Naam van de formule invoeren, bv. MiHo-Creme
en bevestig door op OK te drukken.
4. Handmatig of automatisch tarreren na overname van afzonderlijke componenten
Met de navigatietoetsen en , de optie <De
tarrawaarde aftrekken> selecteren en met OK
bevestigen.
De gewenste instelling kiezen.
Manueel:
Nadat de weegwaarde van het component is
overgenomen nadat op de toets OK is gedrukt,
wordt het tarreren gestart nadat op de toets
TARE is gedrukt.
Automatisch:
Nadat de weegwaarde van het component is
overgenomen nadat op OK is gedrukt, wordt
het tarreren automatisch gestart.
5. Componenten definiëren
Met de navigatietoetsen en , component
<Component 1–10> selecteren en met de
toets OK bevestigen.
De instelling opslaan [Aan] door op OK te
drukken.
Met de navigatietoetsen en , de optie
<Instellingen overgedragen gegevens>
selecteren en met OK bevestigen.
De volgende componentenparameters
definiëren.
De naam van het component
Naam component invoeren, bv. Milch, (max.
20 tekens) en met OK bevestigen.
102
TABP-BA-nl-2212