Foto's bewerken
•
Beelden die zijn opgenomen met een resolutie van
waarvan het formaat is gewijzigd in
bewerkt.
•
RAW-beelden kunnen niet worden bewerkt.
•
Beelden waarvoor bijsnijden wordt ondersteund, behouden dezelfde verhouding
na het bijsnijden.
•
Bijgesneden beelden hebben een lagere resolutie dan niet-bijgesneden beelden.
De kleurtoon van een beeld wijzigen (My Colors)
U kunt de kleuren van een beeld wijzigen en het gewijzigde beeld opslaan als
een apart bestand. Zie p. 108 voor meer informatie over elke optie.
•
Als u beelden meerdere keren op deze manier bewerkt, neemt de
kwaliteit geleidelijk af en krijgt u mogelijk niet de gewenste kleur.
•
De kleuren van RAW-beelden kunnen niet worden bewerkt.
•
De kleur van de beelden die u met deze functie hebt bewerkt, kan licht afwijken
van die van de beelden die zijn opgenomen met de functie My Colors (p. 108).
168
Selecteer [My Colors].
Druk op de knop n en selecteer
[My Colors] op het tabblad 1 (p. 47).
Selecteer een beeld.
Druk op de knoppen qr of draai aan de knop
7 om een beeld te selecteren.
Druk vervolgens op de knop m.
Selecteer een optie.
Druk op de knoppen qr of draai aan de knop
7 om een optie te selecteren en druk
vervolgens op de knop m.
Sla het beeld op als een nieuw
beeld en bekijk dit.
Volg stap 4–5 op p. 166.
(p. 63) of
(p. 166), kunnen niet worden