•
Plaats de camera op een statief of neem andere maatregelen om de
camera stil te houden en camerabeweging te voorkomen. Stel in dit
geval [IS modus] in op [Uit] (p. 126).
•
Als de flitser is ingeklapt, wordt het instellingenscherm niet
weergegeven zelfs niet als u op de knop r drukt. Verschuif de
schakelaar
De flitsbelichtingscompensatie aanpassen
Net als bij de normale belichtingscompensatie (p. 99) kunt u de flitsbelichting
aanpassen met stappen van 1/3 in een bereik van –2 tot +2.
•
Wanneer de kans op overbelichting bestaat, past de camera tijdens het flitsen
automatisch de sluitertijd of diafragmawaarde aan om vervaagde highlights te
verminderen en opnamen te maken met een optimale belichting. U kunt
automatische aanpassing van sluitertijd of diafragmawaarde echter
uitschakelen door n (p. 47) te openen en [Veiligheids FE] in
[Flitsbesturing] op het tabblad 4 in te stellen op [Uit].
U kunt de flitsbelichtingscompensatie ook instellen door X te kiezen in het
•
menu FUNC. (p. 46) of door n (p. 47) te openen en te kiezen voor [Flitsbel.
comp.] in [Flitsbesturing] op het tabblad 4.
U kunt het scherm [Func.inst. interne flitser] n ook als volgt openen
•
(behalve wanneer een externe flitser (afzonderlijk verkrijgbaar) op de camera
is aangesloten).
Houd de knop r minimaal één seconde ingedrukt.
-
Wanneer de flitser is uitgeklapt, drukt u op de knop r en direct daarna op
-
de knop n.
Maak de opname.
Ook als u de flitser gebruikt, mag het
hoofdonderwerp niet bewegen totdat het
geluid van de ontspanknop stopt.
om de flitser uit te klappen en configureer de instelling.
Klap de flitser uit, druk op de knop r en draai
onmiddellijk aan de knop z om het
compensatieniveau te kiezen.
Druk vervolgens op de knop m.
Als de instelling is voltooid, wordt X
weergegeven.
Flitser
123