Voorbeeld: Zet de volgende waarden om in graden:
In de volgende procedure wordt aangenomen dat de default
hoekeenheid van de calculator in graden is.
LINE
(15(
1G(DRG')2( r )=
Aanhangsel
<#020> cos (
–1
<#021> cos
–1
cos
k Exponentiële functies en logaritmische
functies
• Exponentiële en logaritmische functies kunnen in dezelfde functies
gebruikt worden als de trigonometrische functies.
• Voor de logaritmische functie "log(" kunt u grondtal
door middel van de syntax "log (
Als u slechts een enkele waarde invoert, wordt grondtal 10 gebruikt
voor de berekening.
• "ln(" is de natuurlijke logaritmefunctie met grondtal
• U kunt ook de & toets gebruiken bij het invoeren van een
uitdrukking met het formaat "logm
gebruikt. Zie Aanhangsel <#022> voor details. Merk op dat u
het grondtal (grondtal
toets gebruikt voor invoer.
Aanhangsel
*1 Als geen grondtal gespecificeerd is, wordt een grondtal van 10
(gewoon logaritme) gebruikt.
k Functies met machten en machtwortels
• Functies voor machten en machtwortels kunnen worden gebruikt
tijdens de COMP, STAT, EQN, MATRIX, TABLE en VECTOR
rekenfuncties.
π
radialen = 90°, 50 gradiënten = 45°
2
π
501G(DRG')
π
radialen) = –1, cos (100 gradiënten) = 0
(–1) = 180
π
(–1) =
m
) dient in te voeren wanneer u de &
<#023> tot en met <#025>
)/2)
g
3(
)=
m
n
,
)" .
n
" terwijl u een wiskundig formaat
D-40
m
gebruiken
e
.