Belichting (Belichtingscompensatie)
De helderheid corrigeren (i-Contrast)
Voordat u een opname maakt, kunnen extreem heldere of donkere gebieden
(zoals gezichten of achtergronden) worden getedecteerd en automatisch
worden aangepast aan de optimale helderheid.
Geef DR-correctie op om vervaagde highlights te vermijden.
Geef schaduwcorrectie op om beelddetails in schaduwen te behouden.
•
In sommige opnameomstandigheden kan de correctie onnauwkeurig
zijn of korrelige beelden veroorzaken.
•
U kunt bestaande beelden ook corrigeren (p. 169).
U kunt de camera ook zo instellen dat u door te draaien aan de knop z of 7
•
de instellingen voor DR-correctie of schaduwcorrectie aanpast (p. 135).
DR-correctie (Dynamic Range-correctie)
Kies uit drie correctiemethoden.
•
Met
en
u probeert een hogere waarde in te stellen dan
•
Met
wordt de ISO-waarde teruggezet op
een lagere waarde in te stellen dan
•
Met
wordt de ISO-waarde teruggezet op
een lagere waarde in te stellen dan
104
Druk op de knop m, kies
en kies de gewenste optie (p. 46).
Als de instelling is voltooid, wordt @
weergegeven.
wordt de ISO-waarde teruggezet op
in het menu
wanneer
.
wanneer u probeert
.
wanneer u probeert
.