•
Laad de batterij niet langer dan 24 uur achtereen op, om de batterij
te beschermen en in goede staat te houden.
•
Als u een batterijlader met netsnoer gebruikt, mag u de lader of het
snoer niet op andere objecten aansluiten. Dit kan storingen of schade
aan het product tot gevolg hebben.
•
Zie "Specificaties" (p. 36) voor meer informatie over de oplaadduur, het aantal
opnamen en de opnameduur met een volledig opgeladen batterij.
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Plaats de meegeleverde batterij en een geheugenkaart (afzonderlijk verkrijgbaar).
Denk eraan dat u voordat u een nieuwe geheugenkaart (of een geheugenkaart
die in een ander apparaat is geformatteerd) gaat gebruiken, de geheugenkaart
met deze camera moet formatteren (p. 177).
Aansluitpunten Batterijver-
grendeling
Controleer het schuifje voor
schrijfbeveiliging van de kaart.
Als de geheugenkaart een schuifje voor
schrijfbeveiliging heeft, kunt u geen opnamen
maken als het schuifje is ingesteld op
vergrendeld (omlaag). Duw het schuifje
omhoog totdat het op niet vergrendeld staat.
Open het klepje.
Verschuif de schakelaar (
het klepje (
).
Plaats de batterij.
Duw de batterijvergrendeling in de richting van
de pijl en plaats de batterij in de getoonde
richting totdat hij vastklikt en is vergrendeld.
Als u de batterijen in de verkeerde richting
plaatst, kunnen ze niet worden vergrendeld.
Controleer altijd of de batterij in de juiste
richting is geplaatst en wordt vergrendeld.
Voordat u begint
) en open
15