7.
Als er nog inktresten achterblijven, bevochtigt u het wattenstokje met gedistilleerd, gefilterd of gekookt
water en blijft u inkt afnemen totdat de contacten schoon zijn.
LET OP:
Gebruik geen kraanwater of alcohol, omdat u de printkoppen hiermee kunt beschadigen.
8.
Na het reinigen plaatst u de printkop op een vel papier of een papieren servetje.
9.
Reinig de contacten van de printkopsleuven van de printer met een vochtig wattenstaafje. Laat alle
elektrische contacten ten minste vijf minuten drogen voordat u de printkoppen terugplaatst.
10.Sluit het netsnoer aan en zet de printer aan. Het bedieningspaneel moet nog steeds aangeven dat er
een printkop ontbreekt.
11.Plaats de printkop terug in de sleuf met de kleurcode van de printkop. Druk de printkop goed op
zijn plaats.
12.Herhaal de bovenstaande stappen, indien nodig, voor de andere printkoppen.
13.Sluit de printkopgrendel. Controleer of deze goed is vergrendeld.
14.Sluit de klep van de afdrukbenodigdheden.
15.Sluit de klep van de printkop en van de inktpatroon.
16.Wacht tot de initialisatie van de printkoppen is voltooid en de testpagina is afgedrukt. Als de printer
geen testpagina afdrukt, vervangt u de gereinigde printkop.
42
Onderhoud en probleemoplossing