Inhoud ......................Beste OASIS gebruiker ................2 Wat is een veiligheidssysteem? ..............3 De toegangscodes (kaarten) van het systeem ..........3 Het inschakelen van het systeem ............4 Tijdens het inschakel proces… ............5 Nadat het systeem is ingeschakeld............6 Het uitschakelen van het systeem ............
Van het installateurbedrijf wordt verwacht dat deze zich heeft gespecialiseerd in dit Jablotron product, aarzel daarom niet om hen te contacteren als u vragen over systeeminstellingen hebt of wanneer u een uitleg wenst m.b.t. de werking van het systeem.
Het OASIS systeem is configureerbaar en zijn werking wordt bepaald door systeeminstellingen. De volgende tekst bevat verwijzingen naar de lijst van de systeem- configuratie die aan het eind van dit handboek kan worden gevonden. Deze lijst zal door de installateur tijdens het installatieproces worden ingevuld.
Toegangs codes en kaarten Ttoegangscodes en kaarten staan gebruik van het systeem toe d.w.z. Het in- uitschakelen, stoppen van het alarm, en een stil alarm (PANIEK)veroorzaken. Het systeem staat maximaal 50 verschillende toegangscodes toe (kaarten) die aan verschillende gebruikers moeten worden toegewezen. Op deze manier is het moge- lijk te onderscheiden wie het systeem in werking heeft gesteld en wanneer.
Een gedeeld systeem inschakelen U moet de knop A indrukken om sectie A, de knop B om zowel sec- ties A als B in te schakelen, of de knop te ABC om het volledige sys- teem in te schakelen. ...
De betreffende melder wordt pas ingeschakeld nadat deze is gesloten. (bijvoorbeeld, nadat een raam/deur is dichtgedaan). 3. Nadat het systeem is ingeschakeld De keypad gaat piepen en de uitgangsvertraging zullen beginnen. Het keypad display toont „Uit vertraagd“. Het keypad geeft aan welke secties zijn ingeschakeld (A, B, C). ...
Een systeem inschakelen Geef een code in(houd tag voor). Gebruik KEY-FOB-: door op de ( of) knop te drukken zal u het gehele systeem Een gespleten systeem ( Geef een code in of gebruik key-fob om de overeenkomstige sys- teemsectie in te schakelen.
Een paniekalarm kan als volgt worden geactiveerd: Op het keypad toets * 7 in alvorens een toegangscode in te geven of tag voor te houden. Als het systeem ingeschakeld is, zal het uitschake- len onder dwang zijn. Op de KEY-FOB- druk de knop gelijktijdig in.
Voorbeeld: Bestaande code 1234 zal veranderen in 6723 door in te toetsen: * 5 1234 6723 6723 Als u wenst om een kaart in plaats van een code te gebruiken, kunt u * 5 xxxx ingeven en dan de kaart voorhouden. Dit zorgt ervoor dat de kaart voor sys- teemconfiguratie wordt gemachtigd.
Pagina 10
Voorbeeld: Als de hoofdcode 1234 is en gebruiker 3 zijn nieuwe code 5277 moet zijn, voer in: * 6 1234 03 5277 Alternatief, wijs een tag aan gebruiker 3 door in te geven: * 6 1234 03 en gebruiker 3 zijn tag voorhouden Nota's: ...
De configuratie De volgende beschrijving is voor degene die gemachtigd is om de systeem- configuratie te wijzigen. Alle montages kunnen op een systeemkeypad worden uitgevoerd. Een onvol- ledige opdracht kan worden gestopt door te drukken op de # toets. 10. Het ingaan van de onderhoudmode U kunt onderhoud mode ingaan door in te voeren * hoofdcode 0 (kaart).
Om de posities te tonen: Druk op toets 5 (de display toont „ Codes 01“ of de naam van de co- dehouder). met gebruik van de pijltoets kan door alle gebruikersposities (01 tot 50) worden gescrold. De indicator A toont of een code wel of niet geprogrammeerd is, en de indicator B toont of een TAG wel of niet geprogrammeerd is.
13.1.5. Functies beginnend met de ∗ toets De volgende functies zijn door de gebruiker via het keypad te wijzigen: ∗1 schakelt het gehele system in (hetzelfde als toets ABC)* ∗2 schakelt sectie A in (hetzelfde als toets A)* ∗3 schakelt A en B in, of alleen B (hetzelfde als toets B)* ∗4 geheugen uitlezen (toets 4 scroll omlaag) –...
Pagina 14
bruiker, en gaat daarna in de slaapstand. Door te drukken op een toets,of het activeren van de ingang(indien aangesloten) of het openen van de deksel her- activeerd het display.