Inhoudsopgave
Advertenties
— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Steek een speld aan het eind van het
b
knoopsgatstiksel om te voorkomen dat u
dit insnijdt. Snijd vervolgens met een
tornmesje naar de speld toe om het
knoopsgat open te snijden.
1 Tornmesje
2 Speld
VOORZICHTIG
●
Wanneer u het knoopsgat opensnijdt met
het tornmesje, plaats dan uw handen
niet in het snijtraject. U kunt letsel
oplopen als het tornmesje uitglijdt.
Gebruik het tornmesje uitsluitend
waarvoor het is bedoeld.
■ Een knoopsgat naaien in stretchstoffen
Wanneer u knoopsgaten maakt in stretchstof, naait
u het knoopsgatstiksel over een contourdraad.
Volg stap
1
naaien" op pagina 34.
Haak de contourdraad aan de achterkant
2
van de knoopsgatvoet en haal de twee
uiteinden van de contourdraad naar de
voorkant van de voet, plaats ze in de
groeven en knoop ze daar tijdelijk vast.
Stel de steekbreedte in op de doorsnee
3
van de contourdraad.
Begin met naaien.
4
2
1
t/m
van "Een knoopsgat
1
6
Als het naaien is voltooid, trek dan de
5
contourdraad iets aan, zodat er geen
speling meer is en knip vervolgens de
overtollige draad af.
Knoopsgaten aanpassen
Als de steken aan de twee kanten van het knoopsgat
niet hetzelfde zijn, kunt u de volgende aanpassingen
maken.
Stel de steeklengteknop in tussen "F" en
1
"1,5" en naai het knoopsgat op een
proeflapje om te zien hoe de stof wordt
doorgevoerd.
Als de rechterkant van het knoopsgat te
2
open of te strak gestikt is, past u de
doorvoer van de stof aan met de
steeklengteknop.
1
2
1 Rechterkant
2 Korter
3 Langer
Wanneer de rechterkant bevredigend
3
wordt doorgevoerd, stikt u het knoopsgat
en bekijkt u de doorvoer.
Als de linkerkant te los of te strak is
4
vergeleken met de rechterkant, wijzigt u
de instelling van de schroef voor
fijnafstelling knoopsgat , zoals beschreven
in onderstaande alinea's.
3
36
4
Advertenties
Inhoudsopgave
