INHOUDSOPGAVE 2.2.6.4. BESTURING OP AFSTAND INLEIDING 2.2.6.5. SMARTPHONE-APPLICATIE BEDIENING VAN HET SYSTEEM MyJABLOTRON JABLOTRON 100 2.2.6.6. WEBINTERFACE MyJABLOTRON 2.1. BESTURING TER PLAATSE 2.2.6.7. HET INBELLEN 2.1.1. MET BEHULP VAN HET SYSTEEMKLAVIER 2.2.6.8. SMS-BERICHT 2.1.2. AUTORISATIECODE VOOR HET BLOKKEREN / UITSCHAKELEN...
:: Sommige apparaten kunnen een test vereisen (bijvoorbeeld branddetectoren). Voor meer informatie gelieve contact op te nemen met uw servicetechnicus. INLEIDING Het JABLOTRON 100 systeem werd ontworpen voor maximaal 600 gebruikers en kan verdeeld worden in 15 individuele secties. Er kunnen maximaal 230 apparaten worden aangesloten. Het systeem biedt...
BEDIENING VAN HET SYSTEEM JABLOTRON 100 Het beveiligingssysteem kan worden bestuurd op een aantal verschillende manieren. De uitschakeling van het alarm vereist altijd autorisatie in de vorm van een identifi catie van de gebruiker. Het systeem detecteert de identiteit van de gebruikers en stelt ze in staat om die delen van het systeem te bedienen, welke hen toegewezen werden om te besturen.
Pagina 6
AUTORISATIE- TYPEBESCHRIJVING CODE Deze code heeft toegang tot secties en PG-besturingsrechten toegewezen door een administrator. Gebruikers kunnen hun RFID-tags en toegangskaarten toevoegen/wissen en hun eigen telefoonnummers wijzigen. Gebruikers kunnen hun codes veranderen op voorwaarde, dat het systeem gebruik maakt van codes met prefi xen. Heeft toestemming om het alarmgeheugen Gebruikerscode te wissen in toegewezen secties.
Manieren om bescherming tegen het raden van de geldige code te verbeteren: :: Met behulp van een code met meer cijfers (6 of 8-cijferige codes) :: Meer geavanceerde autorisatietypes, zoals „Kaartbevestiging met een code“ of „Dubbele autorisatie“. Manieren om de JABLOTRON 100 te bedienen: Ter plaatse:...
Pagina 8
CONTINU ROOD CONTINU GROEN INGESTELD | AAN UITGESCHAKELD | UIT KNIPPERT ROOD KNIPPERT GROEN ALARM | INLOOPVERTRAGING ALARMGEHEUGEN KNIPPERT ROOD ALARM | CONTINU GEEL GEDEELTELIJK INGESTELD ALARMGEHEUGEN CONTINU GROEN ALLES OK KNIPPERT GROEN BESTUREN KAARTLEZER | KNIPPERT GROEN 2X KLAVIER ELKE 2 s ONDERHOUD CONTINU GEEL...
Elke gebruiker kan een code en maximaal twee RFID-chips (kaarten of labels) bezitten. Aanbevolen contactloze chips: JABLOTRON 100 , Oasis of andere chips van derden, die compatibel zijn met 125 kHz-EM. Voor een betere beveiliging is het nodig, dat het alarmsysteem wordt ingesteld op het gebruik van bevestigde autorisatie met behulp van RFID-chips en codes (optioneel).
Pagina 10
nnn*cccc Code met een prefi x: is het prefi x, dat het nummer aanduidt van de positie van de gebruiker (positie 0 tot 600) is een separator (* sleutel) cccc is een 4-, 6- of 8-cijferige code, toegestane codes zijn van 0000 tot 99999999 Standaard centralecode Administrator: 1*1234;...
2.1.2.1. ALARMINSTELLING 1. Autorisatie met gebruik 3. De opdracht wordt 2. Druk op de rechterknop uitgevoerd uitgevoerd van het LCD-klavier. Secties, die (die niet wordt verlicht) om een kunnen worden bestuurd, worden bepaalde sectie te wapenen. Het en het klavier indiceert akoestisch verlicht en de achtergrondverlichte is mogelijk om meerdere secties de uitloopvertraging.
2.1.2.3. BESTURING VAN DE DWANGTOEGANG Deze functie schakelt het systeem uit in een speciale modus. Het systeem wordt schijnbaar uitgeschakeld, het activeert echter een stil paniekalarm, dat vervolgens gerapporteerd wordt aan geselecteerde gebruikers (inclusief ARC). Het uitschakelen onder dwang wordt uitgevoerd door het toevoegen van 1 tot en met het laatste nummer in een geldige code.
Een geactiveerd lopend alarm wordt aangegeven met een snel knipperende rode segmentknop en een achtergrondverlichte indicatieknop. U moet uzelf autoriseren met behulp van het Klavier om het alarm te stoppen. De sectie blijft ingesteld, een snel knipperende rode segmentknop geeft het alarmgeheugen aan. De indicatie zal blijven knipperen zelfs als het systeem uitgeschakeld werd.
Pagina 14
Statussen van afzonderlijke secties worden aangegeven door statusindicatoren A, B, C en D boven het LCD-scherm en door de functieknoppen. De centrale kan direct worden bediend (in- en uitschakeling van het alarm en andere automatiseringsfuncties) met behulp van de functieknoppen op het klavier. De functieknoppen en de statusindicatoren A, B, C, D hebben een kleurrijke achtergrondverlichting om de sectiestatus duidelijk aan te geven.
2.1.3.1. ALARMINSTELLING 2. Druk op de functieknop 3. De opdracht wordt 1. Autoriseer uzelf om een bepaalde sectie te uitgevoerd en het klavier indiceert ako- met gebruik van het LCD-klavier. De wapenen. Het is mogelijk om estisch de uitloopvertraging. De sectie functieknoppen A, B, C, D van de meerdere secties achter elkaar te is nu ingesteld, alleen de detectoren...
2.1.3.2. ALARMUITSCHAKELING 2. Autoriseer uzelf 4. De opdracht wordt 1. Wanneer u het gebouw uitgevoerd betreedt met behulp van het klavier – de systeemindicator begint groen te De functieknoppen en de systee- (waarbij een detector met een knipperen. mindicator zullen groen branden om reactie „Vertraagde zone“...
Om het hele pand te wapenen, waarin de gedeeltelijke instelling is geactiveerd, houdt u de knop ingedrukt om de centrale gedurende 2 seconden te wapenenof drukt u er twee keer op. Eenmaal ingedrukt brandt de knop continu geel, na de tweede indrukking gaat de knop continu rood branden. Als het systeem reeds gedeeltelijk is ingesteld –...
Afhankelijk van uw land of regio kan worden in MyJABLOTRON een webrekening aangemaakt door een geautoriseerde JABLOTRON-partner. De inlognaam dient als het e-mailadres van de gebruiker. Het wachtwoord voor het eerste inloggen zal worden gestuurd naar dit adres. Het wachtwoord kan op elk...
MyJABLOTRON-app voor Android- en iOS-smartphones. 2.2.2. BEDIENING VAN HET SYSTEEM VIA DE INTERFACE MyJABLOTRON Het systeem JABLOTRON 100 kan eenvoudig en gemakkelijk worden bediend met behulp van uw computer via het internet en de webinterface MyJABLOTRON, die toegankelijk is via www.myjablotron.com.
2.2.6. BESTURING VAN DE PROGRAMMEERBARE UITGANGEN 2.2.6.1. KLAVIERSEGMENT Een PG-uitgang wordt ingeschakeld door het indrukken van de rechter knop van het segment en uitgeschakeld door het indrukken van de linker knop. Als de uitgang geconfi gureerd wordt als pulsuitgang, wordt hij uitgeschakeld op basis van de vooraf ingestelde tijd. PG-besturing kan wel of niet worden opgeslagen in het gebeurtenisgeheugen van de centrale.
BLOKKEREN / UITSCHAKELEN VAN HET SYSTEEM 3.1. HET BLOKKEREN VAN GEBRUIKERS Elke gebruiker kan tijdelijk worden geblokkeerd (bijvoorbeeld wanneer een gebruiker zijn kaart/tag verliest of zijn toegangscode bekend wordt gemaakt). Als een toegang van de gebruiker is geblokkeerd, zullen zijn ID-code of kaart/ tag niet meer geaccepteerd worden door het systeem. De gebruikers zullen op hun telefoon ook geen SMS-waarschuwingen of spraakmeldingen ontvangen.
4.2. VERANDEREN, WISSEN OF TOEVOEGEN VAN EEN RFID-KAART/TAG Als het systeem opgezet wordt zonder vooraf ingestelde codes, kunnen alleen de systeemadministrator en de servicetechnicus de beveiligingscodes veranderen. De systeemadministrator kan wijzigingen uitvoeren via zowel het LCD-Klavier als de software J-Link en de MyJABLOTRON-smartphone-applicatie. De code kan gewijzigd worden na autorisatie door Instellingen / Gebruikers / Gebruiker / Code te selecteren.
De verschillende manieren om in het gebeurtenisgeheugen van het systeem te browsen: 5.1. GEBRUIK VAN HET LCD-KLAVIER De toegang tot de gebeurtenisgeschiedenis met behulp van het klavier vereist autorisatie door de gebruiker. Eenmaal geautoriseerd, worden de beschikbare opties (op basis van gebruikersvergunningen) weergegeven door het gebeurtenisgeheugen te kiezen.
Pagina 24
ETSI EN 300 089 (CLIP) JABLOTRON ALARMS a.s. verklaart hiermede, dat de centrales JA-103K en JA-107K in overeen- stemming zijn met de relevante communautaire harmonisatiewetgeving: Richtlijnen nr.: 2014/53/EU, 2014/35/EU, 2014/30/EU, 2011/65/EU, wanneer gebruikt zoals bedoeld. Het origineel van de confor- miteitsbeoordeling kan worden gevonden op www.