2. BEDIENING VAN HET SYSTEEM JABLOTRON 100
2.2.1.5
BEËINDIGING VAN EEN GEACTIVEERD ALARM
1. Autoriseer uzelf met
behulp van het toet-
senbord (voer een code
in, houd een tag bij de
lezer).
Een geactiveerd lopend alarm wordt aangegeven met een snel knipperende rode segmentknop en een
achtergrondverlichte indicatieknop. U moet uzelf autoriseren met behulp van het toetsenbord om het alarm te stoppen.
De sectie blijft ingesteld, een snel knipperende rode segmentknop geeft het alarmgeheugen aan. De indicatie zal blijven
knipperen zelfs als het systeem uitgeschakeld werd
Als de indicatie van het alarmgeheugen geactiveerd werd tijdens uw afwezigheid, zoek naar de oorzaak van het
alarm in de gebeurtenisgeschiedenis en wees zeer voorzichtig bij het betreden en controleren van het pand of wacht
totdat de veiligheidsdienst komt (op voorwaarde dat uw systeem aangesloten is op een alarmontvangstcentrale).
De alarmgeheugenindicatie voor het segment blijft ingeschakeld, totdat het systeem opnieuw wordt ingesteld. Als
alternatief kan het worden geannuleerd door het systeem nog een keer uit te schakelen. Alarmindicatie kan ook worden
geannuleerd vanaf een toetsenbord met een LCD-display in het hoofdmenu – Waarschuwingsmelding annuleren.
De indicatie van een geactiveerd sabotagealarm kan worden beëindigd door een servicetechnicus.
Opmerking: Bij gebruik van het „standaard" systeemprofiel is het mogelijk om eerst een bepaalde actie te selecteren
door op een segmentknop te drukken. Bevestig dit dan door autorisatie via het toetsenbord.
Het beëindigen van een alarm met behulp van een afstandsbediening zal ook de betreffende sectie uitschakelen.
2.2.1.6 SECTIEBESTURING VANUIT HET TOETSENBORDDISPLAYMENU
Statussen van secties worden weergegeven in het linker bovengedeelte van het scherm.
Een volledig ingestelde sectie wordt aangegeven door een nummer in een zwarte rechthoek.
Een gedeeltelijk ingestelde sectie wordt afgebeeld door een omraamd nummer.
Besturing van het toetsenbordmenu:
Autorisatie door een geldige code of een RFID-chip
a
Voer het menu in door te drukken op ENTER
a
Sectiebesturing → ENTER
a
Selecteer de gewenste sectie met behulp van pijlen
a
Door het herhaaldelijke indrukken van ENTER worden de betreffende sectiestatussen
a
gekozen (gedeeltelijk ingesteld / ingesteld / uitgeschakeld)
Druk op ESC om het menu te verlaten
a
2. Druk op de linker
segmentknop van de
sectie, waarin het alarm
is afgegaan.
3. Het uitschakelen is
voltooid en sirenes zijn
uitgezet. De groene
knipperende knop indi-
ceert het uitschakelen
van de betreffende se-
ctie. Het rode knippe-
rende lampje geeft het
alarmgeheugen aan.
4. Autoriseer uzelf
en druk nogmaals op
de groene knop om de
alarmgeheugenindica-
tie te annuleren.
5. Het segment geeft de
uitgeschakelde sectie
aan met een continu
brandende groene
knop.
11