Download Print deze pagina

Fehling Instruments MRP-1 Gebruiksaanwijzing pagina 14

Advertenties

Na gebruik brengt u de twee spreiderarmen zo ver mogelijk naar elkaar toe, zodat de
bladen, met inbegrip van de gemonteerde spatel, comfortabel uit de incisie kunnen
worden geleid.
Voor demontage van de spatel wordt het distale uiteinde zo ver teruggebogen dat de spatel
voorzichtig door de gleuf(gleuven) in het blad kan worden getrokken. De resterende buiging wordt
door activeren van het vormgeheugen tijdens de voorbereiding voor hergebruik hersteld.
De spatel dient altijd samen met het blad uit de situs te worden verwijderd en vervolgens
gedemonteerd. Trek de spatel EOJ-7 niet in gebogen toestand door de gleuven in het
blad. Vermijd overmatig terugbuigen!
De spatels zijn gemaakt van martensitisch NiTi-materiaal en beschikken over een
vormgeheugen. Zij zijn op kamertemperatuur buigbaar en krijgen door verhitting tijdens
de voorbereiding voor hergebruik hun oorspronkelijk vorm terug. Bij vervorming tijdens
het gebruik niet knikken en de toegestane minimale buigradius van ca. 10 mm niet
overschrijden.
Afb. 3 geeft de kogeladapter MRO-0 weer.
Deze kan op een willekekeurige plek op de
tandstang, maar indien doelmatig ook mediaal
naast de bladen op de spreiderarmen worden
geplaatst,
en
met
excenterbeugel worden gefixeerd. Afhankelijk
van de anatomie van de patiënt en de positie
van de incisie, kan de kogel op de tandstang in
mediale of lateral richting worden uitgelijnd. Om
de adapter te kunnen plaatsen, moet de
hefboom van de excenter naar boven gericht
zijn.
Voor
vergrendeling
excenterhefboom in een positie van ongeveer
45° gebracht (zie afb. 3a).
Afb. 3b geeft de alternatieve optie weer voor het
geval dat de intercostale incisie meer postero-
lateraal is geplaatst en de gewenste positie
voor de transthoracale atriumretractor bijgevolg
niet langer met de MRO-0-kogeladapter kan
worden bereikt. Het alternatief bestaat uit de
combinatie van kogeladapter MRR-1 met de
kogeladapter met afstandshefboom MRR-2. De
positie van de transthoracale atriumretractor
kan op deze wijze traploos 20 tot 25 mm in
mediale richting worden verplaatst.
Afb. 4: MRN-3 – haakgeleider voor transthoracale atriumretractor
Bestand: G208 MICS intercostale spreider-NL-00
Basis: 2605VL, rev.04 de dato 03/21
G 208 NL
00-07/21
behulp
van
de
Afb. 3
wordt
de
Afb. 3b
GEBRUIKSAANWIJZING
- GAW -
Afb. 3a
2021-07-01
Pagina 14 van 32

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Mrp-1f