Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

De Draadloze Netwerkmodus Gebruiken - NordicTrack COMMERCIAL 12.9 Gebruikershandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

DE DRAADLOZE NETWERKMODUS GEBRUIKEN

Het bedieningspaneel bevat een draadloze netwerk­
modus waarmee u een draadloze netwerkverbinding
kunt instellen.
Let op: U hebt ook een eigen draadloos network nodig,
inclusief een 802.11b/g/n router met geactiveerde
SSID broadcast (verborgen netwerken worden niet
ondersteund).
1. Selecteer het hoofdmenu van de instellingen.
Zie stap 1 op bladzijde 26.
2. Selecteer de draadloze netwerkmodus.
In het hoofdmenu van de instellingen, drukt u licht­
jes op de toets Network Setup (netwerk instellen)
om naar de draadloze netwerkmodus te gaan.
Let op: U kunt ook drukken op het draadloos
netwerk symbooltje om naar de draadloze netwerk­
modus te gaan.
3. Wi-Fi inschakelen.
Zorg dat het vakje Wi­Fi is aangevinkt met een
groen vinkje. Als dat niet het geval is, raak dan de
Wi­Fi menuoptie één keer aan en wacht een paar
seconden. Het bedieningspaneel zal naar beschik­
bare draadloze netwerken zoeken.
4. Een draadloze netwerkverbinding instellen en
beheren.
Als Wi­Fi
is ingeschakeld vertoont het scherm
®
een lijst met beschikbare netwerken. Let op: Het
kan een paar seconden duren voordat de lijst met
draadloze netwerken verschijnt.
Zorg dat het keuzevakje op het Netwerknotifi­
catiemenu­optie een groen vinkje heeft om het
bedieningspaneel in te lichten als een draadloos
netwerk binnen het bereik is en beschikbaar.
Als een lijst met netwerken verschijnt, drukt u
lichtjes op het gewenste netwerk. Let op: U dient
uw netwerknaam te kennen (SSID). Als uw netwerk
een wachtwoord heeft, dient u ook het wachtwoord
te kennen.
Een informatievakje vraagt u of u verbinding wilt
maken met het draadloze netwerk. Druk dan op de
toets Connect (verbinden) om verbinding te maken
met het netwerk of druk lichtjes op de toets Cancel
(annuleren) om terug te keren naar de lijst met
netwerken. Als het netwerk een wachtwoord heeft,
drukt u lichtjes op het vakje voor het wachtwoord.
Er zal een toetsenbord op het scherm verschij­
nen. Om het wachtwoord tijdens het typen te zien,
dient u lichtjes te drukken op het keuzevakje Show
Password (toon wachtwoord).
Voor gebruik van het toetsenbord, zie HET
TIPTOETSSCHERM GEBRUIKEN op bladzijde 18.
Als het bedieningspaneel verbinding heeft
gemaakt met uw draadloze netwerk, vertoont de
WiFi­menuoptie bovenaan het scherm het woord
CONNECTED (verbonden).
Om het contact met een draadloos netwerk te ver­
breken, selecteert u het draadloze netwerk en drukt
vervolgens op de toets Forget (vergeten).
Indien u problemen ervaart bij het verbinding
maken met een gecodeerd netwerk, zorg er
dan voor dat uw wachtwoord juist is. Let op:
Wachtwoorden zijn hoofdlettergevoelig.
Let op: De iFit­modus ondersteund onbeveiligde en
beveiligde (WEP, WPA™ en WPA2™) codering. Een
breedbandverbinding wordt aanbevolen, de werking
hangt af van de verbindingssnelheid.
Let op: Indien u vragen heeft na het volgen van
deze instructies, gaat u naar support.iFit.com
voor hulp.
5. Verlaat de draadloze netwerkmodus.
Om de draadloze netwerkmodus te verlaten, drukt
u op de terug­toets op het bedieningspaneel of de
terug­toets op het scherm.
29

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Ntevel15017.0

Inhoudsopgave