12 Volg onderstaande instructies, wanneer u een netwerkadapter hebt geïnstalleerd en de geïntegreerde
netwerkadapter wilt uitschakelen:
Open de system setup, selecteer Integrated NIC (Geïntegreerde NIC) uit de groep Onboard
a
Devices (ingebouwde apparatuur) en wijzig de instelling in Off (Uit) (zie "System Setup-opties"
op pagina 103).
Sluit de netwerkkabel aan op de connectoren van de nieuwe netwerkadapterkaart. Sluit de
b
netwerkkabel niet aan op de geïntegreerde netwerkconnector op het achterpaneel van de
computer.
13 Installeer de benodigde stuurprogramma's voor de kaart zoals beschreven in de kaartdocumentatie.
Een uitbreidingskaart verwijderen
1 Volg de procedures in "Voordat u begint" op pagina 61.
2 Druk voorzichtig tegen het ontgrendellipje aan de binnenzijde van het kaartslotpaneel om het paneel
te openen. Omdat het paneel vastzit, blijft deze geopend.
3 Koppel, indien nodig, op de kaart aangesloten kabels los.
4 De kaart verwijderen:
Wanneer u een PCI of PCI Express x1-kaart wilt verwijderen, pakt u deze bij de bovenste hoeken
en trek u hem voorzichtig uit zijn connector. Ga vervolgens naar stap 6.
Wanneer u een PCI Express x16-kaart verwijdert, gaat u naar stap 5.
5 Houd de hendel ingedrukt en trek de kaart omhoog uit de connector.
76
Onderdelen verwijderen en installeren