eindapparaat uitvoeren of een nieuw programma
starten.
Start op afstand activeren
Op touch-toets # tippen om het apparaat in te
1.
schakelen.
Op touch-toets 0 tippen.
2.
Het hoofdmenu wordt weergegeven.
Naar links of rechts strijken om "Start op afstand F"
3.
te kiezen.
Op "Inschakelen" tippen.
4.
Op het display verschijnt F.
Basisinstelling
Mogelijke instellingen Toelichting
WiFi
Inschakelen/
uitschakelen
Netwerk
Met netwerk
verbinden/van het
netwerk loskoppelen
Verbinden met app
Afstandbediening
aan / uit
Apparaatinfo !
Afstandsdiagnose
Bij storingen kan de servicedienst toegang tot uw
apparaat krijgen om een diagnose op afstand uit te
voeren.
Neem contact op met de servicedienst en zorg ervoor
dat uw apparaat met de Home Connect-server is
verbonden. Controleer of de dienst diagnose op afstand
in uw land beschikbaar is.
Aanwijzing: Ga voor meer informatie naar Help &
Support op de Home Connect-website van uw land:
www.home-connect.com. Daar kunt u ook zien of de
dienst diagnose op afstand in uw land beschikbaar is.
Home Connect instellingen
U kunt Home Connect op elk moment aan uw wensen
aanpassen.
Aanwijzing: U vindt de Home Connect instellingen in
de basisinstellingen van uw apparaat. Welke
instellingen het display toont, hangt ervan af of Home
Connect geïnstalleerd is en of het apparaat met het
thuisnetwerk is verbonden.
U kunt de draadloze module in- en uitschakelen. Is Wi-Fi geactiveerd,
dan kunt u gebruikmaken van de Home Connect functionaliteit.
Bij de functie gereed voor bedrijf heeft het apparaat max. 2 W nodig.
Netwerkverbinding indien nodig (bijv. bij vakantie) in- of uitschakelen.
De netwerkgegevens blijven na het uitschakelen behouden. Na het
inschakelen enkele seconden wachten tot het apparaat opnieuw met
het netwerk is verbonden.
Verbindingsprocedure tussen app en apparaat starten.
Met de Home Connect app toegang tot de functies van het apparaat
verkrijgen.
Indien gedeactiveerd worden in de app alleen de bedrijfstoestanden
van het apparaat weergegeven.
Het display toont netwerk- en apparaatinformatie.
Aanwijzing voor gegevensbeveiliging
Wanneer het apparaat voor de eerste keer wordt
verbonden met een WLAN-netwerk dat op het internet is
aangesloten, geeft het de volgende
gegevenscategorieën door aan de Home Connect
server (eerste registratie):
Eenduidige identificatie van het apparaat (bestaande
■
uit apparaatsleutels en het MAC addres van de
gewijzigde Wi-Fi communicatiemodule).
Veiligheidscertificaat van de Wi-Fi
■
communicatiemodule (voor de informatietechnische
beveiliging van de verbinding).
De actuele software- en hardwareversie van uw
■
huishoudelijke apparaat.
Status van een eventuele eerdere reset naar de
■
fabrieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het gebruik van de Home
Connect functionaliteiten voorbereid. Deze registratie
dient pas te worden uitgevoerd op het moment dat u
voor het eerst van de Home Connect functionaliteiten
gebruik wilt maken.
Aanwijzing: Houd er rekening mee dat de Home
Connect functionaliteiten alleen kunnen worden
gebruikt in verbinding met de Home Connect app.
Informatie over gegevensbeveiliging kan in de Home
Connect app worden opgevraagd.
Home Connect
nl
31