Advertenties
Afb. 23 geeft de tegenhouder voor de septumplooi en het
middenrif weer (zie 10 in afb. 1).
Voor montage zijn de elementen MRO-0 (afb. 3) en MRN-3
(afb. 4) vereist, die beide op de caudale arm van de spreider
moeten worden aangebracht. De procedure komt overeen met
het aanbrengen van de transthoracale atriumretractor. De
haakgeleider MRN-3 wordt hier echter via de caudaal ten
opzichte van de hoofdincisie gelegen ICR ingebracht. Verder
komt de procedure overeen met die voor het plaatsen van de
transthoracale atriumretractor (3, 4 en 5). Er dient op te worden
gelet dat de tegenhouder voor de septumplooi met de convexe
zijde tegen de kant van het septum ligt: de op de concave zijde
aangebrachte markering dient zichtbaar te zijn.
Afb. 24 geeft de kogeladapter mini front load (Ø 4 mm) MRX-5
in verbinding met het flexibele bevestigingselement voor het
MK-zeil (Ø 4 mm) MRX-1V weer.
Voor vervanging van chordae (peesaanhechtingen), kan deze
methode worden gebruikt.
Afb. 24a geeft een alternatief weer voor de in afb. 24
weergegeven MRX-5 in combinatie met MRX-1V, in de vorm
van de MTI-0.
Voor het invoeren van de netretractor MTI-0 wordt deze
handmatig opgerold en met behulp van een MICS-naaldhouder
in de MK-annulus ingebracht.
Raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing G096!
Zorg voor een veilige bevestiging van de verschillende bevestigingselementen!
Gevaar voor verwonding!
Voor het verwijderen van de spreider uit het OP-gebied dient erop te worden gelet dat de
spreiderarmen langzaam weer tegen elkaar worden gebracht.
Bestand: G208 MICS intercostale spreider-NL-00
Basis: 2605VL, rev.04 de dato 03/21
G 208 NL
GEBRUIKSAANWIJZING
00-07/21
2021-07-01
- GAW -
Afb. 23
Afb. 24
Afb. 24a
Pagina 19 van 32
Advertenties
