5 Plaats de nieuwe batterij in de houder met de "+"-zijde naar boven en klik de batterij op zijn plaats.
6 Plaats de computerbehuizing terug (zie "De computerbehuizing terugplaatsen" op pagina 95).
OPMERKING:
Als u een netwerkkabel wilt aansluiten, sluit u de kabel eerst aan op de netwerkpoort of het
netwerkapparaat en sluit u de kabel vervolgens aan op de computer.
7 Sluit uw computer en apparaten aan op het lichtnet en zet ze vervolgens aan.
8 Ga naar systeeminstellingen (zie "System Setup" op pagina 101) en herstel de instellingen die u hebt
vastgelegd in stap 1.
9 Gooi de oude batterij bij het chemisch afval. Raadpleeg de Productinformatiegids voor informatie
over het weggooien van batterijen.
94
Onderdelen verwijderen en installeren
1
batterij
2
batterijhouder
1
2