— — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — — —
Steekbreedte
Zet de persvoethendel omlaag.
0
• Voor meer bijzonderheden over het
aanpassen van de steeklengte, zie
"Steekbreedteknop" op pagina 12.
Naai op langzame snelheid terwijl u de
a
stof met uw handen vasthoudt, zodat de
naald net de vouw van de zoom pakt.
Verwijder de rijgsteken en draai de stof
b
met de voorkant naar boven.
1
1 Achterkant van de stof
Schelprijgsteken
Steek
Schelprijgsteek
U kunt met de schelprijgsteek een kantachtige rand
naaien op lichte stof.
Zet de draadspanning iets hoger dan
1
normaal.
Plaats de stof onder de persvoet zodat u
2
diagonaal naait, met rechte steken op de
zoomlijn en de zigzagsteken iets over de
gevouwen rand.
2
2 Voorkant van de stof
Steeklengte
Patroon
breedte
[mm (inch)]
[mm (inch)]
5
F-3
(1/64-1/8)
(1/8-3/16)
Naai op langzame snelheid.
3
1 Rechte steken
2 Zigzagsteken
Elastische steek
Steek
Elastische steek
Met de elastische steek kunt u repareren, elastiek
naaien of stoffen aan elkaar naaien. Deze functies
worden hieronder afzonderlijk uitgelegd.
■ Reparatie
Plaats de verstevigingsstof onder het vlak
1
dat u wilt repareren.
• Bevestig de verstevigingsstof met rijgspelden.
Naai met de elastische steek langs de lijn
2
van de scheur.
Steek-
3-5
■ Elastiek naaien
Speld het elastische band aan de
1
achterkant van de stof.
Rek tijdens het naaien het elastiek voor en
2
achter de persvoet uit.
1
Steeklengte
Patroon
breedte
[mm (inch)]
[mm (inch)]
6
F-2,5
(1/64-3/32)
(1/8-3/16)
2
Steek-
3
3-5
30