16
2. BEDIENING VAN HET SYSTEEM JABLOTRON 100
Om de gehele woning in te schakelen, waarin gedeeltelijke instelling is geactiveerd, houdt u om de centrale in te
schakelen de knop gedurende 2 seconden ingedrukt of drukt deze twee keer in. Eenmaal ingedrukt brandt de knop
continueel geel, na de tweede indrukking gaat de knop continueel rood branden.
Als het systeem reeds gedeeltelijk is ingesteld – waarbij de functieknop permanent geel brandt – kan het hele
systeem volledig ingesteld worden door autorisatie en door op de gele knop lang te drukken. Zodra de knop wordt
ingedrukt, zal het systeem volledig worden ingesteld en de knop wordt rood.
Een gedeeltelijke instelling kan zodanig worden geconfigureerd, dat de autorisatie niet nodig is.
Om de centrale uit te schakelen, als deze gedeeltelijk is ingeschakeld, drukt u op de gele knop. De centrale wordt
uitgeschakeld en de knop wordt groen.
2.2.2.4 BESTURING VAN DE DWANGTOEGANG
Schakelt de centrale uit in een speciale modus. Het systeem wordt schijnbaar uitgeschakeld, het activeert echter
een stil paniekalarm, dat gerapporteerd wordt aan geselecteerde gebruikers (inclusief ARC).
Het uitschakelen onder dwang wordt uitgevoerd door het toevoegen van 1 tot en met het laatste nummer in een
geldige code. Neem contact op met uw servicetechnicus, als u deze functie wilt gebruiken.
Voorbeeld:
Geldige code: 9999
2.2.2.5 BEËINDIGING VAN EEN GEACTIVEERD ALARM
1. Autoriseer uzelf met behulp van
het toetsenbord (voer een code in,
of houd een tag bij de lezer).
Een geactiveerd lopend alarm wordt aangegeven met een statusindicator en een snel rood knipperende functiek-
nop. U moet uzelf autoriseren met behulp van het toetsenbord om het alarm te stoppen. De sectie blijft ingesteld, een
snel knipperende rode functieknop geeft het alarmgeheugen aan. De indicatie zal blijven knipperen zelfs als het systeem
uitgeschakeld werd.
WAARSCHUWING: Als de indicatie van het alarmgeheugen geactiveerd werd tijdens uw afwezigheid, betreed het pand
altijd voorzichtig, zoek naar de oorzaak van het alarm in de gebeurtenisgeschiedenis en wees zeer voorzichtig bij het
controleren van het pand of wacht totdat de veiligheidsdienst komt (op voorwaarde dat uw systeem aangesloten is op
een alarmontvangstcentrale).
De alarmgeheugenindicatie blijft ingeschakeld, totdat het systeem opnieuw wordt ingesteld. Als alternatief kan deze
ook uit het keypadmenu worden verwijderd. Hoofdmenu – Waarschuwingsindicatie annuleren.
De indicatie van een geactiveerd sabotagealarm kan worden beëindigd door een servicetechnicus.
Opmerking: Bij gebruik van het „standaard" systeemprofiel is het mogelijk om eerst een bepaalde actie te selecteren
door op een functieknop te drukken. Bevestig dit dan door autorisatie via het toetsenbord.
Het beëindigen van een alarm met behulp van een afstandsbediening zal ook de betreffende sectie uitschakelen.
Code voor het uitschakelen onder dwang: 9990
2. Druk op de functieknop van de
sectie, waarin het alarm is
afgegaan.
3. Het uitschakelen is voltooid en
sirenes zijn uitgezet. Snel
afwisselend knippende
functieknoppen (groen/rood) en
de statusindicatoren geven het
alarmgeheugen aan.