Koppelen aan tractor
Koppelen aan tractor
De zaaimachine dient aan de hefarmen van de tractor te
worden bevestigd. De hefinrichting dient in zweefpositie
te staan. Zodat de hefarmen binnen hun bereik kunnen
bewegen.
Stabilisator stangen of kettingen dienen te worden
gebruikt
Om zijdelingse beweging te minimaliseren
Indien de hefarmen over sleufgaten beschikken, deze
gebruiken.
De zaaimachine kan de grondoppervlakte dan
eenvoudiger volgen.
Plaats de koppelas in de hefarmen.
Manouvreer de tractor recht onder de snelkoppelhaken
van de zaaimachine en hef de hefarmen.
De koppelas klikt automatisch vast aan de
zaaimachine.
Zie afbeelding 2A.
Topstang monteren en lengte aanpassen zodat de
zaaimachine vertikaal staat. Zie afbeelding 2B.
De hydraulische markeurs kunnen zowel via een
enkelwerkend als via een dubbelwerkend ventiel van de
tractor worden bediend.
Hef de zaaimachine.
Zet de steunpoten omhoog en borg deze.
.
Afkoppelen
Voor het afkoppelen, de steunpoten neerlaten en deze
borgen.
8
Afbeelding 2A. Koppelas met snelwissel.
Afbeelding 2B. Zaaimachine vertikaal stellen door
middel van topstang.