2. De instelling kiezen
De toegankelijke instellingen verschijnen, zie
hoofdstuk 15.7.
➢
Effectief
➢
Uitgebreid
➢
Type M
➢
Type S
➢
Type A
➢
Door de gebruiker gedefinieerd
Met de navigatietoetsen de gewenste instelling
kiezen en met de toets OK bevestigen.
Naar de weegmodus met de toets ON/OFF
teruggaan.
15.7.2
Door gebruiker gedefinieerde instellingen (voorbeeld aanduiding voor de
printer KERN YKB-01N)
In de menupunt "Door de gebruiker gedefinieerd" kan elk communicatieparameter
afzonderlijk worden ingesteld.
De functie opvragen:
De toets PRINT drukken en 3 s lang ingedrukt
houden.
Met de navigatietoetsen en , de optie
<Communicatie instellingen> selecteren met OK
bevestigen.
Met de navigatietoetsen het interface kiezen en
met de toets OK bevestigen.
Met de navigatietoetsen de optie <Door de
gebruiker gedefinieerd> kiezen en met de toets
OK bevestigen.
Communicatieparameters instellen:
Met de navigatietoetsen beschikbare
reeksinstelling kiezen en met de toets OK
bevestigen.
TABP-BA-nl-2212
129