13.2 Aanduiding in bedrijfsmodus instellen
De systeeminstellingen opvragen, zie
hoofdstuk11.1.3.
Met de navigatietoetsen en de optie
<Weergavemodi> selecteren met OK bevestigen.
Met de navigatietoetsen en de gewenste
instelling kiezen en met de toets OK bevestigen.
Naar de weegmodus met de toets ON/OFF
teruggaan.
13.3 Identificatienummer van de weegschaal
Deze instelling betreft het identificatienummer van de weegschaal die in het justeerprotocol
wordt geprint.
De systeeminstellingen opvragen, zie
hoofdstuk11.1.3.
Met de navigatietoetsen en de optie
<Identificatienummer van de weegschaal>
selecteren en met OK bevestigen.
Met de navigatietoetsen de bepaling
invoeren (max. 16 tekens) en met de toets OK
bevestigen.
De waarde numeriek invoeren, zie
hoofdstuk 3.2.1.
Naar de weegmodus met de toets ON/OFF
teruggaan.
13.4 Datum en tijd invoeren
De systeeminstellingen opvragen, zie
hoofdstuk11.1.3.
Met de navigatietoetsen en de optie
<Datum> of <Tijd> selecteren en met OK
bevestigen.
Met de navigatietoetsen en datum en tijd
instellen en met de toets OK bevestigen.
De waarde numeriek invoeren, zie
hoofdstuk 3.2.1.
Naar de weegmodus met de toets ON/OFF
teruggaan.
TABP-BA-nl-2212
77