Opnamebereik en scherpstellen
•
Als u flitst, kan vignetvorming optreden.
•
Zorg dat u de lens niet beschadigt.
In het weergavegebied in de gele balk onder de zoombalk wordt e
•
grijs en de camera stelt niet scherp.
•
Om camerabeweging te voorkomen plaatst u de camera op een statief en
neemt u opnamen met de camera ingesteld op [ (p. 59).
Opnamen maken in de modus Handmatig
scherpstellen
Gebruik handmatig scherpstellen wanneer automatisch scherpstellen niet
mogelijk is. U kunt de algemene focuspositie opgeven en dan de
ontspanknop half indrukken om de camera de optimale scherpstelpositie
te laten vastleggen die het dichtst bij de door u opgegeven positie ligt.
Zie "Specificaties" (p. 36) voor meer informatie over het scherpstelbereik.
MF-indicator
112
Selecteer
Druk op de knop q, kies
knoppen qr of draai aan de knop 7) en druk
vervolgens op de knop m.
en de MF-indicator worden weergegeven.
Geef de algemene focuspositie op.
Draai aan de knop 7 om de algemene
focuspositie op te geven, verwijzend naar
de MF-indicatorbalk op het scherm (die de
afstand en de focuspositie laat zien) en
het vergrote beeldgebied.
Pas de focus verder aan.
Druk de ontspanknop half in om de camera
de focuspositie verder te laten afstellen
(Veiligheids MF).
U kunt de focus ook verder afstellen door
op de knop
Foto's
.
(druk op de
te drukken.
Films