten of vervormingen in het materiaal en de lasnaden. Indien
aanwezig, ga dan na dat de op het platform gemonteerde opties correct werken (rolstops, rolstop rampen, voetbediening,
knipperende waarschuwingslichten enz.).
Controleer de algemene toestand en werking van de veiligheidshekken en hun bedieningen. Zoek naar eventuele barsten of
vervormingen in het materiaal en de lasnaden. Zorg ervoor dat ze na het uitvouwen in de rechtopstaande positie vastgezet
worden.
Controleer de algemene toestand en werking van de teenbeschermingsklep aan de voorste rand van het platform. Zorg ervoor
dat ze vrij omhoog en omlaag kan kantelen. Controleer, zonder gevaarlijke situaties te creëren, dat de functie STIJGEN
DHOLLANDIA
WAARSCHUWING
OPMERKING
41